De technologie werd aangekondigd als zijnde de grootste vernieuwing sinds de kleurentelevisie, maar de consumenten lusten de 3D-tv niet. Dat meldt de website Wired.
In de Verenigde Staten werden sinds de lancering vorig jaar nog maar zo’n 3 miljoen televisies verkocht met een 3D-functie. Dat cijfer ligt veel lager dan eerst verwacht. Volgens fabrikant Panasonic zijn er verschillende redenen voor de makke verkoop van 3D-televisies.
Eerst en vooral klagen veel mensen over een gebrek aan comfort bij het bekijken van een driedimensionale film. Sommigen hebben last van hoofdpijn en vermoeide ogen, en ook de brilletjes zijn consumenten een doorn in het oog. Er bestaan wel al televisies die deze dingen niet nodig hebben, maar deze technologie staat echt nog in de kinderschoenen.
Bovendien betekent een 3D-optie ook bijna automatisch een duurder toestel. Niet iedereen is bereid om die meerprijs op te hoesten voor een extra dimensie.
En dan is er nog een gebrek aan kwaliteit. Lang niet elke film biedt een 3D-ervaring die zo goed is uitgevoerd als ‘Avatar’. Veel mensen vragen zich ook af of 3D wel degelijk een meerwaarde biedt aan de filmervaring, zelfs al zit de conversie technisch goed.
De fabrikanten vestigen hun hoop dan maar op televisieprogramma’s in 3D. Voorlopig zijn het vooral sportuitzendingen die in drie dimensies worden uitgezonden.
Desondanks zullen er volgens onderzoeksbedrijf iSuppli tegen 2015 zo’n 160 miljoen 3D-televisies verkocht zijn. Voorspeld wordt dat 3D een functie zal worden zoals bijvoorbeeld internet: iets dat veel mensen wel leuk vinden als bijkomstigheid, maar waarmee het toestel niet staat of valt. (MD)
