Damien Rice: De overdrijving als stijlfiguur

Dag 3 Rock Werchter © Wouter Van Vaerenbergh

De Ier Damien Rice bewees in Werchter twee dingen: dat je ook als gevoelige troubadour razend populair kunt worden en dat die populariteit de kiemen van de ondergang in zich draagt. En over dit onderwerp wordt verder niet meer gecorrespondeerd.

Het steeds ongeduldiger wordende gejoel in The Barn gaf aan dat het publiek helemaal klaar voor was voor de komst van Damien Rice. Vooral vrouwelijke fans hielden bordjes omklemd waarop boodschappen te lezen stonden zoals ‘Be my husband’ en ‘Damien, neem me mee backstage want ik heb last van mijn hormonen’. Nu Ben Howard het had laten afweten, was Rice zowat de enige artiest met een hoog knuffelgehalte die nog op het programma stond. En de tsunami van liefde die hij over zich heen kreeg was zo overweldigend dat hij wellicht meer dan eens naar adem moest happen.

Niet onbegrijpelijk allemaal: Damien Rice heeft al drie mooie platen gemaakt en zijn songs hebben voor de luisteraar duidelijk een bijzondere betekenis. We zagen dan ook huilende gezichten in het publiek van dames die, bij sommige van de songs, bepaalde episodes uit hun bestaan opnieuw beleefden. Rice is zelf de eerste om toe te geven dat een dergelijke graad van succes zwaar om dragen is. Het verklaart ook waarom hij, tussen ‘9’ en zijn jongste cd ‘My Favourite Faded Fantasy’, acht jaar heeft gezwegen.

’s Mans optreden in Werchter legde de grote paradox van zijn carrière bloot. Want doordat hij, een beetje ondanks zichzelf, aan een groot publiek appelleert, speelt hij ook op grote podia, waar hij ieder detail in zijn songs dermate moet opblazen dat het zijn werk kapot dreigt te maken. De songs van Damien Rice -de man stond solo, met een akoestische gitaar en een enkele keer met een harmonium op het podium- vereisen eigenlijk de intimiteit en kleinschaligheid van een theater. Enkele maanden geleden bewees de zanger, met een schitterend concert in het Koninklijk Circus, nog hoezeer zijn liedjes gebaat zijn met nuance. En die was in Werchter helaas ver te zoeken.

Damien Rice schreeuwde wanneer hij eigenlijk had moeten fluisteren en bezondigde zich dermate aan overacting dat het, al vanaf ‘Cannonball’, pathetisch en dus genant werd. Misschien chargeerde Damien Rice zo fel omdat hij moeite moest doen om boven het luid meezingende publiek uit te komen. Als je je ogen sloot, waande je je tijdens ‘Nine Crimes’ namelijk op een concert van Scala. De schaarse momenten waarop Rice ons echt wist te overtuigen waren die waarop hij een ingehouden spanning creëerde, zoals tijdens ‘I Remember’ en ‘My Favourite Faded Fantasy’: sober en doorvoeld, maar wel juist gedoseerd.

Dat laatste konden we helaas niet zeggen over publieksfavoriet ‘The Blower’s Daughter’: een uitstekende song, maar genekt door een performance die dermate ‘over the top was’ dat zelfs een doorgewinterde alpinist er duizelig van zou zijn geworden. Het memorabelste moment noteerden we toen de artiest tijdens ‘Volcano’ de toeschouwers in drie segmenten verdeelde en hen verzocht gelijktijdig elk een verschillende passage te zingen. Dat leidde tot een verbluffende canon én tot een moment dat zich vastbeet in je herinnering.

Afsluiten deed Rice met ‘It Takes A Lot To Know a Man’, waarin hij, met behulp van een loop station, diverse vocale en instrumentale lagen op elkaar stapelde en er vervolgens met zijn klarinet overhen speelde. Knap, alleen overspeelde de zanger zijn hand door de truc zo lang uit te melken tot het nummer verpletterd raakte onder het gewicht van zijn eigen bombast.

Het was een bevreemdend contrast: een recensent die zich hoofdschuddend en tandenknarsend stond af te vragen wat Damien Rice in ’s hemelsnaam bezielde en een publiek dat zo enthousiast reageerde dat het met zijn idolatrie amper blijf wist. Tja, muziek is geen exacte wetenschap, natuurlijk. Een messias voor de één is een huilebalk voor de ander. Zelf konden we helaas slechts tot één conclusie komen: jammer van het gejammer.

Dirk Steenhaut

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content