‘Man Bijt Hond’-reporter Martin Heylen gaat sinds jaar en dag van deur tot deur, waarbij hij ook in verre buitenlanden wildvreemden de pieren uit de neus haalt. Deze zomer keerde hij ‘Terug naar Siberië’ (ma, 21.10 – één). Hoe open is de vliegende reporter zelf?

Durf je zeggen hoeveel je weegt?

Momenteel weeg ik 72,6 kilo en doorgaans schommel ik tussen één kilo daarboven en eronder. Zo open genoeg? (lacht) Hoewel er in Siberië uitzonderlijk flink wat kilo’s waren bijgekomen. Door de alcohol én het vette eten dat je er krijgt aangeboden. Het is er de gewoonte om bij de wodka het vet van het spek te serveren als knabbel. Een adequaat middel tegen de kou, omdat je er een stevig vetjasje mee kweekt.

Weten andere mensen veel van jouw privéleven?

Dat hangt ervan af. Voor een reis zoals die doorheen Siberië, is het goed dat je nauw met elkaar verbonden bent. In tijden van nood vertel je dan wel eens heel persoonlijke dingen aan elkaar. Maar het is even belangrijk om elkaar op het juiste moment toch de nodige ruimte en privacy te geven. Na een nachtje noodgedwongen in hetzelfde bed te hebben geslapen, bijvoorbeeld.

Ben je iemand die vlug een praatje begint met de kapper of bij de bakker?

Altijd, omdat elke mens mij interesseert. Maar privé is het andersom: dan hou ik net van stilte en zwijgen. Dan doe ik niets liever dan observeren en binnenpretjes hebben, de humor inzien van normale dingen.

Klop je met een probleem gemakkelijk bij een ander aan?

Ja en nee, ik ben toch eerder geneigd de dingen voor mezelf te houden. Door te wachten denk ik het zelf wel te kunnen oplossen. Maar als ik er dan toch met een vriend over heb gepraat, voel ik me altijd opgelucht. Als we in Siberië zijn, vind ik het dan net weer belangrijk om een probleem zo vlug mogelijk op te lossen. De mensen met wie ik er werk, zijn allemaal schatten, maar je kan elkaar geen vrienden noemen.

Praat je vlot over geld?

Bij Woestijnvis heb ik jaarlijks een evaluatiegesprek en doorgaans beseffen we pas op het einde dat we het nog over geld moeten hebben. Het is niet mijn grootste prioriteit. Nu verdien ik fatsoenlijk, maar het is blijkbaar een Belgisch trekje niet te kunnen zeggen hoeveel. In het verleden heb ik wel jarenlang te weinig gekregen, toen ik als arbeider vuil en gevaarlijk werk deed. Het is schandalig hoe onderbetaald de werkmens nog steeds is.

Ga je onderwerpen als politiek en religie liever uit de weg, of net niet?

Ik merk dat veel mensen daar net heel gemakkelijk over praten, maar ik niet. Toen ik in de VS bij de mensen aanklopte, was hun eerste vraag vaak: ‘Hoeveel verdien je?’ Daarna kwam ‘Geloof je in God?’ en vervolgens ‘Wat vind je van Bush?’ En altijd blokkeerde ik dan. Ik heb het liever over menselijke onderwerpen. Zo volg ik de politieke berichtgeving wel, maar op een verkiezingsavond gaat mijn aandacht eerder naar bijvoorbeeld de verbittering van de verliezers.

Voel je schroom om over seks te praten?

In mijn reportages komt seks eigenlijk zelden ter sprake. Daar zijn andere programma’s voor, zeker? Misschien is het iets voor later, want eigenlijk zou ik het erover moeten hebben. Dood, seks en religie zijn toch wel de meest fundamentele dingen in het leven.

Je haalt maar 37 procent op de openheidsschaal. Teleurstellend laag voor een reporter die het moet hebben van andermans openheid?

Ja, maar ik vind het zo’n typisch Amerikaanse test. Ik ben ook wel iemand die nooit de aandacht zal opzoeken. Kijk, je hebt twee soorten mensen: zij die met de borst vooruit een café binnenkomen, rondkijken, iets roept en maken dat iedereen hen gezien heeft. En zij die zich bijna ongemerkt neerzetten en de rest gadeslaan van achter hun pintje. Zo iemand ben ik.

DOOR HANS VAN GOETHEM

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content