Blonde Redhead @ Botanique: Een traject met pieken en dalen

Blonde Redhead © gf

Blonde Redhead is al meer dan twee decennia een begrip. Toch denkt het in etherische artpop grossierende New Yorkse trio nog lang niet aan ophouden. Zopas bracht het met ‘Barragán’ zijn negende cd uit en ook zijn concert in de Botanique was weer maanden van tevoren uitverkocht.

DA GIG: Blonde Redhead in de Orangerie van Botanique, Brussel op 21/9.

IN EEN ZIN: De groep speelde nu eens geïnspireerd en zinnenprikkelend, dan weer routineus en met de bevlogenheid van de wassen beelden uit het museum van Madame Tussaud.

HOOGTEPUNTEN: ‘Falling Man’, ‘Mind To Be Had’, ‘Spring And By Summer Fall’, ‘Melody’, ’23’.

DIEPTEPUNT: ‘No More Honey’.

BESTE QUOTE van Kazu Makino: “Ik heb rugpijn. Ik word oud. Neen, serieus, het had met die lange, oncomfortabele autorit te maken van euh… Waar speelden we gisteren ook alweer? Zie je wel, ik word oud.”

Cafédiscussies over de kwaliteiten of beperkingen van Blonde Redhead dreigen snel in dovemansgesprekken te verzanden. Dat komt omdat je voortdurend dient te specifiëren over welke Blonde Redhead je het nu precies hebt. De groepsbezetting is sinds ‘Fake Can Be Just As Good’ uit 1997 weliswaar niet meer veranderd, maar de muziek bleef wél de ene transformatie na de andere ondergaan. Was Blonde Redhead aanvankelijk een exponent van de gitaarnoise- en no wave-beweging die werd aangezwengeld door Sonic Youth en DNA, in de loop der jaren zou zijn sound zich achtereenvolgens aanschurken tegen shoegaze, droompop en ijle elektro. Een kameleontisch gezelschap dus: wie de oudste en recentste langspelers van de groep zonder voorkennis na elkaar beluistert, kan nauwelijks geloven dat het om dezelfde muzikanten gaat.

Na zijn vertrek bij 4AD besloot Blonde Redhead in eigen beheer te gaan werken, wat iets gecompliceerder bleek dan verwacht en verklaart waarom sinds ‘Penny Sparkle’ vier jaar voorbij zijn gegaan. Ook de werkwijze van de band werd, door toedoen van producer Drew Brown (zie ook ‘King of the Limbs’ van Radiohead) drastisch bijgestuurd. De songs op de nieuwe cd, die zijn titel ontleent aan de modernistische Mexicaanse architect Luís Barragán (de pleitbezorger van een ‘emotionele’ bouwstijl) steunen in ruime mate op analoge keyboards, zijn minder rijk aan details dan vroeger en doen bij momenten een beetje schetsmatig en contourloos aan. Het is dan ook niet het meest geïnspireerde werkstuk dat Blonde Redhead tot dusver heeft afgeleverd.

Wazig

Niettemin vormde het materiaal uit ‘Baragán’, goed voor acht van de vijftien gespeelde songs, de ruggengraat van de setlist. Het concert werd ingezet met het instrumentale titelnummer uit de nieuwe cd, maar al gauw zou mellotronspeelster en bassiste Kazu Makino -wit jurkje zwarte fedora- de aandacht naar zich toe trekken met haar hoge, tussen Barbie en Birkin zwalkende fluisterstem. Dat leverde wazige pluimgewichtsongs op, zoals ‘Lady M’, het vaag aan My Bloody Valentine refererende maar door schrijnende ideeënarmoede geplaagde ‘No More Honey’ en het al te zweverige ‘Love Or Prison’ (uit ‘Penny Sparkle’), waarin enkel de atonale noisegitaar ons belette finaal in te dutten.

Eigenlijk bestaat er bij Blonde Redhead geen strikte rolverdeling. Simone Pace beperkte zich op het podium nog tot drums, maar zijn tweelingsbroer Amedeo speelde, behalve gitaar, ook bas en keyboards, terwijl Kazu Makino zowel op vier als zes snaren haar vrouwtje wist te staan. Die afwisseling gaf het optreden, zeker op zijn beste momenten, een geheel eigen dynamiek.

Het lang uitgesponnen maar meeslepende ‘Mind To Be Had’, verreweg het sterkste nummer uit ‘Barragán’, dreef op een tranceverwekkend krautrockritme en ook de oudere songs, gezongen door Amedeo Pace, brachten eindelijk wat leven in de brouwerij. ‘Falling Man, ‘Hated Because of Great Qualities’ en het kolkende ‘Spring And By Sumer Fall’ klonken geprononceerd, energiek en opwindend. Dit was eindelijk de Blonde Redhead die ons hart een fractie sneller deed kloppen. Dat ‘Melody of Certain Three’ met richtingloos gepiep begon en pas na enkele minuten ter zake kwam, vergaf je meteen zodra die stekelige gitaarriff in het geluidsbeeld opdook en het trio middels een waaier aan pyschedelische klankkleuren de geest van Syd Barrett wakker riep.

Euforisch

Jammer dus dat Amedeo Pace tijdens de set niet wat vaker zong, want zijn voordracht klonk zoveel dwingender dan die van Kazu Makino. Maar voor u ons van vooringenomenheid beschuldigt, melden we graag dat de chanteuse wél een goede beurt maakte tijdens het geestdriftig ontvangen ‘Melody’ (uit ‘Misery is A Butterfly’), de euforische pop van ’23’ en het even dromerige als ingetogen ‘The One I Love’, waar ze meteen ook van een barok toetsenmotiefje aan toevoegde. Als los zand aan elkaar hangende bisnummers als ‘Defeatist Anthem’ en ‘Seven Two’ verdwenen dan weer in het niets door de hardnekkige mistspuiterij van de groep.

De New Yorkers zetten in de Botanique een bijwijlen sterke, zinnenprikkelende prestatie neer, maar toonden op andere momenten de bevlogenheid van de wassen beelden uit het museum van Madame Tussaud. Een frustrerend traject met ups en downs dus. Wil de échte Blonde Redhead nu eindelijk eens opstaan?

DE SETLIST: Barragán / Lady M / Falling Man / Hated Because Of Great Qualities / Love Or Prison / Mind To Be Had / No More Honey / Spring And By Summer Fall / Melody / Dripping / Melody Of Certain Three // The One I Love / Defeatist Anthem (Harry And I) / 23 / Seven Two.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content