Bony King @ ABBox: De smalle grens tussen ongekunsteld en simplistisch

Bony King © Yvo Zels

Bram Vanparys, de Gentse songsmid die zich vroeger liet aanspreken als The Bony King of Nowhere, keerde onlangs terug uit de VS met een nieuwe cd onder de arm. Het kleinood, dat ‘Wild Flowers’ heet, kreeg zijn vuurdoop op het podium van de AB.

DA GIG: Bony King in ABBox, Brussel op 9/4.

IN EEN ZIN: Bram Vanparys en zijn gezellen speelden zachtmoedige folk- en countryrock die het ene moment kabbelde en het andere inventief werd ingekleurd, maar dat kon niet beletten dat onze gedachten soms vervaarlijk ver afgleden.

HOOGTEPUNTEN: ‘One More Night’, ‘Sleeping Miners’ en de song erna, ‘Maria’, ‘Travelling Man’…

DIEPTEPUNT: het archi-zeurderige ‘Wild Fowers’.

(BESTE) QUOTE (van Bony King, al had hij ook van Phil Bosmans kunnen zijn: “De zon scheen vandaag. De zon is essentieel voor het leven. Net zoals muziek essentieel is voor de meeste mensen in deze zaal. Daarom ben ik zo blij dat jullie allemaal naar de AB zijn gekomen. Merci.”

Zijn vorige plaat klonk nog behoorlijk spartaans, maar voor zijn nieuwe trok de Bony King naar het verre Los Angeles waar hij zijn lot in de handen legde van producer Ryan Freeland, een man die eerder al opnamesessies voor Bonnie Raitt en Ray Lamontagne had gesuperviseerd. Zijn liedjes liet Vanparys voor de gelegenheid inspelen door Amerikaanse topmuzikanten die voordien hun sporen hadden verdiend aan de zijde van Joe Henry, T Bone Burnett, Richard Buckner of Aimee Mann. Allemaal doorgewinterde vaklui met een onberispelijke staat van dienst, dat spreekt. In de studio creëerden ze een naar de vroege seventies verwijzend Americanasfeertje, dat schatplichtig is aan het solowerk van Gram Parsons en de meest pastorale langspelers van Neil Young.

Toch bleef het resultaat en beetje onder de verwachtingen. ‘Wild Fowers’ kabbelt gezapig voorbij zonder dat er ook maar één moment buiten de lijntjes wordt gekleurd. De muziek doet braaf, traditioneel en weinig avontuurlijk aan en tegelijk is de softcountrysaus zo dominant dat je het eigenlijke gerecht niet meer proeft. Daardoor dreigt het nieuwe werkstuk van Bony King -het achtervoegsel Of Nowhere werd inmiddels blijkbaar in een Californische rivier gedumpt- er één van dertien in een dozijn te worden. De spijtige conclusie is dan ook dat ’s mans overzeese avontuur, evenmin als dat van Admiral Freebee, geen echte artistieke meerwaarde heeft opgeleverd.

Geen nieuwe inzichten

De muzikanten met wie Bram Vanparys in Brussel op het podium stond, hoefden bijvoorbeeld nergens onder te doen voor de cast die op ‘Wild Flowers’ te beluisteren valt. Integendeel: vaak slaagden ze er zelfs in de songs van een welgekomen zuurstofinjectie te voorzien. Vooral de veelzijdige gitaar- en lapsteelverrichtingen van Gertjan Van Hellemont (u kent hem als de spil van Douglas Firs) en het knap gedoserde pianospel van Cleo Janse verdienen een positieve vermelding. Beide bandleden droegen bovendien fraaie vocale harmonieën aan.

Alle nummers uit het nieuwe ‘Wild Flowers’ prijkten op de setlist, maar in de loop van de avond zou Bony King ook uit zijn drie voorgaande langspelers putten: veelal traag evoluerende liedjes over het verlangen naar rust en een eenvoudige levensstijl, zon en maan, bloemen en planten, wind en regen, winter en zomer. In tekstueel opzicht kan Vanparys zich niet bepaald meten met grote voorgangers als Bob Dylan, Leonard Cohen of zelfs Ryan Adams. Hij levert geen songs af waar je nieuwe inzichten uit puurt en opereert voortdurend op de smalle grens tussen ongekunsteld en simplistisch.

Wat het nieuwe materiaal vooral van het oudere onderscheidt, is de hang naar country die onder meer tot uiting kwam in ‘Sweet Love’ en ‘Wandering Light’. Bony King is een prima zanger, begiftigd met een heldere, wendbare stem, al klonk die, door zijn frasering in nummers als ‘Wild Flowers’, af en toe op het zeurderige af. In het iets meer uptempo gespeelde ‘One More Night’ herinnerde de instrumentale invulling aan Dylan en kwam de groep op de proppen met een organische, rootsy sound waarin de nooit overdadige maar altijd trefzekere versieringen van Van Hellemont als een streling voor het oor mochten worden beschouwd.

Dynamiek

Echt boeiend werd het pas toen Bram Vanparys en zijn muzikale evenknie allebei overschakelden op elektrische gitaar en Cleo Janse de vleugelpiano ruilde voor een orgeltje. Zo kregen we enkele nummers geserveerd, waaronder ‘Sleeping Miners’, die van een hoogst aantrekkelijke klankkleur werden voorzien en waarin op het scherp van de snee werd gesoleerd. Eén en ander kwam de dynamiek en de broeierigheidsgraad van de set zeker ten goede. Vervolgens verdwenen de muzikanten in de coulissen en haalde Bony King in zijn eentje enkele akoestische nummers boven, zoals het nieuwe ‘River Child’ en enkele oudere publieksfavorieten: de door Leonard Cohen ingefluisterde sterfbedscène ‘The Garden’, ‘Eleonore’ en het folky ‘Travelling Man’. Bram Vanparys diepte ook ‘Maria’ nog eens op: het eerste lied dat hij ooit schreef en hem blijkbaar nog altijd erg na aan het hart ligt, ook al had hij het al zó lang niet meer gespeeld dat hij enkele uren voor het concert nog snel even de akkoorden diende uit te vlooien.

Een ander mooi moment noteerden we toen Bony King, samen met Cleo Janse en Gertjan Van Hellemont, samen rond één microfoon stonden en aan de hand van een (vermoedelijke) folktraditional een sterk staaltje close harmony-zang ten beste gaven. Uiteraard kon ook het van de radio bekende ‘Sad Rosanne’ niet ontbreken, zodat het optreden eindigde zoals het begon: met zachtmoedige countryrock. “Eigenlijk heb ik niet veel te vertellen, alles wat ik te melden heb zit in mijn liedjes”, zei Vanparys, wiens bindteksten nog altijd even knullig en stuntelig overkwamen als enkele jaren geleden. Maar dat vonden we minder erg dan de opstapeling van bijeengestolen clichés in afsluiter ‘Summer Nights’. Bij een zinsnede als “Wait for me at the gates of town” vroeg je je dan weer af in welk tijdperk de Knokige Koning eigenlijk leefde. Is het fysiek overigens mogelijk bij verschillende poorten tegelijk te wachten? Het is maar één van de vragen die ons bezighielden, terwijl onze gedachten onherroepelijk naar een ver elders afgleden.

Bony Kings passage in de AB was beslist niet onaardig, maar de zanger wist ons slechts zelden echt bij het nekvel te grijpen. Bovendien hadden we de indruk dat hij, na zijn eerste twee cd’s met Koen Gisen, zijn artistieke elan en zijn eigen stem een beetje kwijt was geraakt. Jammer. Maar shit happens.

Dirk Steenhaut

DE SETLIST: Standing in the Light / Sweet Love / One More Night / ? / Wandering Light / Wild Flowers / Sleeping Miners / ? / River Child / The Garden / Eleonore / Maria / Travelling Man / ? / Sad Rosanne / At the Gates of Town // Got To Let You Know / Summer Nights.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content