Adam Cohen @ Botanique: De appel valt niet ver van de boom

Adam Cohen © Yvo Zels

Met ‘We Go Home’ bracht Adam Cohen onlangs zijn vijfde cd uit, al ging de meeste media-aandacht naar ‘Popular Problems’ van zijn beroemde vader, dat in dezelfde week verscheen. Maar op het podium van de Botanique gaf de Canadese singer-songwriter aan dat hij dat niet aan zijn hart laat komen.

DA GIG: Adam Cohen in de Orangerie van Botanique, Brussel op 11/10.

IN EEN ZIN: Cohen Jr is een voortreffelijke zanger en liedjesschrijver die ruim voldoende weet te charmeren om het publiek anderhalf uur geboeid te houden.

HOOGTEPUNTEN: ‘Put Your Bags Down’, ‘Sweet Dominique’, ‘What Kind of Woman’, ‘So Much To Learn’…

DIEPTEPUNTEN: geen.

BESTE QUOTE: “Een kruisvaarder die voor lange tijd van huis gaat, doet zijn vrouw een kuisheidsgordel aan, geeft de sleutel aan zijn beste vriend, bestijgt zijn paard en vertrekt. Al na een half uur wordt hij door een andere ruiter ingehaald. Het is zijn vriend: ‘Hey man, je hebt me verdomme de verkeerde sleutel gegeven!'”

“Ik ben 42 en al zeer lang in deze business actief”, vertelde de artiest tussen twee nummers door. “Alleen heb ik er jaren over gedaan om mijn eigen stem te vinden.” Geheel onbegrijpelijk is dat niet. Je zult maar op de wereld worden gezet als zoon van Leonard Cohen, één van de hoogst ingeschatte liedjesschrijvers van de jongste vijftig jaar, en dus voortdurend bloot staan aan vergelijkingen die enkel in je nadeel kunnen uitvallen. De jonge Adam deed er aanvankelijk dan ook alles aan om muziek te maken die zoveel mogelijk afweek van die van zijn pa. Zijn debuut uit 1996 propte hij vol voorgeprogrammeerde elektronica, op zijn tweede cd zong hij uitsluitend in het Frans en zijn derde blikte hij in met de rockband Low Millions. Dat gebeurde allemaal zonder noemenswaardig succes en dus werd ‘Like A Man’ uit 2011 de plaat van de laatste kans.

Cohen Jr was inmiddels al zo ontmoedigd dat hij niet eens meer probeerde tegen zijn dna in te gaan. Dit keer klonk hij weliswaar als een jonge versie van zijn vader, maar de songs waren zo goed en deden zo natuurlijk aan dat het grote publiek hem dit keer wél aan de boezem drukte. Het deed Adam beseffen dat hij zijn naam maar beter met trots kon dragen. Want waarom zou je in godsnaam het benijdenswaardige feit willen verbergen dat je één van de allergrootste songsmeden als leermeester hebt gehad? ‘We Go Home’ is dan ook een titel die boekdelen spreekt: op zijn nieuwe plaat bekent de zanger zich zonder omwegen tot de Cohendynastie. De liedjes zijn niet alleen opgenomen op plekken waar hij zijn jeugd heeft doorgebracht (het huis op het Griekse eiland Hydra waar vader destijds zijn roman ‘Beautiful Losers’ schreef, een woonkamer in Montréal), maar zitten ook vol rechtstreekse verwijzingen naar klassiekers van Leonard, zoals ‘Hallelujah’ en ‘First We Take Manhattan’. Adam Cohen bespeelt, net als zijn ouweheer, een Spaanse gitaar en schrijft expliciet over zijn familie.

Kampvuur

In Brussel verscheen Adam Cohen ontspannen en zelfzeker op het podium. Daarbij liet hij zich omringen door grotendeels dezelfde akoestische groep als op ‘We Go Home’. Veel vrouwelijk schoon dus, met een strijkerstrio dat ook als soulvol koortje dienst deed, en ‘nieuwe aanwinst’ Trish Robb, die zich vooral op (lapsteel)gitaar en een enkele keer op mandoline van haar behendigste kant toonde. De enige man in het gezelschap was Michael Chaves, een multi-instrumentalist (drums, gitaar, bas, toetsen) met wie de zanger vroeger al bij Low Millions speelde en die ook zijn nieuwe plaat had geproducet.

Cohen Jr liet zijn vroegste werk ongemoeid en beperkte zich in de Botanique tot zijn jongste twee cd’s. De set begon vrij sober met ‘Too Real’, dat enigszins werd ontsierd door een elektronische drone, maar waarin de violistes warme accenten aanbrachten. Het van de radio bekende ‘We Go Home’ ging gebukt onder het Coldplay-syndroom: bij het ‘oh-oh-oh’-refreintje en de handclaps lichtte meteen een denkbeeldig kampvuur op, maar vóór het brandalarm afging stuurde de artiest de muziek gelukkig een iets smaakvollere richting uit. Dat deed hij met ‘What Other Guy’ (“over een oude vlam die tegenwoordig samenleeft met… een man met een snor”), waarin de onsterfelijke regel “I see you with nothing on but the radio” voorkwam, en het even luchtige als poppy ‘Don’t Crack’, dat van een aanstekelijke basgroove werd voorzien.

Zoals je mag verwachten van iemand die in Québec is opgegroeid, sprak Adam Cohen vlekkeloos Frans en op een bepaald moment vroeg hij zelfs om de zaallichten aan te knippen, zodat hij kon zien wie er zoal naar zijn optredens kwam. Wanneer je tijdens het solo gebrachte ‘Like A Man’ je ogen sloot, zou je hebben gezworen dat het de jonge Leonard Cohen was die in de schijnwerpers stond. De appel valt nu eenmaal niet ver van de boom. Maar met het schitterende ‘Sweet Dominique’, een flirterig duet met Trish Robb, bewees Adam dat hij als songwriter best wel op zijn eigen benen kan staan.

Informeel

De man had trouwens voldoende trucjes in de vingers om zijn concert van voldoende reliëf en dynamiek te verzekeren. Zo zong hij ‘What Kind of Woman’ door een telefoon en kreeg hij tijdens het vingerknippende ‘Love Is’, waarvoor hij aan het klavier plaatsnam, het publiek zelfs aan het zingen. Tja, je hoeft maar te doen alsof de toeschouwers in Kopenhagen of Amsterdam iets méér bij de pinken zijn, en iedereen doet mee. Werkt altijd. ‘Beautiful’ tenslotte, droeg Adam Cohen op aan zijn zevenjarige zoontje Cassius. “Hij heet zo omdat ik een bewonderaar ben van de bokser Cassius Clay, alias Mohammed Ali. Maar mijn rabbi was er niet blij mee dat ik hem Mohammed Cohen wilde noemen”, grapte de zanger.

Tijdens de bissen werd de informele sfeer, waarin ‘We Go Home’ tot stand kwam, nagebootst door de groep met slechts twee microfoons te laten spelen. Dat werkte uitstekend in ‘So Much to Learn’ en iets dat vermoedelijk ‘Turn on the Sun’ heette. Cohen meldde dat hij dat nummer nog nooit eerder live had gespeeld en hij het pas enkele uren eerder, tijdens de soundcheck, voor het eerst met zijn gezellen had uitgeprobeerd. ‘Uniform’, met de imperatief ‘Raise your voice if you’ve got one”, kondigde hij dan weer aan als ingefluisterd door John Lennons ‘Give Peace A Chance’.

Uit deze en andere teksten bleek dat Adam Cohen, zeker qua poëtische vermogens, in zijn vader voorlopig zijn meerdere moet erkennen. Dat is geen schande, want iets soortgelijks kun je zeggen van 98 procent van de artiesten die dezer dagen naar de gunsten van het publiek dingen. Maar in de Botanique zagen we in ieder geval een natuurtalent aan het werk. Eentje dat jaar na jaar een beetje rijper wordt en dus een mooie toekomst tegemoet gaat.

Dirk Steenhaut

DE SETLIST: Too Real / Put Your Bags Down / We Go Home / What Other Guy / Don’t Crack / Like A Man / Sweet Dominique / What Kind of Woman / Love Is / Beautiful // So Much To Learn / Turn On The Sun / Uniform.

Adam Cohen is vanavond nog te zien on Het Depot in Leuven.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content