Ethan Johns @ ABClub: Een topmuzikant in huiskamersetting

Tot voor kort was Ethan Johns enkel bekend bij mensen die de kleine lettertjes op platenhoezen lezen. Maar dezer dagen transformeert de producer zich in een singer-songwriter met een prima debuut-cd, die hij live kwam voorstellen in de AB.

DA GIG: Ethan Johns in ABClub, Brussel op 8/4.

IN EEN ZIN: Behalve een puike producer bleek Ethan Johns ook een uitstekende songwriter en een warme, bevlogen folk- en countrybluesperformer te zijn.

HOOGTEPUNTEN:’Whip Poor Will’, ‘The Long Way Round’, ‘Black Heart’, ‘Revelator’….

DIEPTEPUNTEN: geen.

BESTE QUOTE, als aankondiging van ‘The Turning’: “Dit is een opgewekt liedje over het einde van de wereld. Toegegeven, het is best een triest gegeven. Maar het kan enorm bevrijdend zijn je neer te leggen bij het onvermijdelijke.”

Het is niet overdreven te stellen dat Ethan Johns deel uitmaakt van de Britse rockaristocratie. Zijn vader, Glyn, is een producer die legendarische platen van Dylan, The Band, The Beatles en The Who op zijn palmares heeft staan, terwijl zijn oom Andy als studiotechnicus betrokken was bij lp’s van Jimi Hendrix, Led Zeppelin, The Rolling Stones en Free.

Zelf zat de inmiddels 44-jarige multi-instrumentalist dan weer achter de knoppen bij onder anderen Kings of Leon, Ryan Adams, The Jayhawks, Laura Marling, Ray Lamontagne, Tom Jones, The Vaccines en Kaiser Chiefs. Momenteel sleutelt hij zelfs aan de nieuwe langspeler van Paul McCartney.

U mag drie keer raden waar deze heren het tijdens familiefeestjes zoal over hebben. Of hádden, want Andy Johns stierf eergisteren aan de gevolgen van zijn overmatige alcoholconsumptie. “Wellicht zit hij in de hemel nú al biertjes te hijsen met John Bonham”, monkelde Ethan, die zijn volledige optreden opdroeg aan zijn “hilariously funny uncle”.

Wat weinigen wisten is dat Ethan Johns de jongste twintig jaar, tussen zijn productie-opdrachten door, ook zelf liedjes schreef. Geen idee waarom hij er pas nu mee naar buiten komt, maar de titel van zijn in februari verschenen debuut-cd ‘If Not Now Then When?’ lijkt ons een aanvaardbare uitleg. Het is een prima plaat vol organische, gevarieerde en zeer Amerikaans klinkende rootsmuziek waarop de man zo goed als alles zelf doet, al zijn er bescheiden gastrolletjes weggelegd voor Ryan Adams en Laura Marling.

Behendig op de snaren

Ook in Brussel koos Ethan Johns, vanaf opener ‘Hello Sunshine’, resoluut voor een sobere, intimistische aanpak die vooral zijn songs liet spreken. De artiest bleek in het bezit van een karakterstem die beurtelings herinnerde aan Jakob Dylan, Bill Callahan en Tom Petty in een bezonken bui. De meeste van zijn verhalende, folknummers speelde hij op een akoestische gitaar en daarbij etaleerde hij niet alleen zijn behendigheid als fingerpicker, maar bediende hij zich ook vlotjes van de meest uiteenlopende tunings. De enkele keren waarop hij elektrisch ging, deed hij dat, met behulp van een bottleneck, in het even sinistere als grofkorrelige ‘Morning Blues’ en het nieuwe ‘Black Heart’. Een enkele keer, in het kwetsbare ‘Eden’, begeleidde Johns zichzelf op piano.

Soms probeerde de zanger zijn sound enigszins te pimpen met een drummachine en voegde hij via pedaaltjes een kooreffect, een drone of wat ambient geluiden toe. Dat er daarbij technisch al eens iets mis ging, leek hem niet te deren. Op andere momenten vroeg Ethan Johns het publiek zich voor te stellen dat het een harmonica of een fiddle hoorde, maar zelfs zonder de versieringen van de studioversies bleven zijn introverte liedjes moeiteloos overeind.

Haast alles uit ‘If Not Now Then When?’ kwam voorbij: moderne protestsongs zoals ‘Rally’ of het door Bush en Blair geïnspireerde ‘Red Rooster Blue’; het fraaie ‘Whip Poor Will’, over een nachtvogel die in de mythologie van de Amerikaanse Indianen symbool staat voor de ziel die het lichaam verlaat, en het apocalyptische maar lichtvoetige ‘The Turning’. Dat Ethan Johns nog veel meer in zijn mars heeft dan wat er op zijn eerste cd staat, bleek uit het handvol nog op te nemen nummers op de setlist. ‘Among the Sugar Pines’, het epische ‘The Lo Down Ballad of James Younger’ en het intrieste walsje ‘The Modern London’ deden ons alvast uitzien naar zijn volgende werkstuk.

Nederig

Voorts smokkelde Ethan Johns enkele smaakvolle covers in zijn set. Het begon met de al tientallen keren herschreven folktraditional ‘Corrina, Corrina’. Later schudde hij een magnifieke vertolking van het bij Gillian Welch en David Rawlings betrokken ‘Revelator’ uit de snaren, om de avond ingetogen te besluiten met het van zijn vriend Howie Payne (zie The Stands) gejatte ‘Lay Down Your Tune For Me’. Officieel was het een bisnummer, maar Johns speelde het zonder het podium te verlaten en stak zo de draak met een rockritueel dat inmiddels allang tot een cliché is verworden.

Hoewel de artiest gewend is met sterren om te gaan, stelde hij zich tijdens zijn set, die hij doorspekte met veel humor en onderhoudende verhaaltjes, bescheiden, zelfs nederig op. Voor iemand die tot dusver vooral achter de schermen of als sessiemuzikant had gewerkt (onder meer als toergitarist bij Emmylou Harris), leek Ethan Johns zich in de schijnwerpers niettemin zeer op zijn gemak te voelen. Als toeschouwer voelde je je vooral geprivilegieerd een songwriter van dit kaliber in een huiskamersetting aan het werk te kunnen zien. Johns mag dan een late debutant zijn, die, althans voorlopig, het intieme contact met zijn publiek opzoekt in kleine zaaltjes, in artistiek opzicht is hij méér dan volgroeid. The only way is up.

Dirk Steenhaut

DE SETLIST: Hello Sunshine / Red Rooster Blue / Corrina, Corrina / Morning Blues / Eden / Among the Sugarpines / The Lo Down Ballad of James Younger / Whip Poor Will / Rally / Black Heart / This Modern London / The Turning / Revelator / Long Way Round / Lay Down Your Tune For Me.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content