De New Yorkse doorbraaklichting van 2009 blaast dit jaar opnieuw verzamelen: na Dirty Projectors en Animal Collective is het de beurt aan Grizzly Bear om de draad weer op te pikken. ‘We hebben opnieuw moeten leren een groep te zijn.’

Bijna was hij in de vuilnisemmer beland, die nieuwe Grizzly Bear. Niks te maken met de kwaliteit van de songs – die ontsluieren op Shields per luisterbeurt alweer hun grote klasse – maar wel omdat het persexemplaar gecamoufleerd was als ‘False Salmon’ van ‘The Toddies’, compleet met fictieve tracklisting. Een trucje om internetpiraten en grijpgrage postbeambten op een verkeerd been te zetten, maar pas na twee weken onderaan in de stapel ‘als-ik-even-tijd-heb’ hadden we de grap door.

Chris Taylor (bas/zang): Sorry voor de verwarring.

Het is niks, het zijn jullie die binnenkort in pakweg Japan mogen uitleggen wie het hoofdpersonage uit The Ballad of Jim Chico is.

Taylor:(lacht) Weet je wat een Jim Chico is? Neem een flesje spuitwater, giet ongeveer een derde uit en voeg dan Jim Beam-whiskey en een limoen toe. Hebben we opgepikt toen we met de band in Texas zaten, heel verfrissend.

Wat hebben jullie in Texas, behalve drinken, nog gedaan?

Daniel Rossen (gitaar/zang): De bedoeling was er de nieuwe plaat op te nemen, maar uiteindelijk draaide het uit op, euhm…

Taylor: Veel te veel Jim Chico’s drinken!

Rossen: We zullen het maar een valse start noemen. Na de release van Veckatimest en het vele toeren hadden we allemaal nood aan wat tijd apart. Ed (Droste, zanger, nvdr.) is getrouwd en heeft veel gereisd, ikzelf ben upstate getrokken en heb een ep met mijn eigen liedjes bij elkaar geknutseld, en Chris heeft met CANT zijn soloproject uit de grond gestampt. Na een jaar afkicken van elkaar was het even wennen aan elkanders aanwezigheid. We moesten opnieuw leren een groep te zijn.

En Texas was daar de uitgelezen plek voor?

Rossen: West-Texas is een prachtig stukje ruraal Amerika met een inspirerend, erg dramatisch landschap. We logeerden in Marfa, een petieterig klein stadje dat in de jaren zeventig door beeldhouwer Donald Judd omgevormd is tot een soort kunstenaarscommune. Verspreid over het domein staan indrukwekkende, minimale kunstwerken en alle gebouwen zijn in hun originele staat gerestaureerd. Wij mochten er beschikken over een oude legerkazerne waarvan de hal door lokaal gestationeerde GI’s beschilderd was met primitieve vergezichten. Een apart sfeertje, en zo hebben we het graag.

Taylor: Bovendien waren we zowat van de buitenwereld afgesloten door de vele bosbranden in de buurt en werden er overal in de staat hitte- en droogterecords gebroken. Dus daar zaten we in die beschilderde hal in stilte naar elkaar te staren, als een stel verwarde pubers bij het begin van het schooljaar. (lacht) We hebben vooral véél gepraat en elkaar afgetast. Uiteindelijk hebben alle songs die de plaat hebben gehaald pas vaste vorm gekregen in Cape Cod, in de blokhut waar we ook Veckatimest gemaakt hebben.

Rossen: Zo zit het bij Grizzly Bear: wat er ook gebeurt, we eindigen altijd in een blokhut. (lacht)

Hoe liggen de rolverdelingen normaal gezien bij Grizzly Bear? Jullie beiden zijn pas na het eerste album in de groep gestapt.

Rossen: Iedereen schrijft songs, iedereen houdt er een sterke mening op na en iedereen heeft evenveel in de pap te brokken. Zo is het altijd geweest. Normaal gezien vullen we elkaars sterktes en zwaktes automatisch aan, maar nu duurde het gewoon een tijdje voor die natuurlijke dialoog opnieuw op gang kwam.

Geen schrik dat je beste kruit verschoten was door tussendoor solo je ding te doen?

Taylor: Daar kan ik kort over zijn: terwijl alle anderen op vakantie waren, moest ik me zo nodig in een ander avontuur storten. Achteraf gezien geen goed idee. Die plaat met CANT is er veel te snel gekomen, ik heb er achteraf gezien een beetje spijt van.

Rossen: Ik zat met een aantal liedjes die helemaal af waren, dus waarom ze niet meteen ook opnemen? Bij Grizzly Bear kom ik niet aandraven met materiaal waar al een uitgewerkte kop en staart aan hangen, elk lid moet vroeg of laat zijn inbreng kunnen hebben. Daarom zijn onze songs als open vragen, met veel ruimte voor interpretatie.

Jullie hebben sinds het succes van Veckatimest een groter en duidelijk publiek voor ogen. Heeft zoiets invloed op het opnameproces?

Taylor: (gespeeld monkelend) Duidelijk niet, anders hadden we wel wat meer catchy songs geschreven.

Rossen: Ik heb onlangs een concert gespeeld met Van Dyke Parks, een groot en wijs man. Die verwoordde het mooi: is het niet fantastisch hoeveel pluimen er nodig zijn om een Hawaïaanse jas te weven?

En waar slaat dat precies op?

Rossen: Geen idee, dat moet je aan Van Dyke Parks vragen. (lacht uitbundig)

Taylor: ‘Elke dag die begint met een bos vers geplukte madeliefjes is een goede dag’, heeft hij dat ook niet gezegd?

Rossen: En gelijk heeft hij! Had je eigenlijk nog vragen, beste kerel?

Ja, eentje voor Chris: hoe zit het met dat restaurant dat je ging openen in New York?

Taylor: Dat voornemen is voor onbepaalde tijd in de diepvries verdwenen. Het laatste wat ik nu nodig heb, zijn meer projecten op mijn vork. De komende drie jaar zit ik opnieuw met drie dezelfde kerels opgescheept, en zoals je kunt opmaken uit ons gesprek is dat al lastig genoeg. (lacht) Nee, serieus: als ik één ding geleerd heb tijdens de opnames van Shields is dat je een goede groepsband nooit als vanzelfsprekend mag beschouwen. Want áls het klikt, is dat het mooiste wat er is.

Shields van Grizzly Bear

Vanaf 17/9 via Warp/V2.

door Jonas Boel

‘Van Dyke Parks zegt het mooi: is het niet fantastisch hoeveel pluimen er nodig zijn voor een Hawaïaanse jas?’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content