Beirut: Oude wijn, nieuwe Zach

Zach Condon aka Beirut is niet meer zomaar een adept van Oost-Europese volksmuziek, hij is nu zélf een transcontinentale volksmuzikant.

Beirut ***

The Rip Tide

Balkanfolk

Pompeii Records

Trompetgeschetter! Klaroengeschal! De nieuwe Beirut est arrivé, en veel passender dan met een flinke stoot op een excentriek blaasinstrument kan die blijde mare niet worden ingeleid. Immers: Beirut is nog steeds de wondere wereldreiziger die allerlei welluidends doet met Balkanmuziek en zigeunerfolk, wat in de praktijk niet zelden neerkomt op een barok samenspel van hoorns, tuba’s, sousafoons en nóg een stuk of wat instrumenten waarvoor een bovengemiddelde longinhoud vereist is. Nope, het zijn lang niet alleen longdrinkglazen en crackpijpen waaraan muzikanten tegenwoordig hun lippen zetten!

Maar passons: sinds de single Nantes in onze contreien onverhoopt een hitje werd, heeft quasi iederéén een meninkje over de gypsyfolk van Beirut. En die zijn niet allemaal even positief: wij kennen alleszins mensen die er even hysterisch van weglopen als u en wij van de gemiddelde Jan Verheyen-prent. Maar zelf blijven we Beirut – Zach Condon, pour les intimes – teder aan de borst drukken. Al was het maar omdat zijn potpourri van mediterrane en Oost-Europese volksdeuntjes zonder meer aanvoelt als een weldadige bries in een muzikaal volstrekt windstil tijdvak. Of anders gezegd: omdat zijn folkloristische melange radicaal afwijkt – durft af te wijken – van alle onderling inwisselbare pop- en rockgroepjes die via de geijkte audiokanalen gedurig door onze buis van Eustachius worden geramd.

Maar toch: Zach Condon maakt het zelfs zijn trouwste fans niet gemakkelijk, want een crowdpleaser he ain’t. Na debuut Gulag Orkestar en opvolger The Flying Club Cup trakteerde hij zijn gestaag aangroeiende fanbase zowaar op een conceptuele dubbel-ep, waarop behalve een opvallende cross-over naar Mexicaanse fanfaremuziek vooral de elektronische instrumentals en psychedelische keyboardmotiefjes in het oor sprongen. En toegegeven: ook wij waren hem even kwijt.

The Rip Tide, plaat nummer drie en de feitelijke opvolger van The Flying Club Cup, is wél weer een schot in de roos. Deze keer geen stijloefeningen in klezmerjazz zoals op Gulag Orkestar. Geen genre-experimenten met Franse trekzakmuziek zoals op The Flying Club Cup. En ook geen vingeroefeningen in Mexicaanse bruiloftwalsjes zoals op kant A van March Of The Zapotec/Holland. Neen, in zijn transcontinentale zoektocht naar allerlei muziekjes des volks heeft Zach Condon al die stijlen en genres gesublimeerd in een eigen muzikaal universum. Een beetje zoals Tom Waits dat in de jaren 80 deed op platen als Rain Dogs en Swordfishtrombones.

Instrumentaal is The Rip Tide soberder opgevat dan zijn voorgangers. De rudimentaire arrangementen van piano, trompet en akoestische gitaar of ukulele worden slechts occasioneel aangevuld met orgel, strijkers, trombone of accordeon. Compositorisch is deze derde langspeler dan weer rijker geschakeerd. Geen overdaad aan walsjes meer zoals op The Flying Club Cup, maar een aangename afwisseling van up- en mid-temposongs – voor een béétje creatieveling is Santa Fe zelfs min of meer dansbaar!

Beirut doet dat goed. De ene blaaskaak is gelukkig de andere niet.

Vincent Byloo

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content