Met tweede plaat Sound & Color heeft Alabama Shakes dezelfde stap gezet als de fellow southerners van My Morning Jacket indertijd: van aards en no nonsense naar spiritueel en spacey. Maar geen paniek: de voetjes blijven wel degelijk op de grond. ‘Niets heerlijker dan de geur van dennenbomen, koeienmest en kippenstront.’

Drie jaar geleden toonde de algemene bijval voor debuut Boys & Girls aan hoe er vlak naast The Black Keys een royaal gat in de markt had gegaapt: meer dan een miljoen platenkopers vonden duidelijk dat de moderne garagebluesrock van dat duo gerust nog met plakjes soul en authenticiteit mocht worden belegd. Vooral dat laatste moet de doorslag hebben gegeven, want niet alleen kwam Alabama Shakes recht uit het barcircuit, frontvrouw Brittany Howard – een voormalige postbode – beschikte over een wervend stemgeluid zonder dat ze dezelfde maten als Beyoncé kon voorleggen. Speciaal voor de kniesoren die over een gebrek aan originaliteit doorboomden, heeft het kwartet nu Sound & Color gemaakt, in al zijn – tot een goed einde gebrachte – ambitie beslist geen kopie van de voorganger.

Brittany, heb je altijd al geweten tot wat je als zangeres in staat bent?

BRITTANY HOWARD (ZANG EN GITAAR): Eerlijk gezegd: ja. Ik merkte al vroeg hoe krachtig mijn stem is door boven drums en versterkers uit te zingen. Een PA had ik niet, ik plugde gewoon een microfoon in een kleine versterker. Maar dat ik ook verschillende stemmen aankan, heb ik ontdekt doordat we eerst alleen maar covers speelden: Led Zeppelin, Otis Redding, AC/DC, Norman Greenbaum.

STEVE JOHNSON (DRUMS): Dat heeft inderdaad talloze voordelen gehad. Je leert met elkaar te communiceren, een groove vast te houden, als band hecht te spelen. Het is niet alleen een fantastische oefening, je beleeft er gewoon ook een hoop lol aan. Want heel vaak blijkt dat wat aanvankelijk ondoenbaar lijkt wel degelijk binnen je mogelijkheden ligt. Dat geeft een enorme confidence boost.

HOWARD: Andermans songs spelen is als een radio uit elkaar halen om te zien hoe die werkt. Break it down to build something up. Echt waar: het is de beste manier om je eigen songs te leren schrijven.

Zonder welke artiesten en platen zou Sound & Color helemaal anders hebben geklonken?

HOWARD: Voor we aan de plaat begonnen, heb ik me afgevraagd wat ik als luisteraar zelf een interessante combinatie zou vinden. Ik kwam uit bij een mix van gospel en metal. (lacht) Of Curtis Mayfield in een spaghettiwestern. Of componist en arrangeur David Axelrod die gitaar speelt bij The Meters. Al die dingen hebben we wel geprobeerd, hoewel ze uiteindelijk zijn herkneed. Maar dat idee om genres te vermengen, was de basis. Het maakte dat we voortdurend met open vizier speelden.

JOHNSON: We zijn soms diep moeten gaan. You had to be in it to win it. Gelukkig behield onze coproducer Blake Mills het overzicht. Neem een song als Gemini. Heel veel instrumenten, heel veel dynamiek. Dan is het cruciaal om alles te laten binnenkomen en weer terug te trekken op precies de goeie momenten.

HOWARD: Ik heb sinds kort een MIDI-keyboard in mijn keuken, en daar werk ik alles op uit. Het idee voor Gemini is ontstaan uit een beat van Frank Ocean die ik had gehoord in een taxi in New York. Die bootste ik thuis zo goed als ik kon na, en daarna voegde ik er de ene na de andere keyboardpartij aan toe. Alleen werd het nogal ingewikkeld toen we dat nummer later met echte instrumenten moesten inspelen. ‘Oké, deze partij is de fuzzgitaar. Tenminste, tot ze overgaat in de Rhodespiano.’ (lacht)Gemini is de eerste song die we ingeblikt hebben, zes minuten, met een driedubbele gitaarsolo. Iedereen wist meteen: dit wordt niet Boys & Girls deel twee. (lacht) Ook in de teksten wilde ik ruim gaan: van love songs naar spirituele dingen zoals Future People. Daarin zeg ik in feite: beschouw jezelf als een goed mens en je zult een goed mens worden. Of zoals Gandhi zei: wees zelf de verandering die je in de wereld wilt zien. Ik zeg hetzelfde, maar op een simpele manier, helemaal niet prekerig. Ja, ik beken: we hebben onze formule als band. Maar die luidt gewoon: doe het verdomme goed. (lacht)

Definieer ‘goed’.

JOHNSON: Goed is wanneer je de song precies hoort vertellen wat er moet gebeuren. Maar er zijn altijd uitzonderingen. Als een nummer te braaf en lieflijk klinkt, zullen we alles in het werk stellen to fuck it up. (hilariteit) Spelen met gevoel, dat zou de definitie kunnen zijn.

Zelfs nog voor jullie debuut uitkwam, had Patterson Hood van Drive-By Truckers al het volgende over Alabama Shakes gezegd: ‘Als ze hun troeven goed uitspelen, kan deze band het tot in Madison Square Garden schoppen.’

HOWARD:I love Patterson, zoals hij toen in ons geloofde.

En, zitten jullie op koers?

HOWARD: Voor mij persoonlijk is optreden in Madison Square Garden geen doel. Als Patterson zozeer met ons begaan is om zoiets te zeggen, én om zijn contacten in de muziekwereld aan te spreken om ons te helpen, dan is het al hartverwarmend genoeg om te beseffen dat je tot een gemeenschap van hardwerkende, professionele muzikanten bent toegetreden. Dat houdt in dat wijzelf nu ook luisteren naar de demo’s die bands ons toestoppen. Niet alleen in Alabama, maar ook in pakweg New Orleans. En als wij in zo’n groep dezelfde mentaliteit en talent zien als Patterson misschien in ons zag, zullen we die lui helpen waar we maar kunnen. Het genre maakt me dan niets uit.

Klezmer? Trance? Black metal?

HOWARD:Sure, laat maar komen.

JOHNSON: We zijn opgegroeid met Slayer en Metallica.

HOWARD: En daar luisteren we nu nog graag naar, als we onszelf willen opfokken.

JOHNSON:South of Heaven: hoowee! En Pantera mag je me elke dag van de week geven.

HOWARD: Eerst naar Danzig luisteren en daarna een slow jam spelen: zo maak je die lekker rauw. (lacht)

Is het evident om alle vier uit het bescheiden Athens, Alabama te komen en nog altijd samen te zijn, na enkele keren de wereld te zijn rondgereisd?

HOWARD: Neen, en dat zeg ik dan ook de hele tijd.

JOHNSON: Het heeft te maken met onze motivatie. We wilden allemaal muziek spelen, in een band zitten die zijn eigen songs schrijft. Dat heeft ons samengebracht. Maar inderdaad: dat we genoeg gemeenschappelijke interesses hebben om er iets moois mee te kunnen bouwen, is toch ook wel crazy. Ik bedoel: voordien speelde ik in een groepje met als invloeden Primus, Red Hot Chili Peppers en Tool. Mijlenver verwijderd van wat deze band doet.

Brittany, Athens betekent zoveel voor je dat er een tatoeage van is gekomen.

HOWARD: Een afbeelding van Alabama met een hartje op de plek waar Athens ligt, ja. Home is where the heart is. Waar ik ook ga, Athens blijft bij mij. Dat is waar ik ben opgegroeid, waaraan ik al mijn jeugdherinneringen dank, waar mijn hele familie woont.

JOHNSON: Je kunt het gewoon ruiken als je in Alabama bent. Frisse lucht, geen vervuiling. Heerlijk. Een mengeling van dennenbomen, koeienmest en kippenstront. Zeker als het warm is gaan je ogen ervan branden. (lacht)

HOWARD: En in het tornadoseizoen kan de lucht plots koud en vochtig worden, en een gele kleur krijgen. Dan weet je dat het gaat stormen.

JOHNSON: Dan kun je de lucht haast snijden.

HOWARD: Het klopt alleszins wat men zegt: lang weg zijn van thuis doet je meer dan wat ook beseffen wie je bent en waar je vandaan komt. Ik mis Athens terwijl ik hier zit, en dan heb ik nog niet eens kinderen, zoals Steve. Ironisch, want als tiener kon ik niet wachten om ervandoor te gaan. Ik hou vooral van Alabama vanwege de tradities – in de best mogelijke zin. Mensen zijn er vriendelijk, barmhartig en behulpzaam. Iedereen behandelt de ander zoals hij zelf behandeld wil worden. Iemand die publiekelijk in tranen uitbarst, iemand met autopech: je stopt even en vraagt wat er aan de hand is. We erkénnen elkaar.

JOHNSON: Het mooiste bewijs daarvan, en iets wat ik buiten Athens nog nergens anders heb gezien, is dat alle autobestuurders elkaar groeten. Even twee vingers van het stuur losmaken, een hoofdknik, of gewoon een opgestoken hand. En man, de old folks? Die houden hun vinger soms gewoon vijf wagens na elkaar in de lucht! Echt iets bizars. Maar ik vind het fantastisch. Want dan kom je in Europa en houdt iedereen zijn hoofd angstvallig naar beneden, bang om oogcontact te maken.

Athens ligt op een Amerikaanse steenworp van Sheffield, Alabama, waar de legendarische Muscle Shoals-studio staat. Te kennen van Aretha Franklin, The Rolling Stones, Wilson Pickett en desnoods ook The Black Keys.

HOWARD: Ja, van bij mij thuis is het zo’n vijftig minuutjes rijden.

Is het historische belang van die plek je met de paplepel ingegoten?

HOWARD: Neen. Mijn vader heeft me nooit op een stoel gezet om de hele geschiedenis van Muscle Shoals te vertellen of zo. We waren als kind trouwens ook verzot op Britse groepen zoals Pink Floyd. Ik denk dat ik al twintig was toen ik iets over die studio te weten kwam.

JOHNSON: Hoogstens weet je dan dat Skynyrd er opgenomen heeft, verder gaat het niet. Het is pas wanneer je ouder wordt en je eigen research doet, dat je de Staple Singers én de Stones én David Hood – Pattersons vader, die daar in de huisband zat – plots met elkaar kunt verbinden. Dan denk je toch: wauw.

HOWARD: Wellicht vinden wij dat allemaal geweldig omdat we zelf muzikant zijn. Maar de meeste jongelui couldn’t give less of a shit. Die originele studio is trouwens allesbehalve een gedenkwaardig gebouw. Meer een bakstenen barak, je rijdt er zo voorbij. Maar die docu die er twee jaar geleden over is gemaakt, is wel een grote aanrader.

Hebben jullie er zelf ooit opgenomen?

JOHNSON: Neen, het schijnt er nogal duur te zijn.

Nu moeten jullie met Sound & Color op tournee. Is dat nog een uitdaging voor een groep die zo geroutineerd is als Alabama Shakes?

HOWARD:Are you kidding? Alsof het saai zou worden! Zo’n golvend geluid dat je helemaal onderdompelt als op de plaat schud je niet zomaar even uit je mouw, hoor. Maar het zal ons lukken, dankzij extra muzikanten en achtergrondzangers. We willen de mensen een reis aanbieden. Dat is wat ons bindt: we weten dat we tot mooie dingen in staat zijn. Omdat we tijdens het maken van deze plaat veel over onszelf en onze relatie met de anderen hebben geleerd. Begrip opbrengen, je mening uiten, geduld uitoefenen: allemaal dingen waarin we beter zijn geworden. Dat sterkt me in mijn mens-zijn, en doet me dromen over wat er kan gebeuren als meer mensen dat zouden kunnen. Dat zou ik het liefste hebben: dat onze fans niet louter naar onze concerten blijven komen omdat ze Hold On weer eens willen horen, maar omdat ze ons nog beter willen leren kennen. Het is niet omdat we nu twee verschillende platen hebben gemaakt, dat we het vertrouwen van ons publiek willen beschamen. Die jongste plaat van Björk: wat een ruimte laat ze daar vrij. Dan begin ik na te denken, raak ik geïnspireerd, zonder dat ik precies weet wat ze allemaal bedoelt. Maar ik voel me wel betrokken. Precies wat ik verlang van wie naar ons komt kijken.

DOOR KURT BLONDEEL

Brittany Howard : ‘VOOR DEZE PLAAT HEB IK ME AFGEVRAAGD WAT IK ALS LUISTERAAR ZELF INTERESSANT ZOU VINDEN. IK KWAM UIT BIJ EEN MIX VAN GOSPEL EN METAL.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content