Laurent Garnier, een van de markantste deejays en producers uit het clubcircuit, slaat met ‘The Cloud Making Machine’ een compleet andere richting in. ‘Ik dacht: niemand verkoopt vandaag nog platen, dus waarom niet?’

‘THE CLOUD MAKING MACHINE’

UIT OP 31/1 BIJ PIASHet vierde album van de voormalige sous-chef van de Franse ambassade in Groot-Brittannië – hij zou nog gekookt hebben voor Margaret en Diana – klinkt compleet anders dan wat Laurent Garnier de wei van Werchter vier jaar geleden voorschotelde, toen hij Guns N’ Roses verving als afsluiter op het hoofdpodium. De Franse producer had toen net het uitstekende album Unreasonable Behaviour op de mens losgelaten en alleen al de jazzy single The Man with the Red Face deed de festivalbezoekers sudderen in hun eigen nat.

Vier jaar later komt Garnier op de proppen met het conceptuele The Cloud Making Machine, een donkere maar daarom niet minder toegankelijke plaat die nu eens als de soundtrack voor een film van Sofia Coppola kan dienen en dan weer onbeschroomd herinnert aan de Stooges en de Velvet Underground. ‘Als je de verschillende nummers in een film zou willen stoppen, heb je een contrastrijk curiosum nodig met niet enkel intense momenten, maar ook een flink aantal rustpozen’, vertelt een (grappig) verstrooide Garnier ons in zijn Brusselse hotelsuite. ‘Requiem for a Dream zou subliem zijn! Fucking strong as hell!’

De peetvader van alles wat in Frankrijk naar house en techno ruikt, staat al meer dan vijftien jaar aan de top van het internationale clubfirmament, wat mag blijken uit zijn perfecte, maar allesbehalve gekuiste Engels. De laatste paar weken heeft hij opnieuw alle kanten van de wereld gezien om zijn nieuwe album te promoten. ‘Grappig eigenlijk hoe je in elk land met volledig andere vragen wordt geconfronteerd. Muziek is lang niet zo universeel als iedereen voortdurend zegt.’

Welke vragen stellen de Britten dan bijvoorbeeld?

Laurent Garnier: In Groot-Brittannië en Spanje begrijpen ze de plaat niet, zoveel is duidelijk. Ze vragen zich af wat mij bezield heeft en stellen dan ook nauwelijks een interessante vraag. In Japan en Duitsland is iedereen wel mee en zijn ze vooral bezig met het conceptuele aspect van de plaat. Ze hebben zowel over de muziek als over het coverontwerp nagedacht. Soms gaan ze er zelfs zodanig in op dat ik de vraag niet eens begrijp. (lacht) Ik weet niet wat het is. Ik kan me alleen maar inbeelden dat Japanners abstracter denken dan de doorsnee Europeaan. Misschien heeft het ook wel iets te maken met het feit dat mijn deejaysets daar altijd meer verscheiden zijn omdat ik al heb gemerkt dat ze werkelijk openstaan voor alles. In Europa kan je neergebliksemd worden door kwade blikken als het publiek vindt dat je een plaat draait die om welke reden ook niet past. In Japan hebben ze het daarentegen graag moeilijk. Ze vragen zich misschien wel af waarom ik plots van house naar drum’n-bass overschakel, maar ondertussen blijven ze zich gewoon amuseren. Je zou kunnen denken dat ze zomaar alles slikken, zonder na te denken, maar de waarheid is dat ze zoveel slikken omdat ze dan tenminste iets hebben om over na te denken. De Britten zijn zo niet. (neerbuigend) Als ze al iets slikken, zal het geen eclectische deejayset of conceptuele plaat zijn.

Hoe zit het met de Belgen?

Garnier: Jullie zijn vreemd. In elk ander land zit er een lijn in de vragen die ik voorgeschoteld krijg. Hier stellen journalisten enorm verschillende vragen en ze hebben blijkbaar ook een minder enge kijk op de dingen. Nu, misschien moet ik mijn diagnose na ons gesprek bijstellen. (lacht)

Heeft iemand je vandaag al gevraagd om je eigen plaat te recenseren?

Garnier: Euh, neen.

Welaan dan!

Garnier: Die zag ik niet aankomen! (lacht) Laat me even nadenken wat ik kan vertellen over mijn eigen plaat. (denkt welgeteld twee seconden na) The Cloud Making Machine is een behoorlijk eclectische, bijzonder filmische, hoogstpersoonlijke en wellicht ook nogal sombere plaat – al gebruik ik dat woord voor het eerst, omdat een van jouw collega’s de plaat pas zo heeft omschreven. Of wacht, hij gebruikte een ander woord! Wat was het nu ook alweer? (tikt onrustig met zijn vingers op de salontafel) Verdomme, ik had het moeten opschrijven! Soit, het komt wel terug. Het kwam er in elk geval op neer dat deze plaat een muzikale vertaling is van wat er tegenwoordig in de wereld gebeurt, van wat we vandaag allemaal voelen. Wellicht ligt ze daarom niet zo goed in de markt.

Het is ook niet echt een dansplaat.

Garnier: Goed, dat heeft er uiteraard ook iets mee te maken. Ik heb de afgelopen jaren muziek geschreven voor verschillende multimediaprojecten en op die manier is mijn fascinatie voor filmmuziek of toch zeker trage en melancholische composities weer aangewakkerd. Jij praat soms ook met filmmakers, niet? Kan je David Cronenberg dan niet eens laten weten dat ik er klaar voor ben! (lacht)

Het artwork van het album is schitterend (zie pagina 27). Het doet aan heel wat denken, van ‘Metropolis’ van Fritz Lang tot de Hitlerjugend en Monty Python.

Garnier: Metropolis, echt? Je had natuurlijk gedacht dat ik ging reageren op de Hitlerjugend, maar om een of andere reden ben je lang niet de enige die er iets nazistisch in ziet. Intussen begin ik het zelf ook te zien, een soort nostalgische blik op het interbellum, toen alles nog niet uitgesproken was en niemand zich ergens zorgen over maakte. Monty Python is uiteraard een bijna vanzelfsprekende referentie omdat ik aan mijn twee grafische ontwerpers heb gevraagd iets te maken dat in de lijn ligt van wat Terry Gilliam vroeger in elkaar knutselde. Je mocht er echter niet uit kunnen afleiden of het politiek geïnspireerd of gewoon grappig bedoeld was. Opdracht volbracht, denk ik dan.

Je moet wel toegeven dat je met politiek bezig bent. De laatste jaren draai je bijvoorbeeld vaak ‘War’ van Edwin Starr, wat toch enigszins afwijkt van wat je normaal in je platenbak hebt zitten.

Garnier: In Frankrijk smijt ik er soms zelfs een liveversie tussen van Porcherie van Bérurier Noir, een obscure punkgroep. Op een bepaald moment draagt de frontman de concertgangers op om hun middenvinger op te steken en allemaal samen te roepen dat het Front National een bende fucking klootzakken zijn. Als een vijfde van de Franse bevolking op het Front National stemt, ga ik ervan uit dat er tussen mijn publiek ook altijd wel iemand staat die het verkeerde bolletje heeft gekleurd op zijn stemformulier. Misschien slaag ik er op die manier wel in hem ervan te overtuigen dat hij niet goed bezig is.

Je bent helaas een van de weinige spelers uit de scene met een uitgesproken politieke mening.

Garnier: Triestig, niet? Een doorsnee technonummer zit minstens even ingenieus in elkaar als een doorsnee rocknummer, dus ga ik ervan uit dat technoproducers ook minstens even intelligent zijn als rockmuzikanten. Als zij een mening hebben over de oorlog in Irak, horen wij er met andere woorden ook een te hebben. Techno was destijds trouwens ook een soort politiek statement. Je zat met een grote groep jongeren die eigenlijk gewoon wilden dansen, koppig hun eigen ding doen, zich rot amuseren. Na een decennium waarin Ronald Reagan en Margaret Thatcher de plak zwaaiden, kon dat als statement echt wel tellen. Techno was apolitiek en in dat opzicht juist heel politiek.

Collega-dj Claude Young zal het graag horen. Hij gaf er onlangs de brui aan omdat hij vindt dat clubs in catwalks zijn veranderd en niemand nog met iets zinnigs bezig is.

Garnier: Ik heb hem al een tijd niet meer gezien, dus heb ik hem nog niet kunnen vragen of hij dat ook allemaal echt meent. Als het klopt, vrees ik dat Claude de afgelopen jaren veelal in de verkeerde clubs heeft gedraaid. Het enige gevaar dat ik zie is dat jongeren te weinig met de roots van techno bezig zijn. Terwijl je alleen maar vooruit geraakt als je weet waar je vandaan komt. Tot slot: wat denk je, moeten we onze aandelen in jouw platenlabel F Communications niet stilaan verkopen?

Garnier: Hoe vlugger, hoe beter! (lacht) Weet je, niemand verkoopt tegenwoordig nog platen, dus maak ik me eigenlijk ook geen zorgen over de release van deze plaat. In vergelijking met mijn vorige album zouden we er sowieso de helft minder van verkocht hebben, zelfs al had ik er achttien hitsingles op gezet. Ik kon dus maar evengoed mijn nek uitsteken en totaal iets anders doen. Blijkbaar was dat niet eens zo’n slecht idee, want ik heb in mijn leven nog nooit zoveel pers gehaald als nu. (slaat met zijn hand op tafel) Somber! Dat was het!

Euh, neen, dat heb je daarnet ook gezegd.

Garnier: Shit! (lacht) Ik bel je het juiste antwoord nog door!

Door Ben Van Alboom

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content