Band van de Dag #52: Elbow

Michael Ilegems
Michael Ilegems Chef van Knack Focus en KnackFocus.be

Op 10 maart landt de zesde van Elbow: ‘The Take Off and Landing of Everything’, een plaat tegen de midlifecrisis. Zanger Guy Garvey: ‘Ik ben bijna 40 en nu al ruim 20 jaar voortdurend aan het feesten. Ooit zal ik daar een prijs voor moeten betalen. Maar nu nog niet.’

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Elbow was ooit een band die de cultstatus nooit leek te zullen ontgroeien, maar heeft met het grootse ‘The Seldom Seen Kid’ (2008) en de meer ingetogen opvolger ‘Build a Rocket Boys!’ een hoge vlucht genomen. De nieuwe plaat gaat over opnieuw landen: het nakende veertigerschap en de bijbehorende levensvragen, echtscheidingen, geboortes, verloren gegane vriendschappen… Maar ook over de liefde, ditmaal niet die voor thuisbasis Manchester, wel die voor uitvalsbasis Manhattan. ‘Oh my god New York can talk / somewhere in all that talk is all the answers’: u hebt het Guy Garvey ongetwijfeld al horen zingen op de radio.

Volgens Garvey waren de opnames van ‘The Take Off and Landing of Everything’ een gear change voor de groep. ‘We hebben na meer dan twintig jaar onze werkwijze veranderd. Een bizarre ervaring’, zegt hij in Knack Focus. ‘In plaats van altijd met z’n vijven op hetzelfde moment de studio in te trekken, hebben we deze keer alleen of in kleinere groepjes gewerkt. Voorheen kwamen we samen op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag, voor deze plaat nam ieder van ons een andere dag vrijaf. Daardoor ontstond er een nieuwe dynamiek, en kregen we meer werk verzet. Natuurlijk hebben we de belangrijke knopen wel samen doorgehakt.’

Heeft die andere werkwijze ook tot een ander soort plaat geleid? Garvey: ‘Ik denk van wel. De eerste versie van ‘The Blanket of Night’, het slotnummer, hebben we in twintig minuten geschreven. Gewéldige song, maar zo hadden we er al te veel gemaakt. Dus hebben we de muziek compleet binnenstebuiten gekeerd. Het moet uiteindelijk zowat het meest experimentele nummer op de plaat zijn geworden.’
‘Ook ‘Charge’ is on-Elbow: pure hiphop. Een vette beat en een eenvoudige baslijn, meer heeft het niet om het lijf’, vult gitarist Mark Potter aan. ‘We hebben er een echte drumpartij op proberen te plakken, maar dan had het niet meer dezelfde feel.’

‘Fat dads on pills’

‘I’m reaching the age when decisions are made’, luidt het in ‘Fly Boy Blue / Lunette’. Maar bang om veertig te worden is Garvey naar eigen zeggen niet. ‘Ik ben eerder bevreesd om de dingen die me dierbaar zijn te verliezen: niet meer kunnen werken, niet meer kunnen zingen, mijn vrienden niet meer kunnen zien, niet meer kunnen reizen wanneer ik het wil. Ik ben intussen al ruim twintig jaar voortdurend aan het feesten. Ik ben er zeker van dat ik daar ooit een prijs voor zal moeten betalen. Maar fuck that, nu nog niet.’ (lacht)

Van een midlifecrisisplaat durft de Elbowzanger niet te spreken. ‘Crisis is een groot woord, maar het klopt wel dat ik me tijdens de opnames van dit album veel vragen gesteld heb. Sta ik waar ik had willen staan? Wat wil ik nog met mijn leven aanvangen? Grappig wel: sommige vrienden die in de jaren negentig in ons clubje van stoners vertoefden, zitten nu op Ibiza pillen te slikken en naar dancemuziek te luisteren. Ze noemen zichzelf de ‘fat dads on pills’. Ik snap niet dat ik ooit heb kunnen denken dat onze generatie gespaard zou blijven van een midlifecrisis. Niet dus. (lacht)

Hoe buitensporig is het leven van veertigjarige rockers nog? ‘Eerlijk: wij doen geen enkel facet van onze job nuchter’, lacht Garvey. ‘We hebben één keer volledig nuchter op het podium gestaan. Heel vreemd, alsof er een bandlid ontbrak’, zegt Potter.

Oude socialist

Toch gaat Garvey dezer dagen liever in beperkt gezelschap op café om een goed gesprek te voeren. En om songs te schrijven. ‘In de begindagen van Elbow zat ik heelder dagen te schrijven in het hoekje van een café in Manchester. Dat lukt me nu niet meer, ik word te vaak herkend. In New York kan dat wel, want in Amerika zijn we minder beroemd. Ik ben de afgelopen twee jaar heel regelmatig naar New York gereisd – in totaal heb ik er drie tot vier maanden doorgebracht, het is mijn tweede thuis geworden. Dan ging ik met mijn notitieboekje in een restaurant zitten om de mensen te bestuderen: allemaal fotografen, schilders of muzikanten. Ze babbelden heel gepassioneerd over alles wat ze gezien of gelezen hadden: ‘Oh my god, die film is fucking gewéldig!’ Ik herinner me nog goed dat ik zelf in zulke kringen vertoefd heb – toen wij begin jaren negentig met Elbow begonnen, ging het er in Manchester exact zo aan toe – maar nu voel ik me er te oud voor. In dat New Yorkse restaurant zagen ze mij als de vriendelijke Brit die elke dag langskwam. Meer wisten ze niet over mij. En dat was oké.’

New York heeft Guy Garvey duidelijk geïnspireerd. ‘Het lijkt wel alsof alle mensen op aarde in Manhattan vertegenwoordigd zijn en ze nog allemaal met elkaar kunnen opschieten ook. De meeste illegalen hebben er recht op gezondheidszorg omdat ze gelijkwaardig zijn aan de modale burgers. Heel inspirerend voor een oude socialist uit Manchester, waar het armoedeniveau alsmaar hoger ligt, in een land waar de regering maar weinig sympathie toont voor de problemen van haar burgers.’

‘Onze overschotjes zijn voor Massive Attack’

Garvey heeft Elbow nu al 23 jaar weten samen te houden. ‘Deze band bestaat niet uit één ego dat de rest op sleeptouw neemt. Ik heb de vaardigheden, de contacten en het materiaal om een soloplaat te maken, maar ik zou gewoon niet uit mijn bed raken als de groep me niet zou vragen: ‘Om hoe laat spreken we af?’ (lacht) Mark Potter houdt er naast Elbow nochtans wel een bluesgroepje op na. ‘Dat is altijd zo geweest. Maar als ik met een gitaarriff kom aanzetten die écht goed is, spaar ik die op voor Elbow. Anders heb ik het gevoel dat ik vreemdga (lacht).’ Guy Garvey bevestigt: ‘Je beste werk is voor de band, dat is onze enige regel. Een paar jaar geleden vroeg Robert Del Naja van Massive Attack me of ik het zag zitten om met hen samen te werken. Voor ik op de trein richting Bristol sprong, heb ik mijn notitieblokken van de voorgaande drie à vier jaar bij elkaar geraapt. Ik heb het Rob nooit verteld, maar voor mijn werk met Massive Attack heb ik uitsluitend overschotjes gebruikt; stukjes tekst die nooit een Elbow-song gehaald hebben.’

Op ‘The Take Off and Landing of Everything’ zingt Garvey over de relatie met zijn ex Emma Jane Unsworth, een schrijfster. ‘De plaat gaat niet alleen over de romance zelf, maar ook over de breuk. Ik geloof niet dat de beste liefdesliedjes alleen tot stand komen als je ofwel verliefd ofwel verdrietig bent. Ik heb acht geweldige jaren met Emma beleefd, en we zijn op een heel vredevolle manier uit elkaar gegaan. Ze brengt in mei een nieuw boek uit en volgens mij wordt het fucking great!’ Waarover dat boek gaat? ‘Een schrijfster die verloofd is met een muzikant (lacht).’ Garvey heeft voorlopig enkel een kladversie gelezen. ‘Ik heb haar onlangs gevraagd wanneer ik de rest mag lezen. ‘Als het manuscript klaar is’, zei ze. En toen ik vroeg of er passages in staan waar ik me zorgen over moet maken, antwoordde ze: ‘Ik heb een stukje poëzie van jou gepikt.’ Het grappige is: het betreffende streepje tekst – ik ga je niet vertellen welk – lag op dat moment op het schap, het ging de plaat niet halen. Maar omdat ik niet wilde dat zij met de eer zou gaan lopen, heb ik het opnieuw ingezongen. (lacht)’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content