‘WE WOEKEREN ALS KLIMOP’

Sinds de Aalsterse (post)rockformatie Motek in 2008 onverwacht een plek in de spotlights veroverde met Tryer, bleek dat haar epische gitaarnummers ook bovengronds konden gedijen. Haar nieuwe cd, Dragons, is er zelfs een van het vuurspuwende type: schroeiend en met scherpe klauwen. ‘Voor ons is Motek geen groep, het is een manier van leven.’

Een zomerdag in het West-Vlaamse Ardooie. Onze bestemming is Cultuurkapel De Schaduw, een voormalig gebedshuis, omringd door akkers, dat dezer dagen dienst doet als theater, concertzaal en exporuimte. Op een open vliering, net boven de ingang, heeft iemand de heiligenbeelden die nog aan de vroegere functie van het gebouw herinneren, netjes naast elkaar gezet. Een surrealistisch gezicht, zeker in combinatie met de geschilderde portretten van jazz- en bluesgroten als Charles Mingus en Mississippi John Hurt die de muren sieren. Hier neemt Motek zijn derde langspeler op en vandaag mag Knack Focus er bij zijn.

Centraal in de ruimte staat een mengtafel, geflankeerd door computers, versterkers en rondslingerende instrumenten. Aanwezig zijn productiecoach Joris Caluwaerts (ex-Zita Swoon), opnametechnicus Patrick Van Neck en bandleden Ken De Cooman (drums), Steven Biebaut (bas, zang) en Wout Roelants (gitaar en meer). De van General Mindy bekende Gitarist Philipp Weies, die op de nieuwe cd de taak van Rodrigo Fuentealba heeft overgenomen, is er niet. Later zal blijken dat hij in Arno een nieuwe broodheer heeft gevonden. Voor de komende optredens wordt hij wellicht vervangen door de violist van Troissoeur.

De heren van Motek werken hier dagelijks van tien uur ’s ochtends tot tien uur ’s avonds en overnachten ook in de cultuurkapel. Op het podium hebben ze, onder een reusachtig muskietennet, hun slaapmatjes uitgerold. ‘De vliegen zorgen ’s nachts voor heel wat overlast’, legt Ken De Cooman uit. ‘Maar daar staat tegenover dat we hier zo goed als gratis kunnen opnemen. We betalen enkel voor de elektriciteit. En voor de drankjes’, lacht hij, naar de goed voorziene bar wijzend. ‘Soms moeten we wel even de koelkast uitzetten, omdat die een storend gezoem produceert. In tegenstelling tot de meeste studio’s is hier geen geluidsisolatie. Wegens een zwaar onweer hebben we gisteren de opnames zelfs een poosje moeten stilleggen.’

Bij onze aankomst knutselt Motek aan Blister, een al wat ouder nummer dat een van de muzikanten grijnzend als symfonische postrock omschrijft. ‘We hebben nog niet beslist of het op de cd komt, maar we zullen al spelend wel gauw merken of het wat wordt.’

De groep registreert vandaag geen volledige nummers, wél aparte drum- en baspartijen en, tegen de avond toe, ook enkele gitaarstukken. Zanglijnen en overdubs volgen in een later stadium. Er worden verscheidene drumtakes vastgelegd, die slechts in kleine details van elkaar verschillen. Joris Caluwaerts luistert aandachtig en doet vervolgens een suggestie: ‘Misschien is het beter als je aan het eind enkel je snare en basdrum gebruikt?’ De Cooman probeert het en, warempel, het wérkt. Meteen daarna mag Biebaut zijn bijdrage leveren. ‘Die baslijn in Dragons are Forever vind ik bijzonder graaf’, roept Caluwaerts enthousiast.

De zon gaat al onder als Wout Roelants zijn gitaar inplugt en de poëtisch klinkende solo van Dragons door de luidsprekers stuurt. Aanvankelijk zorgt het ritme voor verwarring, maar de filmische motiefjes klinken zo catchy dat ze zich in ons geheugen vastankeren. Een ander schot in de roos is het instrumentale Tenbagger. De titel, zo leren we, is een economische term voor een investering die het tienvoudige opbrengt van wat ze heeft gekost. Yep, Motek is van vele – financiële – markten thuis.

‘Om dat midden te kunnen spelen zoals het hoort, zou ik een enorme pétard moeten paffen’, grijnst Roelants. Na vijf pogingen is hij nog niet tevreden. ‘Veel te vlak’, zucht hij gefrustreerd. Caluwaerts stelt voor de ongebruikte snaren af te plakken: ‘Ze zorgen voor storende bijgeluiden in mijn hoofdtelefoon.’ De gitarist gaat koppig door tot hij de juiste flow heeft gevonden. Uiteindelijk wordt Tenbagger een van de hoogtepunten van de nieuwe cd.

Waarom kozen jullie voor een kapel en niet voor een gewone studio?

Wout Roelants: We zochten een plek waar we ruimtelijkheid konden creëren en we vooral de drums zo goed mogelijk konden opnemen. Bovendien hadden we zin om er eens samen op uit te trekken. Als je overdag opneemt en ’s avonds naar huis gaat, voelt het maken van een cd toch meer als werken aan. Ardooie was bevorderlijk voor ons eenheidsgevoel. We bleven er overnachten, raakten ondergedompeld in dezelfde sfeer en hadden een gemeenschappelijk doel.

Steven Biebaut: Het voordeel van zo’n retraite is dat je een week intens samenleeft en een gezamenlijk werkritme ontwikkelt. Je deelt dezelfde rituelen.

Roelants: We wilden ook eerlijker klinken, het gevoel oproepen dat achter onze eerste langspeler schuilging. Port Sunshine klonk ons achteraf een beetje te gelikt. We deden toen iets te veel ons best om perfect over te komen. Alles was zorgvuldig gearrangeerd en geëdit, want we hadden een strikte deadline. Deze keer vertrokken we, net als op ons debuut, van jams, ook al hebben we in Ardooie nog veel aan de nummers gesleuteld. Gelukkig beschikten we nu wel over de ruimte om te experimenteren en namen we de tijd om van alles uit te proberen, wat in een echte studio om financiële redenen doorgaans niet kan.

De nieuwe cd werd ‘Dragons’ gedoopt. Wat voor beeld willen jullie daarmee oproepen?

Biebaut: Titels komen bij ons puur gevoelsmatig. Ze verwijzen naar het moment in ons leven waarop we een nummer hebben gemaakt of naar wat ons toen bezighield, maar zeggen zelden iets over de betekenis van het nummer op zich. Als het goed bekt, is het voor ons allang oké. Veel van onze muziek is instrumentaal, dus iedereen kan er zijn eigen invulling aan geven.

Roelants: Verkeren we in de greep van de draken uit de muziekindustrie? Zo ver zou ik niet gaan. Als groep zijn we, uit zelfbehoud, trouwens ook een beetje zakelijker geworden. Eigenlijk kun je ons net zo goed als draken zien: rare wezens die weten te overleven in een onherbergzaam klimaat, eenzaten die altijd hun eigen ding doen.

De meeste artiesten zijn zo.

Biebaut: Voor mij is een draak een gevaarlijk beest dat de verbeelding prikkelt, maar tegelijk symbool staat voor koppigheid en authenticiteit. Motek is een monster dat zich in de muziekwereld een eigen plek tracht toe te eigenen, ondanks de criticasters die tegen ons ten strijde trekken.

Jullie nummers zijn gelaagd en zitten vaak complex in elkaar. Kost het veel tijd voor alle puzzelstukjes op hun juiste plaats liggen?

Roelants: We zijn niet geschoold, maar in alle bescheidenheid vind ik dat onze muziek, zeker qua structuur en arrangementen, iets klassiekerigs heeft. Vroeger hadden we de neiging ieder nummer eivol te proppen. Inmiddels begrijpen we dat ‘less is more’: een idee wordt soms sterker door het te vereenvoudigen. Voor het eerst zijn er zelfs momenten op de cd waarop ik níét speel. (Lacht) Bij het maken van Dragons hebben we vooral op de groove gelet: drums staan bij ons nu eenmaal op dezelfde hoogte als gitaren. Bovendien is Ken een wiskundige geest die ons regelmatig met zijn puike invallen verrast.

Biebaut: Vroeger begonnen we onze songs altijd een beetje schoorvoetend en bouwden we geleidelijk naar een climax. Tegenwoordig durven we er al vanaf de intro zwaar in te vliegen.

Gingen jullie op ‘Dragons’ bewust naar nieuwe klankkleuren op zoek?

Roelants: Zeker. Na het vertrek van Rodrigo waren we aan herbronning toe en besloten we een andere richting in te slaan. Door te jammen met muzikanten zoals Roel van Camp, accordeonist bij DAAU, of Edwin Vanvinckenroye, violist bij Troissoeur, deden we verse invloeden op en kregen we nieuwe energie.

Werd er vroeger bij Motek gezongen, dan was de stem slechts een instrument tussen de andere. In ‘Motives’ staat ze opvallend centraal.

Roelants: Tja, vroeger werkten we vooral instrumentaal en moesten we een zekere gêne overwinnen om te zingen. Het was nieuw voor ons, dus waren we geneigd om onze stemmen weg te moffelen.

Biebaut: Nu ik wat meer zelfvertrouwen heb, zing ik wel graag. Wanneer we tijdens het compositieproces dingen uitproberen, is een zangpartij niet langer de laatste optie. Niet dat we ons forceren om songs te schrijven, maar als er zich een aandient, gaan we hem ook niet uit de weg. Onze teksten hebben sowieso nooit een eenduidige betekenis. We vertellen geen verhaaltjes met een kop en een staart, we goochelen vooral met sferen. In Motives peilen we naar de drijfveren die tot passiemoorden of gezinsdrama’s leiden, maar we spreken nooit een oordeel uit.

Roelants: Motek is een democratische band, zonder leidende figuur. We hebben één gulden regel: als iemand iets écht niet wil spelen, dan wordt het geschrapt. Het neemt niet weg dat we als groep blijven groeien. Wij woekeren als klimop.

Jullie single ‘Tryer’ eindigde in de Eindafrekening van 2008 op de tweede plaats. Heeft dat succes bij het StuBrupubliek jullie verrast?

Roelants: En of. Plots ontvingen we dagelijks sms’jes: ‘Jullie staan in De Afrekening!’ Ik volgde dat programma niet, maar vond het cool dat mensen voor ons hadden gestemd. Vervolgens begon ik te denken: ‘Verrek, stel dat we in de top tien raken. De top vijf? De top drie? Hmm, nummer één zou wel fijn zijn.’ Toen dat gebeurde, was ik best wel trots.

‘Abused’, de vooruitgestuurde single uit ‘Dragons’, liet een heel ander Motek horen.

Roelants: Au fond was het een rauw newwavenummer, meer geschreeuwd dan gezongen. Een buitenbeentje, maar we hoorden er meteen een potentiële single in. Alleen hebben we het, uit opportunisme, niet aangedurfd hem op te nemen zoals het op de demo stond. Dankzij Tryer kenden we de impact van een radiohit: het geeft je meer kansen om op te treden. Ik lig niet wakker van onze platenverkoop, maar vind het belangrijk veel op het podium te kunnen staan. Dus wilden we absoluut wéér op de radio komen. Zo zijn we goed in de fout gegaan.

Biebaut: We hebben ons lang afgevraagd wat precies de ingrediënten waren die Tryer zo populair maakten. Ons doel was iets te maken dat ons airplay zou bezorgen. En ging het niet de juiste kant uit, dan raakten we gefrustreerd. Abused was een prima song, maar we hebben hem dermate gepolijst dat het niet meer als Motek aanvoelde. Een verwrongen situatie. Toch was het een goede les, want al gauw waren we het over één ding eens: ‘Dit is het niet waard, voortaan doen we enkel nog waar we zin in hebben. Fuck airplay!‘ Dat werkte bevrijdend: van de weeromstuit schreven we alle nummers die nu op Dragons staan. Weet je, we zijn niet zo’n groep die alles in drie minuten gezegd krijgt. We nemen graag de tijd om met onze muziek een verhaal te vertellen. En als het goed genoeg is, komt het vanzelf wel aan de oppervlakte.

DRAGONS

Uit op 5/11 bij Noisesome/EMI.

Win tickets voor FOCUS CLUB met Motek & The Tellers. Zie pagina 5.

Trakteert op KNACKFOCUS .BE

DOOR DIRK STEENHAUT

‘Motek is als een monster dat zich in de muziekwereld een eigen plek tracht toe te eigenen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content