Uit de as van Marvelas Something en een dozijn andere groepen rijst heden Stadt. Vier doorgewinterde, in de jazz beslagen muzikanten die op hun album Escalators afdalen in de psychedelica, prog- en krautrock. Ook beschikbaar in VTM-versie.

Alles komt terug, zelfs jazzrock. Wanneer het verketterde woord valt, bekijken de drie aanwezige bandleden me alsof ik net een luide boer heb gelaten. ‘Goh, die jazzconnotatie hoor ik niet zo graag’, reageert zanger/toetsenist Fulco Ottervanger. ‘Eigenlijk is het een soort scheldwoord, niet?’, oppert drummer Simon Segers, die ook de vellen bij De Beren Gieren en het afrobeatensemble Black Flower beroert. ‘Improvisatie is anderzijds wel een heel belangrijk gegeven binnen de groep’, werpt zijn broer en gitarist Frederik op. ‘We maken wel liedjes, maar live willen we die liedjes telkens anders interpreteren.’

SIMON SEGERS: Dat is bij Pink Floyd ook het geval. En Pink Floyd zou je toch nooit jazzrock noemen?

FULCO OTTERVANGER: Het woord ‘jazz’ heeft gewoon nogal een stoffige connotatie, vind ik. Het lijkt soms een oud woord voor ‘een beetje raar’.

SIMON: Net als ‘fusion’, dat klinkt ook al zo fout. Zélfs in de keuken. (lacht) De elektrische Miles Davis van Bitches Brew en zo, dát is fusion – of jazzrock, zo je wilt – die ik wel kan smaken. Maar de muziek van The Weather Report vind ik niks. Veel te glad.

FREDERIK SEGERS: Best grappig, deze discussie, want jaren geleden, toen we nog in een groep zaten met leden van Absynthe Minded, maakten Simon en ik échte jazzrock. We hadden zelfs een nummer dat So You Want to Be a Jazzrock Guitarist heette!

SIMON: We lachten er dus mee.

Ik zei het vooral om jullie te jennen. In een oude bio vond ik wel het woord ‘krautpop’ terug.

SIMON:(knikt) De krautrock van Can en aanverwanten is onze grootste gemene deler.

FREDERIK: Het is ook wat ons onderscheidt van andere seventies rock- revivalgroepen, want in die categorie passen we zogezegd ook. Alleen is onze ritmesectie veel rechter en strakker. De manier waarop Joris (Cool, bassist, nvdr.) speelt, is helemaal anders dan hoe je het bij pakweg Tame Impala zou horen. Dat, in combinatie met onze improvisaties, geeft Stadt zijn unieke karakter.

En de -t in Stadt geeft het geheel een faux-Duits tintje?

OTTERVANGER: Het ziet er gewoon goed uit. Ik heb zelfs lang niet geweten dat Stadt een Duits woord was.

SIMON: Ah, neen? Ik wel, hoor. Het kind moest een naam hebben, hé, en Stadt heeft wel iets iconisch, vonden we. Fulco, jij hebt toch ook een fascinatie met steden, en hoe elke stad haar eigen karakter heeft?

OTTERVANGER: Dat is waar.

Fulco, hoe ben jij bij deze Gentenaren verzeild geraakt?

OTTERVANGER: Ik groeide op in Brussel, en daar leerde ik op een dag op de metro een leuke Vlaming kennen met de naam Floris Erbuer, een drummer met wie ik aan de praat raakte over muziek: dEUS, Frank Zappa en Miles Davis. Via hem heb ik deze twee leren kennen. Sindsdien spelen we samen muziek.

FREDERIK: Destijds speelden we vaak in een studio in Tienen, bij Bernd Adams, de broer van Olivier Adams van Praga Khan. Daar is onze eerste groep, Members of Marvelas, ontstaan, tijdens het nachtenlange jammen.

SIMON: Zo zijn we begonnen, ja. Jammen tot we erbij in slaap vielen, in de schemering van de lavalamp.

OTTERVANGER: Ter verdediging: de lava in die lavalamp deed het niet meer. (lacht)

Fulco, door je podiumcapriolen word je wel eens ‘sjamaan’ genoemd . Tevreden mee?

OTTERVANGER: Ja en neen. Want ik kan het eigenlijk niet goed, frontman zijn. Het zorgt wel voor een zweem van mysterie rond de band, en dat vind ik dan wél weer goed.

SIMON: Wanneer je tekeergaat op je blokfluit vind ik je toch redelijk sjamanistisch, eerlijk gezegd. Fulco wil het niet gezegd hebben, maar eigenlijk is hij het creatieve brein achter Stadt. Hij komt met de teksten en de meeste ideetjes aanzetten.

FULCO: En vervolgens doen jullie toch lekker waar jullie zin in hebben.

Met Stuff. en The Germans lopen er in het Gentse nog twee bejubelde bands rond die hun jamroots niet verloochenen. Met jullie timing lijkt het goed te zitten.

FREDERIK: Nochtans doen wij net als The Germans – die ik trouwens erg goed vind – al tien jaar gewoon ons ding. Alleen hebben we al verschillende namen gehad, en misten we blijkbaar af en toe de juiste stroming.

SIMON: Wie lang genoeg uit de mode is, komt er vanzelf weer in, of hoe zeg je dat? Met Members of Marvelas bevonden we ons inderdaad in het verkeerde tijdperk. We waren ook met te veel, met zeven man in totaal. Veel te chaotisch. Terwijl de muziek eigenlijk al vol genoeg zat wanneer we af en toe met zijn vieren dingen uitprobeerden. Uit dat besef is gaandeweg het kwartet Marvelas Something ontstaan. Die naam werd bedacht door Gerald Claes, de uitbater van de Charlatan in Gent. Op zondag mochten we zijn podium gebruiken als speeltuin.

Als jullie één groep mogen kiezen waarvan Stadt het voorprogramma mag spelen, welke wordt het?

FREDERIK: Ik geloof The Flaming Lips.

FULCO: Of MGMT.

FREDERIK: En Can als het een band uit het verleden mag zijn.

FULCO: Misschien moeten we ons eigen voorprogramma spelen?

SIMON: Het zou nog lukken ook.

FULCO: En nadien de VTM-versie van Stadt.

FREDERIK: Daarvoor moeten we wel een percussiespeler inlijven, vind ik. Zo eentje die aan de conga’s de hele tijd een brede smileop zijn gezicht heeft, en niet van zijn glockenspiel kan blijven.

ESCALATORS

Nu uit via Fons.

DOOR JONAS BOEL

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content