Na het succes van ‘The Fellowship of the Ring’ kan het voor ‘The Two Towers’, het tweede deel van de ‘Lord of the Rings’-trilogie nauwelijks mislopen. Maar regisseur Peter Jackson voelt de adrenaline nog altijd stromen. ‘Ik was doodsbang om mensen teleur te stellen.’

‘THE TWO TOWERS’

vanaf 18/12 in de bioscoop

Toen Peter Jackson 270 miljoen dollar kreeg van New Line Cinema om van Tolkiens The Lord of the Rings een filmtrilogie te maken, was dat in Hollywood de grootste gok van de laatste jaren. Een fiasco was verpletterend geweest voor de studio en Jacksons staat van dienst, een resem splatter-films, het uitstekende Heavenly Creatures en grote flop The Frighteners, was niet van die aard om veel vertrouwen op te wekken. Maar het eerste deel, The Fellowship of the Ring, was zowel commercieel als financieel een schot in de roos: de prent bracht wereldwijd 860 miljoen dollar op en vergaarde dertien oscarnominaties, waarvan er vier verzilverd werden.

Peter Jackson gunde zichzelf geen tijd om op zijn lauweren te rusten: geruggensteund door Fran Walsh, coschrijver, coproducer én grote liefde, ging hij dadelijk weer aan de slag. Het resultaat is The Two Towers, het tweede deel van het drieluik, waarin het personage Aragorn (Viggo Mortensen) centraal staat. Aragorn werd voorgesteld als de onverschrokken verdediger van de Hobbit Frodo en zijn onafscheidelijke gezel Sam in hun missie om de ring te vernietigen die Middle-Earth naar de verdoemenis kan helpen. Maar hij heeft ook zo zijn eigen problemen: hij is troonopvolger tegen wil en dank, en als toekomstig koning van de mensheid moet hij in het reine zien te komen met zijn lotsbestemming en zijn volk redden van de ondergang.

Zelf zegevierde Jackson in zijn strijd tegen de grauwe toekomst die de studio tegemoet zag. Zijn nieuwe uitdaging is op schema te blijven in een trilogie die kans maakt een van de meest gedenkwaardige en winstgevende filmdrieluiken te worden sinds Star Wars of Indiana Jones.

Had je nog stress om ‘The Two Towers’ te maken, na het succes van het eerste deel?

Peter Jackson: Absoluut, ik was doodsbenauwd om mensen teleur te stellen. We zijn erg aangegrepen door de ongelooflijk goede respons op The Fellowship of the Ring. Tenslotte wil je met een film altijd een groot publiek bereiken, en de mensen een leuke bioscoopavond bezorgen.

Het eerste deel ging nog gebukt onder de inleiding van Tolkiens wereld, Middle-Earth en de vele personages. De kracht van de film schuilde in het evenwicht tussen de vechtscènes, de spectaculaire wezens en de uitwerking van de personages. Wat is de grote kracht van deel twee?

Jackson: We hebben opnieuw geprobeerd om een evenwicht te creëren tussen die verschillende facetten. Het eerste anderhalf uur in The Fellowship Of The Ring werd gespendeerd aan de opzetting, de voorstelling van de vrijwilligers van het broederschap, waarna ze zich uiteindelijk in het avontuur mochten storten. Ditmaal was het verhaal al bezig, dus heeft de film een vrij hoog tempo. Maar er komen ook een aantal nieuwe personages bij en de cultuur van Rohan wordt voorgesteld.

Deze film verschilt grondig van de eerste. The Two Towers is net zo goed, vind ik, omdat het geen doorslagje is van het eerste deel. It doesn’t feel like a carbon copy. Als je de film bekijkt zul je niet denken dat de mensen achter het project bij zichzelf hebben gedacht: Jeetje, deze formule had de eerste keer mooie resultaten, laten we er nog maar zo eentje maken.

‘The Two Towers’ zou ook duisterder zijn.

Jackson: Inderdaad, omdat de wereld wat realistischer is geworden. Beduidend lange stukken in de eerste film speelden zich af in de bovenwerkelijke gebieden van Middle-Earth – Hobbiton, Rivendell, het Lothlorien Forest. Deze film speelt zich voornamelijk af in Rohan, dat een tamelijk realistische vikingcultuur heeft. Het lijkt meer op Braveheart.

Mogen de fans zich aan nieuwe verrassingen verwachten?

Jackson: Wellicht het meest opmerkelijke aan de film zijn de visuele effecten van Gollum.

Een personage als Gollum lijkt nooit eerder vertoond op het scherm: een gruwelijk creatuur zonder die Yoda-achtige latexlook, je kunt de aderen en poriën zelfs zien.

Jackson: We wilden dat Gollum het beste CGI-personage ( ‘computer generated images’) ooit werd. Maar we deden het niet zomaar om beter te zijn dan de anderen, Gollum is wel degelijk een spilfiguur.

Was Gollum niet op een echte acteur gebaseerd?

Jackson: De hele verschijning baseerden we op Andy Serkis, een grandioos Brits acteur, die alle scènes met Elijah Wood en Sean Astin speelde. Ze moesten dus niet naar tennisballen of kleefband kijken, een benadering die grondig verschilt van de traditionele manier, waar acteurs nergens interactie mee hebben, omdat het allemaal special effects zijn. We deden al die moeite omdat, zelfs al is hij met de computer gemaakt, we Gollum onder de totale controle van één acteur wilden.

Welke acteurs schitteren in ‘The Two Towers’?

Jackson: De nadruk in The Two Towers ligt vooral op het menselijk verhaal. Fellowship was Frodo’s verhaal, want de film begint en eindigt met zijn tocht. Op het einde van de eerste film, splitst het broederschap zich in drieën: Merry en Pippin werden ontvoerd door de Uruks. Legolas, Aragorn en de dwerg Gimli volgen hen. The Two Towers heeft een verknipte structuur met verschillende verhaallijnen, die anders zijn in de eerste film. Het verhaal dat de structuur voortdrijft is dat van Aragorn, wiens verhaal start met de zoektocht naar de Uruks en nadien zijn integratie in de wereld van Rohan. Dat leidt tot het gevecht van Helm’s Deep.

Viggo Mortensen als Aragorn is een schrandere beslissing van de casting. Hoe wist je dat Viggo zo fascinerend zou zijn?

Jackson: Hij heeft iets heel on-Hollywood heldhaftigs over zich, zoals Russell Crowe. Er zijn Hollywoodhelden en niet-Hollywoodhelden, en die laatsten vind ik een hoop interessanter. Ze zijn niet dezelfde klassieke schoonheden, maar kunnen gekwelde helden, met gebreken, spelen. Aragorn denkt evenveel na als dat hij vecht. Viggo bezit die donkere, mysterieuze stille-jongenkwaliteit; hij is ook heel intelligent en gereserveerd.

Veel mensen beweren dat deze films een wereldster zullen maken van Viggo. Ik knik en glimlach dan even, want ik weet dat het Viggo geen reet kan schelen om een grote ster te worden. Die wereld laat hem volledig koud: het interesseert hem niet, het imponeert hem niet. Ik denk dat hij er eerder voor kiest om thuis te schilderen, poëzie te schrijven of zich te amuseren in plaats van het Hollywoodspelletje mee te spelen. Dat is een aspect van hem dat ik erg waardeer.

Liv Tyler als de elfprinses Arwen stuitte op heel wat protest van Tolkienfans, wellicht omdat ze Steven Tylers dochter is. Ze sprak met een lagere stem dan normaal, het leek wel bovenaards. Hoe wist je dat ze het er zo goed zou afbrengen?

Jackson: Omdat ik in Nieuw-Zeeland woon, ben ik niet zo op de hoogte van de moderne cultuur. Behalve van de paar films waarin zij speelt die ik heb gezien, was ik me niet zo bijzonder bewust van haar bekendheid. Ik wist niet eens goed wie haar vader was (Steven Tyler, de heel wat minder aantrekkelijke vader van Liv, is zanger van Aerosmith; gva). Het betekende allemaal niet zoveel voor mij. Wat me wel duidelijk werd, was dat ze dezelfde kenmerken vertoonde als Orlando – ze straalt iets speciaals uit. Ze heeft een wondermooi gezicht, een stille elegantie en bekoorlijkheid. Ik bekeek haar zoals ze was. Het is háár verdienste dat ze die fans kon overtuigen. En haar stem was overigens niet gedubd. Ze wordt verondersteld zo’n duizend jaar oud te zijn – zelfs al ziet ze eruit als Liv Tyler. We wilden op de een of andere manier de wijsheid inherent aan een oude leeftijd uitbeelden, en zij stelde voor om een lagere stem te proberen. Ze bezit de wonderlijke capaciteit om haar stem een Lauren Bacall-tintje mee te geven, en het voelde onmiddellijk gepast aan voor haar personage.

Net als Liv vond Elijah Wood zichzelf opnieuw uit, in de rol van Frodo.

Jackson: Met Elijah mochten we echt van geluk spreken: hij spoorde ons op. We waren in Engeland aan het casten, begin 1999, en we waren ervan overtuigd dat Frodo moest worden gespeeld door een jonge, onbekende Engelse acteur. We zagen er zo misschien wel 150 passeren en we waren niet bepaald in de wolken. Toen kregen we ineens een auditievideo van Elijah; hij had het script niet, dus droeg hij passages voor uit het boek in een gehuurd, miezerig hobbitkostuumpje. Een vriend filmde hem in het bos achter zijn huis terwijl hij enkele monologen deed, en toen we dat bandje zagen, stonden we perplex. Elijahs grote kracht, zeker in de rol van Frodo, bestaat uit zijn gave om complexe emoties en gedachten gewoon met zijn ogen kenbaar te maken.

Je bent een geschiedenisfanaat, en er zijn parallellen mogelijk tussen de trilogie en WO2 of zelfs met wat nu gebeurt in de wereld.

Jackson: We analyseerden inderdaad de thema’s die Tolkien aansnijdt: we gingen er wel niet zo ver in dat we onszelf begonnen af te vragen of Sauron Adolf Hitler is of Saddam Hoessein; daar waren we niet bepaald in geïnteresseerd. Tolkien scheen grote belangstelling te hebben voor zaken als vriendschappen, de wil om jezelf op te offeren zodat je land beschermd wordt tegen een groter kwaad – die zaken zijn gebaseerd op zijn eigen ervaringen in de loopgraven tijdens de Eerste Wereldoorlog.

Los van oorlog en invasie is ‘natuur versus machine’ een ander overheersend onderwerp. Tolkien had het gevoel dat hij honderd jaar te laat was geboren, en dat de uitvinding van de verbrandingsmotor het grootste kwaad was dat ooit geïntroduceerd werd op aarde. Hij had veel liever in 1820 geleefd, in het pre-industriële Engeland. Hij haatte de fabrieken en de schoorstenen. Hij beweerde dat de automobiel een slaaf van mensen maakte en hen voorschreef wat te doen. Zijn afschuw van die zaken komt duidelijk naar voren in The Two Towers, in de personages van Treebeard en de Ents, die hun buik vol hebben van de vernietiging van het bos en uiteindelijk naar de tovenaar Saruman trekken om een oorlogsmachine te laten bouwen.

De erven Tolkien distantieerden zich van de film. Kreeg je commentaar op ‘Fellowship’?

Jackson: Geen woord. De Tolkienfamilie is erg uitgebreid, en J.R.R Tolkiens literaire erfenis wordt beheerd door Christopher Tolkien met wie ik geen moment een woord heb gewisseld. We weten dat ze de film hebben gezien, maar tot dusver blijft het stil in dat kamp. We hebben geen idee wat ze ervan vonden. Maar de bredere familiekring van Tolkien is heel aardig geweest.

Heeft het succes van ‘Fellowship’ je veranderd? Heb je ondertussen eindelijk eens schoenen gekocht? (Jackson loopt over het algemeen blootsvoets)

Jackson: Wel, schoenen heb ik alvast niet gekocht. Ik heb maar twee paar schoenen, een glimmend zwart paar dat ik droeg tijdens de oscarceremonie en andere uitreikingen, en nog twee stumpertjes van sportschoenen die ik droeg tijdens de opnames. Ze zijn vier jaar oud, zitten vol gaten en vallen zowat uiteen. We hebben in feite niet de tijd gehad om veel te doen buiten het maken van deze films. Fran en ik kochten vijf jaar geleden wel een oud huis waarvan we het dak vervingen omdat het in slechte staat was.

De druk om drie films te maken op evenveel jaar moet toch wel zwaar wegen?

Jackson: Het is alsof ik aan een lopende band sta die geen moment trager gaat of stopt. Sinds het licht drie jaar geleden op groen werd gezet, lijkt het net alsof we sporen voor een trein aan het leggen zijn. Je probeert elk element in de productie van de film zo goed mogelijk af te handelen. Daarna ga je direct door naar de volgende stap want er is een grote trein die je op de hielen zit: je bent verbeten sporen aan het leggen vooraleer de trein je inhaalt. We hebben amper tijd gehad om op adem te komen!

Ik ben zo jaloers op cineasten die zes maanden, soms een jaar rust nemen na een film. Maar ik kan niet klagen; ik heb veel plezier beleefd aan deze ervaring. We hebben alles gedaan met hetzelfde team dat er in het begin was, en het gaf ons een ongelooflijke morele boost toen de eerste film zo’n succes bleek. We hadden eerst drie, vier jaar gewerkt vooraleer we ineens een reusachtige bevestiging kregen van de wereld.

Zal het moeilijk zijn om na het derde deel, ‘The Return of the King’, alles los te laten?

Jackson: Ongetwijfeld, vooral door de relaties die we hebben opgebouwd. Ik kijk ernaar uit om The Return of the King te filmen, volgend jaar. Maar we weten dat als we daarmee klaar zijn, het de laatste keer zal zijn dat we Elijah met de pruik en zijn grote rubberen voeten zagen; we zullen vaarwel moeten zeggen aan Ian McKellen, Viggo en Liv. Ik ben er zeker van dat er heel wat tranen zullen vloeien; het zal enorm triest zijn om afscheid te nemen. Alle mensen die meehielpen aan de film, zijn vrienden geworden.

Na je eerste film was je in de running voor grote films, maar we hoorden drie jaar lang niets van je. Enig idee van wat volgt? Ga je ‘King Kong’ verfilmen? Je schreef het scenario enkele jaren geleden voor Universal.

Jackson: Universal heeft ons gesproken over Kong, en ik zou het dolgraag doen. Maar Fran en ik willen liever eerst iets kleinschaligs doen. Volgend jaar schrijven Fran en ik een andere film, een beetje op maat van Heavenly Creatures. Niet opnieuw een moordverhaal, maar een waar gebeurd Nieuw-Zeelands drama. We zullen het eerst schrijven, dan met studio’s praten, in Nieuw-Zeeland blijven en het draaien met een klein budget. Het zal nog enkele jaartjes duren voor een bigbudgetfilm als King Kong het daglicht ziet.

Je hebt met ‘Lord of the Rings’ een overtuigend argument geleverd om grote films in Nieuw-Zeeland te draaien. Was dat een zijmotief van de trilogie: tonen dat het ook kan ‘buiten Hollywood’?

Jackson: Ik hou van Nieuw-Zeeland. Telkens we een film hebben gemaakt, gaat de opbrengst naar de bouw van een kleine wereld voor onszelf: met de opbrengst van een film kocht ik zo een pakhuis dat omgebouwd werd tot studio. Een andere film stelde ons in staat een pakhuis te kopen waar we de computers voor de special effects in konden plaatsen. Nog een andere film zorgde voor een lab en een faciliteit voor de geluidsmix. Ik heb voortdurend mijn geld gepompt in een miniversie van George Lucas’ Skywalker Ranch, waar je – weg van Hollywood – films kunt maken. Ik ben erin geslaagd één per één alle redenen weg te werken waarom ik films buiten Nieuw-Zeeland zou moeten maken. Ik deed het erg bedachtzaam zodat ik kon blijven. Ik ben in geen enkel aspect van Hollywood geïnteresseerd, behalve dan in de films die daarvandaan komen. Ik weet niet precies hoe het komt, maar ik ben ervan overtuigd dat de kwaliteit van de film te maken heeft met het feit dat we zo ver en afgelegen leven.

Interesseren andere zaken je nog, buiten regisseren?

Jackson: Ik doe precies waar ik van hou, iets dat ik al van mijn achtste of negende doe. Het voelt niet eens zo verschillend aan. Ik voel me nog steeds dat negenjarig ventje dat uitzoekt welk perspectief hij zou gebruiken met zijn klein videocameraatje.

Movieline

Vertaling Gunther Van Assche

Door Michael Fleming

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content