‘WE HEBBEN GREGORY PORTER ERIN GELUISD’

Brothers in beats GUY en HOWARD LAWRENCE: 'Als je vroeger populair werd, gingen de fans van het eerste uur je haten. Dat is ons nog niet overkomen.'

Twee jaar na hun felgesmaakte debuut Settle laat Disclosure Caracal op de wereld los. De beeltenis van een slinkse katachtige op de cover, sluit goed aan bij de lenige en krachtige songs. ‘We houden niet van dancetracks waar je van hoort dat ze enkel voor het geld gemaakt zijn. Dat is zo leeg.’

Verbeelding is onmisbaar voor wie kunst of popmuziek wil maken: ‘We hebben gewoon gedaan alsof de voorbije twee jaar niet zijn gebeurd’, zo steekt Guy Lawrence van wal. In 2013 dook hij samen met zijn broer Howard schijnbaar uit het niets op, eerst in Engelse clubs, later in hitlijsten over de hele wereld. Disclosure maakte naam met een cross-over van genres, en songs die lonkten naar nachtclubs ‘waar er nog gedanst mag worden’. Hun cocktail van house, garage en drum-‘n-bass, geflankeerd door frisse zanglijnen, was een verademing in tijden dat dance steeds harder en mechanischer werd. De jonge broers – ze zijn nog altijd maar 24 en 21 – slaagden er met een handvol drumcomputers en synthesizers in om een dozijn songs te maken waaruit een heel eigen sound naar voren kwam, een geluid dat ze op hun nieuwe, tweede plaat verder hebben uitgediept.

De grote sterkte van het tweetal? Ze slagen erin om dansmuziek te maken waar je ook iets bij mag voelen. Dat was al een statement in 2013, toen overal wel ergens dubstepbassen weerklonken, het werkt ook vandaag nog, ondanks – of net dankzij – de alomtegenwoordigheid van opgeklopte Tomorrowlandtunes.

Ook opvallend: zowel de recensenten als het grote publiek smullen van hun songs: ‘Vroeger was het simpel’, legt Lawrence. ‘Je kwam uit de underground, werd even later populair, en de fans van het eerste uur gingen je haten’, lacht hij. ‘Dat zie je nu veel minder. En voorlopig is het ons nog niet overkomen.’

Waar Settle nog kniehoog in de clubcultuur stond, trekken de broers deze keer uitdrukkelijker de popkaart. ‘De nadruk ligt meer op het songschrijven’, legt Guy Lawrence uit. ‘Dat is het gevolg van alles wat we de voorbije jaren geleerd hebben. Een goede zanglijn schrijven, de arrangementen verzorgen: we voelen dat we daarin veel beter en ervarener zijn geworden. Daar lag deze keer de uitdaging, meer dan in het producen zelf.’

Hun songs schrijft het tweetal niet alleen. Disclosure zet in op samenwerkingen, in de letterlijke zin van het woord: geen mp3’s met zanglijnen en beats die in een Dropbox-folder over elkaar zijn gehangen, wel good old studio time en fysiek contact.

Het is een gewaagde manier van werken, zeker als je weet dat de meeste featurings die vandaag op de wereld worden losgelaten, een risicoloos verstandshuwelijk zijn tussen het management van twee artiesten, met als bedoeling ‘hun’ artiest te laten schitteren voor een ‘nieuw’ publiek. Een trend waar de broers niet van moeten weten. ‘We houden niet van dancetracks waar je van hoort dat ze enkel voor het geld gemaakt zijn. Dat is zo leeg en betekenisloos.

‘Het is een ouderwetse kijk op muziek maken, daar ben ik me van bewust’, vertelt Guy, de jongste broer Lawrence, verder over hoe zij zelf muziek maken. ‘Maar ik zou me er niet goed bij voelen mochten wij enkel bevelen geven aan artiesten die bij ons zitten. Doorgaans gaat het zo: wij vinden iemand goed, we zoeken contact, en we gaan aan het werk, zonder plan. We weten nooit echt wat er uit de bus zal komen.’

Mooie voorbeelden daarvan op Caracal zijn de songs met Lorde en Gregory Porter. ‘We wilden Lorde er dolgraag bij, maar het kostte nogal wat moeite om onze agenda’s op elkaar afgestemd te krijgen. Uiteindelijk was ze een paar dagen in Londen, maar wel slechts twee weken voor we het album moesten binnenbrengen bij de platenfirma. In twee, drie dagen zat de song in elkaar – superintens werken, maar heerlijk.’ Het resultaat is een soort onderkoelde hiphopbeat met daarover een breed uitwaaierende zangeres die haar innerlijke diva de vrije loop laat. ‘Lorde gaf voortdurend goede suggesties, ook al is het nummer niet helemaal de stijl van haar solowerk. Beslist een van mijn favoriete tracks op het album.’

Nog anders was het met Porter. De man was afgelopen zomer overal te horen nadat Claptone een remix van Liquid Spirit had gemaakt. ‘De mensen weten toch dat ik daar niets mee te maken heb?’ vertelde Porter daarover in dit blad. ‘Van sommige uptempodanceremixen van mijn nummers hou ik, van andere niet’, klonk het toen diplomatisch.

‘We waren gewaarschuwd’, lacht Lawrence. ‘Daarom hebben we in eerste instantie een jazznummer gemaakt. Dat is waar hij goed in is, een genre waar hij zich in kan vinden. Zo eindigden we met een heel soulvolle ballad, waar iedereen tevreden mee was.’ Maar toch: ‘We voelden dat er meer in zat, en hebben dan beslist om onze eigen song te remixen. Een primeur. En het voelde ook wat raar aan toen we daarmee bezig waren. Het resultaat is de moeite. Bovendien vindt Gregory het zelf ook heel goed. Dat vonden we belangrijk, want je zou kunnen zeggen dat we hem erin geluisd hebben, ja.’

Dat soort tracks opent voor Disclosure de deur naar een nog groter publiek. Al hebben ze gewoon ook de tijdsgeest mee. ‘De afgelopen jaren zijn house en popmuziek haast synoniem geworden’, vindt Lawrence. Disclosure kan daarin naar zijn gevoel nog altijd van twee walletjes eten. ‘De ene avond draaien we in een zweterige kelder in Londen, de volgende dag spelen we live op een festival met 80.000 bezoekers. Dat geeft ons heel wat mogelijkheden.’

Bij een groter publiek horen ook grotere opdrachten. Door hun vriendschap met Sam Smith waren de broers ook betrokken bij de themesong voor Spectre, de nieuwe James Bondfilm. ‘Dat was een hele eer. Het is een klassiek nummer, ze hebben ons erbij gehaald om het wat hedendaagser te laten klinken, maar het is Sam die het nummer geschreven heeft. Wij zijn pas op het einde in het verhaal gestapt.’

Maar Guy en Howard Lawrence houden het hoofd koel. ‘De appreciatie voor ons werk neemt toe, maar het is niet zo dat we ondertussen gigantisch groot geworden zijn. Er was succes, maar we hebben de tijd gekregen om te groeien. Het voelt niet aan alsof de toekomst van de Britse dansmuziek op onze schouders rust. Als we niet in de buurt van een festival zijn, kunnen we nog steeds op straat lopen zonder dat de mensen ons herkennen. Dat bevalt me prima zo.’

CARACAL

Uit bij PMR / Universal.

DOOR JAN HERREGODS

Guy Lawrence ‘DAT IS TOCH EEN HELE EER, MOGEN MEEWERKEN AAN HET THEMANUMMER VAN EEN NIEUWE BOND.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content