‘The Cautionary Tales of Mark Oliver Everett’ van Eels: Uitstekende plaat

Het enige wapen waarmee de man genaamd E de buitenwereld nog eens met verstomming zou kunnen slaan, is een regelrechte draak van een plaat. Dat is The Cautionary Tales of Mark Oliver Everett alweer níét.

Eels **** The Cautionary Tales of Mark Oliver Everett

pop / E Works/PIAS

Als uit het bovenstaande ondankbare gelatenheid opstijgt, of de plompe suggestie ‘daar zul je hem weer hebben’, dan is die ingefluisterd door de macht der gewoonte, een zwart beest waarvoor Eels nu eenmaal een tikkeltje vatbaarder is dan veel collega’s.

Ligt dat aan Mark Everetts uit tienduizenden herkenbare stem? Of is het zijn muziek die de vingerwijzing verdient, zoals ze uit het drielandenpunt tussen indierock, classicistische pop en bedaarde electronica wordt gewonnen? Of heeft de modale luisteraar zich een keer te vaak afgevraagd wat er in hemelsnaam nog bij te leren valt over dit door ellende belaagde heerschap – iets wat hij zelf al niet breeduit heeft onthuld in tientallen pijnlijk openhartige songs?

Laat er desondanks geen onduidelijkheid over bestaan: The Cautionary Tales of Mark Oliver Everett is een uitstekende plaat. Alleen al voor die ene, gekreunde, door merg en been snijdende regel: ‘I thought I’d have some answers by now.’ Eenenvijftig is Everett al, maar zelfs na een bestaan dat – geen kat die het nu nog niet weet – door tragische sterfgevallen, relatiebreuken en depressies is gemarkeerd, is hem dat schamele peertje in de spirituele duisternis niet gegund.

Het kan haast niet anders of Everett wordt door zijn eigen miserie aangetrokken als een bij door rot hout. Ter herinnering: de vorige plaat van Eels heette Wonderful, Glorious, en de inhoud was over het algemeen navenant. Dus waarom opnieuw zo’n samenklontering van diepe overpeinzingen en genadeloze zelfkritiek, zo’n dissectie van rauwe zenuwen? De zoektocht naar die antwoorden, wellicht.

Is dit dan helemaal een pas op de plaats, een zoveelste raconte van hartzeer en snakken naar loutering? Vormgegeven met een veelheid aan zachte instrumentale penseeltrekken, symfonisch orkest op kousenvoeten incluis? Ja en neen. Omdat Everett de songs rond een enkele, zelf opgeblazen liaison heeft geschreven, vormt de plaat een fraai afgeronde, zelfonderzoekende casestudy. De overtuiging dat E als zanger en songschrijver zijn eigen beste psychiater is, gaat weliswaar finaal aan diggelen: ‘The life that I’ve lived, I’m better off dead / The world has no room for my kind.’

Dat Mark Oliver Everett überhaupt Abraham heeft gezien, wijst er niettemin op dat hij zijn zielige zelf keer op keer uit menige tranenplas heeft weten op te tillen. ‘I’ve got a good feeling about where I’m going’, verzekert hij aan het eind.
Het zal wel.

Kurt Blondeel

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content