20 jaar Olla Vogala: ‘En daar mogen er nog 20 bijkomen’

© Facebook

Olla Vogala, de Gentse bigband die ooit begon als een grap, bestaat twintig jaar en daar hoort natuurlijk feest bij. Vrijdag trakteert ze op een concert in de Handelsbeurs in Gent, waar ook een nieuw album zal worden opgenomen.

De band ontleent haar naam aan één van de oudst overgeleverde Nederlandse zinnen en wordt niet graag geassocieerd met één bepaald muziekgenre: ‘Wij houden ergens het midden tussen klassieke muziek, jazz, folk en etnische muziek’. Een gesprek met de bezieler van het project, Wouter Vandenabeele.

Jullie worden soms een folkband genoemd, dan weer de bigband van de wereldmuziek. Hoe zou je zelf Olla Vogala omschrijven?

Ik vind het niet erg om een folkorkest genoemd te worden, maar dan moet je het wel in de brede context zien. Wij houden ergens het midden tussen klassieke muziek, jazz, folk en etnische muziek. Maar eigenlijk vind ik niet dat het mijn taak als muzikant is om er een term op te plakken. Dat laat ik liever over aan kunstcritici en journalisten.

De term ‘wereldmuziek’ vonden platenfirma’s in de jaren tachtig uit omdat ze een vakje nodig hadden om die muziek kwijt te kunnen. Eigenlijk slaat die verzamelterm nergens op, want het gooit onder andere klassieke Indische muziek, Afrikaanse pop en andere etnische muziek op een hoopje. Maar dat geef me natuurlijk wel de mogelijkheid om er mijn goesting mee te doen. (lacht)

Halen jullie met Olla Vogala de mosterd uit andere culturen omdat België arm is aan traditionele muziek?

‘Ik vind het belangrijk om veel te reizen en de culturen echt te leren kennen, zodat we niet vervallen in een soort exotisme’

Het is inderdaad zo dat de traditionele muziek bij ons in de vergetelheid is geraakt. De grootste reden daarvoor is dat België heel snel geïndustrialiseerd was en mensen in de 19e eeuw massaal van het platteland naar de steden trokken. De volksmuziek die ontstaan was op het platteland vond maar weinig ingang in de steden omdat instrumenten zoals de viool te stil waren om op grote feesten te spelen. Toen zijn de fanfares meer opgekomen. Een groot contrast hiermee is bijvoorbeeld Zweden, dat tot de Tweede Wereldoorlog heel agrarisch is gebleven en dus een rijke volkstraditie heeft behouden.

Er is nog een andere reden waarom wij niet zoiets hebben als een grote Vlaamse traditie. België ligt op een kruispunt in Europa en is doorheen de eeuwen bezet geweest door Frankrijk, Oostenrijk en Spanje en dat heeft ook cultureel zijn sporen achter gelaten. Dat is ergens jammer, maar het zorgt er wel voor dat België altijd een interessante muziekscene heeft gehad, niet alleen in de folkmuziek.

Olla Vogala ademt multi-etniciteit en diversiteit. Naast Belgische muzikanten staan vrijdag muzikanten uit Turkije, Irak, Senegal, Syrië en Slowakije op het podium. Hoe komen jullie met zoveel verschillende culturen tot een muzikaal compromis?

Dat gebeurt op een heel organische manier. Eerst en vooral vind ik het belangrijk om veel te reizen en de culturen echt te leren kennen, zodat we niet vervallen in een soort exotisme. Als je bijvoorbeeld niet weet dat Turkse muziek met kwarttonen werkt, dan zou je kunnen denken dat ze vals spelen. Zonder elkaar te imiteren proberen we uit elke cultuur iets aan elkaar te bieden. In de westerse klassieke muziek hebben wij qua harmonie heel veel te bieden, terwijl het Oosten ons op melodisch en ritmisch vlak heel veel kan leren. Soms werkt die combinatie, soms niet. Trial and error dus.

‘Onze werkwijze is sterk geu0026#xEF;nspireerd op Duke Ellington, die muziek schreef specifiek gericht op muzikant’

Maar omdat we met een grote bezetting werken – vrijdag staan we met 18 muzikanten op het podium – is er iemand nodig die beslissingen neemt. Hierin vervul ik de rol van eindregisseur. Die werkwijze is trouwens sterk geïnspireerd op Duke Ellington, die muziek schreef specifiek gericht op de muzikant. Door aandacht te hebben voor alle individuele stijlen ontstaat ook bij Olla Vogala een unieke sound.

De bezetting van Olla Vogala heeft doorheen de jaren veel afwisseling gekend. Welke nieuwkomers horen we op het nieuwe album?

Sinds een half jaar werk ik met een compleet nieuwe strijkersectie. Twee fantastische cellisten, Lode Vercampt en Jasmijn Lootens zijn erbij gekomen, alsook violiste Liesbeth Lambrecht. Een andere violist, Shalan Alhamwy, is Syriër en kwam hier een jaar geleden als vluchteling toe. Liefdadigheid of niet, het is een fantastische violist die ik de kans wou geven om zijn muzikale carrière hier verder te zetten.

Daarnaast is een andere Syriër, de oed-speler Elias Bachoura, ons komen vervoegen. Door zijn studies Arabische muziek in Damascus en compositie in Brussel is hij perfect thuis in twee werelden. Hij is dus een soort tolk van de groep, die de oosterse en westerse tradities nog meer kan verbinden.

Betekent het komende optreden en de albumopname een mooie afsluiter van twintig jaar Olla Vogala of mogen er nog twintig jaar bijkomen?

Een terugblik is het niet echt, want we staan met veel nieuwe muzikanten op het podium en we spelen bijna uitsluitend nieuwe composities. De bedoeling is om volgend jaar op tournee te gaan, maar momenteel zijn er nog geen concrete plannen. Het enige nostalgische aan 20 jaar Olla Vogala is eigenlijk dat we na onze eerste live album vijftien jaar geleden terugkeren naar de Handelsbeurs. Maar om op je vraag te antwoorden: wat mij betreft is Olla Vogala klaar voor de komende twintig jaar.

Voor de (laatste) tickets voor het concert in de Handelsbeurs, klik hier.

Olivia Vandeweghe

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content