John Grant @ Botanique: Een slag in het water

Vorig jaar verklaarde John Grant nog doodleuk op het podium dat seropositief was. De zanger houdt duidelijk niet van verstoppertje spelen en dat siert hem. Maar leidt die openheid ook tot goede concerten? Dit keer niet, zo bleek helaas in Brussel.

DA GIG: John Grant in de Orangerie van Botanique, Brussel op 18/4.

IN EEN ZIN: Inhoud en verpakking waren voortdurend met elkaar in conflict, waardoor het concert een halfslachtige én anachronistische indruk maakte.

HOOGTEPUNTEN: ‘Black Belt’ en ‘Glacier’.

DIEPTEPUNTEN: ‘I Hate This Town’, ‘You Don’t Have To’, ‘Pale Green Ghosts’…

BESTE QUOTE over ‘Why Don’t You Love Me Anymore’: “Ik besef het, het is zowat de onnozelste vraag die je iemand kunt stellen. Want zodra de verliefdheid over is, valt er niks meer te redden. Alleen, ik ben zo’n sukkel die zich daar niet bij neer kan leggen.”

Het levenspad van John Grant, een 44-jarige songwriter uit Denver, Colorado, ging niet altijd over rozen. Niet alleen vocht hij met zijn schromelijk onderschatte band The Czars jarenlang tegen de bierkaai, hij worstelde ook met zijn homoseksuele geaardheid, diverse verslavingen, depressies en zelfmoordneigingen. Enkele jaren geleden stond de man op het punt zijn muzikale carrière voorgoed op te geven, toen de heren van Midlake hem genereus hun studio aanboden en zich als begeleiders opwierpen op wat zijn eerste solo-cd zou worden. De rest is geschiedenis: ‘Queen of Denmark’, waarop Grant een relationele breuk van zich afschreef, viel vooral bij het Britse publiek in goede aarde en werd door het toonaangevende maandblad Mojo zelfs uitgeroepen tot de beste plaat van 2010.

Qua sound sloot het werkstuk naadloos aan bij de softrock van seventies-artiesten als Bread, The Carpenters, Colin Blunstone en Elton John. Het was dus even slikken toen bleek dat John Grant, die inmiddels naar Reykjavik is verhuisd, op het onlangs verschenen ‘Pale Green Ghosts’ stilistisch een bocht van honderdtachtig graden had gemaakt en zijn nieuwe liedjes, met de hulp van Biggi Veira van GusGus, een koel elektronisch jasje had aangemeten. Die nieuwe aanpak deed enigszins geforceerd aan, maar ook tijdens zijn concert in de Botanique volhardde Grant in de boosheid. Hij liet zich assisteren door een vierkoppige band die hoofdzakelijk uit IJslandse muzikanten bestond en de songs consequent van beats en blieps voorzagen.

Tandengeknars
Liefhebbers van ‘Queen of Denmark’ kwamen tijdens het optreden nauwelijks aan hun trekken. Op de setlist prijkte haast uitsluitend materiaal uit ‘Pale Green Ghosts’ en dat veroorzaakte bij ondergetekende regelmatig tandengeknars. Voor alle duidelijkheid: John Grant is een prima songwriter die zijn persoonlijke ontboezemingen over verraad, bedrog, eenzaamheid en gemis met voldoende humor en zelfspot inkleedt om zijn concert voor pathetisch zelfmedelijden te behoeden. Bovendien noemt de Amerikaan de dingen bij hun naam: mocht hij Will Ferdy zijn geweest, dan had hij destijds gewis over ‘Christophe’ gezongen, en niet over ‘Christine’.

Op een bepaald moment vergeleek hij de afstandelijke houding van zijn ex-geliefde zelfs met Agent Orange, een ontbladeringsmiddel dat door de Amerikaanse troepen werd aangewend tijdens de oorlog in Vietnam. Alleen stelde je in de Botanique vast dat Grants teksten dezer dagen aanzienlijk boeiender klonken dan zijn muziek. Zijn croonende zangstijl stond haaks op de gedateerd aandoende, bubbelende synthesizerklanken die het concert in een anachronistisch sfeertje onderdompelden.

Tijdens ‘You Don’t Have To’ en het door bombastische fake-orkestraties ontsierde ‘Pale Green Ghosts’ moesten we, tot onze ontzetting, zelfs denken aan de elektropop van Yazoo en Erasure. Iets geslaagder was de mechanische discofunk van ‘Black Belt’, waarin Grants stem, door het gebruik van een vocoder, een metalig timbre kreeg. Ook ‘Sensitive New Age Guy’, geïnspireerd door en opgedragen aan een vriend van de zanger die zichzelf vorig jaar van het leven had beroofd, had iets van een dancetrack, maar dan wel één waar je niet op wilde dansen.

Dramatiek
Omdat ‘Pale Green Ghosts’ nu eenmaal op twee gedachten hinkt, kwamen ook enkele songs voorbij die aansloten bij Grants solodebuut, zoals ‘GMF’ (voor u het vraagt: de afkorting staat voor ‘Greatest Motherfucker’), de ballad ‘It Doesn’t Matter to Him’ en het best mooie, met akoestische gitaar versierde ‘Why Don’t You Love Me Anymore’. Toch slaagde de groep er nooit echt in een brug te slaan tussen die verschillende muzikale werelden. In ‘I Hate This Town’, over de bekrompen midwest-mentaliteit van Denver, verwees John Grant afwisselend naar Harry Nilsson, Gilbert O’ Sullivan en zelfs ABBA -de baslijn bleek gepikt te zijn uit ‘Chiquitita, één van ’s mans ‘all time favourites’. Het was dan ook een verademing toen hij ‘Glacier’ aansneed: “een song voor iedereen die ooit overhoop heeft gelegen met zijn of haar seksualiteit”.

Het publiek kreeg slechts drie nummers uit ‘Queen of Denmark’ en die had Grant tot het einde bewaard. Jammer dus dat de titelsong haverwege werd getorpedeerd met een dosis misplaatste dramatiek en dat de zanger niet aan de verleiding kon weerstaan ‘Marz’ en ‘Caramel’ om zeep te helpen met lelijke synthsolo’s. Zo verloren de nummers de zeggingskracht die ze, toen Grant in juni 2010 de Rotonde aandeed, nog wél hadden.

Onze teleurstelling was groot, kortom: de formule en de verpakking werkten niet. Mocht dit concert een spelletje Zeegevecht zijn geweest, dan spraken we onomwonden van een slag in het water.

Dirk Steenhaut DE SETLIST: Ernest Borgnine / You Don’t Have To / Vietnam / GMF / Pale Green Ghosts / Black Belt / Sensitive New Age Guy / Why Don’t You Love Me Anymore / It Doesn’t Matter To Him / I Hate This Town / Glacier / Queen of Denmark // Marz / Caramel.


Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content