Post Malone bewees zich in het Sportpaleis als cynische rockgod voor gitaarhaters

Post Malone op Rock Werchter 2018. © Wouter Van Vaerenbergh

In Antwerpen ontdeed rapsuperster Post Malone het klassieke rockconcert van al zijn overbodigheden. Wat overbleef, was een witte jongen die zich koning van de wereld waande, maar met wie we soms medelijden kregen.

Austin Richard Post plukte zijn artiestennaam Post Malone uit een rapnamengenerator, ziet eruit als een dakloze Iwein Segers die in de vuilbak een tienbeurtenkaart van een tattooshop heeft gevonden en benadert met zijn stembanden die van het gemiddelde lid van One Direction vlak na diens eerste sigaret. Op basis van zijn teksten, bol van de patserij en existentieel puberverdriet, kan elke tiener met een poëziebundel klacht indienen wegens plagiaat. Kortom, er zijn veel redenen om met Post Malone te lachen, maar het is toch hij die het laatste en het hardste lacht. Althans, wij zouden ons gouden gebit bloot grijnzen voor 49 miljoen luisteraars per maand op Spotify.

Een kleine twintigduizend van hen bliezen dinsdag in het Sportpaleis verzamelen voor hun held. Die opende zijn concert offstage en cynisch. ‘I done drank codeine from a broken whiskey glass / I done popped my pills and I smoked my share of grass’, klonk het voor Post Malone op de catwalk stapte die meteen ook het podium was. Boven hem hing een lichtgevend plafond – afgekeken van onder anderen Kanye West en Kendrick Lamar – en achter hem stonden twee videoschermen van een meter of twintig hoog, die met wat goede wil exact in een Instagramstory pasten.

Is het de angst van de bange jongen in het lichaam van het tieneridool, die in interviews uitwijdt over hoe eenzaam hij zich voelt, of een cynische omkering van vijftig jaar rocksterrenpathetiek?

Wie zijn social media wilde bijhouden in Antwerpen, werd overigens constant geïnspireerd in deze anderhalf uur lange masterclass Soundcloudrap op arenaformaat, nu eens door een batterij vuurwerk of wat vlammenwerpers, dan weer door Post Malone zelf die als een goddeloze Jezus met één gebaar van zijn hand het hele middenplein liet bouncen. Die rol van hypeman wisselde hij vlot af met die van karaokezanger – zelfs de refreinen van hits als Better Now stonden gezellig mee op tape – maar wel eentje van de betere soort, die zich zichtbaar in het zweet werkte.

Dat maakte van Better Now niet minder dan een momentje in Antwerpen. Ook Candy Paint, een kruising van een aftelrijmpje en het dagboek van een gangstarapper, kwam lekker binnen, net als het met bubbelende bassen gestutte Wow. Sunflower, uit de laatste Spidermanfilm, had dan weer te lijden onder de slechte geluidsbalans en ook het makke Stay, een intermezzo op akoestische gitaar, had voor ons niet gehoeven.

Wie Post Malone een beetje kent, weet wat er na zo’n melig nummertje komt: de rapper, die ooit zijn carrière begon als goede gitarist in rock- en metalbands, zong Rockstar en smeet zijn gitaar aan flarden, voor het oog van duizenden gsm-camera’s. Hét moment van de show voor het gros van het publiek, al waren wij nog meer gefascineerd door het gevoelige Blame It On Me, ergens halverwege de show. ‘Watchin’ me bleed / You cut me down on my knees / No matter what you believe / I think we both can agree’, zong Post Malone bezield in een van zijn gevoeligste nummers. Wat elke rockstar dan normaal doet, is op een kruk gaan zitten aan de rand van het podium en de eerste twee rijen diep in de ogen kijken. Wat Post Malone dan doet, is zijn rug naar de zaal draaien, zijn getormenteerde blik laten vastleggen door een cameraman en die vervolgens projecteren op een scherm, waarop zijn fans dat scherm beginnen te filmen.

Is het de angst van de bange jongen in het lichaam van het tieneridool, die in interviews uitwijdt over hoe eenzaam hij zich voelt, of een cynische omkering van vijftig jaar rocksterrenpathetiek? Wie het antwoord heeft, mag in onze DM’s sliden.

Als Post Malone zichzelf een rockster noemt, dan geven we hem gelijk, maar hij heeft het klassieke rockconcert wel van alles ontdaan wat hij zelf overbodig vindt.

En zo hebben we nog wel een aantal vragen. Hoe slaagt Post Malone erin om in deze woke tijden weg te komen met White Iverson, een song waarin hij zich vergelijkt met de zwarte basketballer Allen Iverson? Hoe hard meent hij het als hij zegt dat dat ‘zijn enige goede nummer’ is? Was zijn recht-uit-het-hart-preek op het einde, over hoe graag hij zijn fans ziet en waar zijn haters nu zijn, een manier om zijn masker af te zetten of was het gewoon een nieuwe fopneus die hij zich aanmat? En vooral: is dit nu de toekomst van het rockconcert? Te veel vragen voor in deze recensie, maar leest er hier een thesisstudent met ambitie mee?

Het is alleszins niet nieuw wat Post Malone doet. De wortels van zijn muzikale stamboom reiken tot bij Papa Roach, Simple Plan, My Chemical Romance, The Sex Pistols en zowat elke witte man die ooit puur en onversneden zijn sores heeft uitgeschreeuwd voor een jong publiek – ook Lil Peep zaliger zit ergens op een tak. Het verschil zit ‘m in de reikwijdte: nooit stonden emo, punk en Soundcloudrap zo front and center in de muziekscene als vandaag bij Post Malone. Maar ondanks de populariteit, de druk en de meningen blijft de man zijn nihilistische, om geen dooie fuck gevende zelve. Of hij doet goed alsof.

Als Post Malone zichzelf een rockster noemt, dan geven we hem daarom gelijk, maar hij heeft het klassieke rockconcert wel van alles ontdaan wat hij zelf overbodig vindt: geen preken over wereldvrede, geen obligate gitaar- en drumsolo’s, zelfs geen band. Het enige wat overblijft, is een witte man die zich de koning van de wereld waant en zijn soortgenoten in hun blootje zet voor een publiek dat niet meer in rock gelooft.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content