Hij nadert de zestig, maar kan zijn publiek nog altijd verrassen. Neil Young geeft op zijn 58e het ietwat belegen conceptalbum een nieuwe dimensie, met de cd annex dvd ‘Greendale’. Een bizar maar geslaagd project van Zijne Onvoorspelbaarheid.

Ik heb het hem nog altijd niet vergeven. Op de jongste Europese tournee van Neil Young moest je 125 euro afdokken voor een ticket. En dat dan nog voor een goedkope show: akoestisch, solo en dus zonder de dure kost van een begeleidingsgroep. Natuurlijk, als rabiate sponsorhater kan de Canadees geen beroep doen op de financiële steun van multinationals om de prijs te drukken, maar toch, om het met VDB te zeggen: ‘Trop is te veel’ . Niettemin voelde geen ziel die diep in de buidel had getast om de meester in de Antwerpse Koningin Elisabethzaal aan het werk te zien, zich op 23 mei bekocht. Vooraleer Young tijdens dat concert in zijn rijke oeuvre begon te grasduinen, bracht hij immers in avant-première het integrale Greendale-album, dat deze week verschijnt.

Greendale is een cd én een film. Als bonus bij de plaat krijg je een dvd van een uur; door de rocker zelf geschoten met een Super 8 camera in en rond zijn ranch in de heuvels tussen San Francisco en Santa Cruz. Sinds zijn debuut als filmmaker, dertig jaar geleden met Journey Through The Past, streeft Young alias Bernard Shakey eerder collages van scènes dan duidelijk omlijnde verhalen na. Greendale is eens te meer een complex web van intriges. In acht episodes, die met hun open eindes en gemis aan samenhang vooral een sfeerschepping à la Twin Peaks beogen, volgen we drie generaties van de familie Green. Opa Green leest op zijn veranda in de krant over de religieuze oorlogen, hebzucht en corruptie die de wereld beheersen. Zoon Earl, een Vietnamveteraan, maakt psychedelische schilderijen die niemand aan zijn muur wil. De met drugs rotzooiende kleinzoon Jed vermoordt de agent die hem wil arresteren en kleindochter Earth staat op de bres voor de ecologische strijd. Geregeld springt een hilarische, luchtgitaar spelende Satan te voorschijn. Alsof dit nog niet bizar genoeg is, vormen Youngs songs de dialogen. Je ziet de acteurs dus de woorden lippen die Young zingt, waarmee hij een zeer eigen interpretatie aan de term rockopera geeft.

Ondanks de humor gaat Young geen heikele onderwerpen uit de weg. Niet alleen draagt Greendale zoals de naam al suggereert een groene boodschap uit, hij maakt zich ook behoorlijk kwaad over de oorlogstaal van de Amerikaanse president Bush. Als je de dvd op computer bekijkt en je klikt op de krant van opa Green, dan kun je lezen waarom de oorlog in Irak om olie draaide. Let wel: Young ageert nu tegen Bush, maar was in de jaren tachtig wel een hevige Reagan-fan. De kronkels in zijn hoofd zijn dus moeilijk te vatten. Dat hij het geld uit de zakken van de concertganger klopt, wil dan ook niet zeggen dat de zanger het cynische spel van de muziekindustrie zonder meer meespeelt. Tijdens recente optredens bestond hij het zijn eigen concertpromotor Clear Channel een veeg uit de pan te geven, door het bedrijf ervan te beschuldigen de Amerikaanse radio te ‘sturen’ in zijn regeringsvriendelijke berichtgeving.

In het licht van die woede en bezorgdheid mag het geen verrassing heten dat de man met de bakkebaarden voor de opnames van de Greendale-cd opnieuw zijn toevlucht zocht tot Crazy Horse, die zonder gitarist Frank ‘Poncho’ Sampredo enkel nog uit de ritmesectie bestaat. Een bewuste keuze van Young, want de plaat staat in het teken van de kracht van de eenvoud. De drie muzikanten staan scherp en rocken rauw en direct. De 58-jarige bruist van de energie. Hij heeft nog plannen zat met zijn filmproductiehuis Shakey Pictures en schijnt nog lang zoet te zijn met de grote schoonmaak van zijn muzikale verleden. Hij worstelt zich nog steeds door een hoop onuitgegeven materiaal, een operatie die uiteindelijk in de langverwachte Archive-retrospectieve moet uitmonden. Zopas kwamen On The Beach, American Stars ‘N Bars, Hawks & Doves en Re-ac-tor opgepoetst op cd uit, tamelijk obscure platen die tegen de verwachtingspatronen na After The Goldrush en Harvest ingingen. Greendale, dat wel wat van de stekeligheid van On The Beach heeft, voegt geen meesterwerk toe aan dat indrukwekkende verleden, maar het is onmiskenbaar een van Youngs opmerkelijkste projecten totnogtoe.

Door Peter Van Dyck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content