Alleen zanger Simon LeBon is niet verbaasd over het hernieuwde succes van Duran Duran, de band die twintig jaar geleden over de wereld heerste. ‘Ik wist meteen: dit wordt fantastisch.’

Door Peter Van Dyck

‘astronaut’

nu uit bij sony

The Fab Five’, kopte het Amerikaanse magazine Rolling Stone anno 1985 bij de coverfoto van Duran Duran. Een knipoog naar The Beatles, inderdaad, want de band rond zanger Simon LeBon herinnerde aan de pre-rockperiode, toen bands op luchthavens en in hotels opgewacht werden door een gillende horde fans. De punk was nog niet helemaal dood en de rock was overladen met politieke boodschappen tegen het grauwe Thatcherisme, toen de band begin jaren tachtig uitpakte met pretentieloze catchy popsongs vol seks, zon en andere sci-fi-fantasieën en zo de pop nieuw leven inblies. Hun timing was perfect, ook omdat MTV net was opgestart: de muziekzender was hopeloos op zoek naar content, en Duran Duran investeerde clever in videoclips waarin ze hun trendy looks en glamoureuze levensstijl – compleet met schaars geklede babes – gretig in de verf zetten. Schaamteloos, fulmineerde het rock establishment, maar het werkte.

Hun hoogdagen duurden vier jaar, tot drummer Roger Taylor en zijn broer en gitarist Andy in 1986 de band verlieten. Vanaf toen ging het langzaam maar zeker bergaf, tot het absolute dieptepunt Pop Trash in 2000 toe. Stichter en derde broer John Taylor had het zinkende schip drie jaar eerder verlaten, maar zanger Simon LeBon en toetsenist Nick Rhodes hielden koppig het beschimpte vaandel hoog, al zagen ze zichzelf gedoemd tot optredens in achterafzaaltjes her en der. ‘Ik had het gevoel dat ik in een bad lag waarvan het water langzaam wegsijpelde’, vertelde LeBon eerder in de Britse pers. ‘We stevenden recht af op een fin de carrière als verrassingsact in hotelreservaten.’

De kentering kwam er nog in 2000. Nadat BBC de documentaire Wild Boys: The Story of Duran Duran had uitgezonden, kreeg LeBon een telefoontje van de drie Taylors, met de vraag of hij niet geïnteresseerd was in een reünie. ‘Het verbaasde me niks’, bezweert de zanger ons van op zijn bed in een Amsterdamse hotelkamer. ‘Dat John, de verloren zoon, zou terugkeren, lag in de lijn van de verwachtingen. Duran Duran is tenslotte zijn baby: hij heeft de band destijds samen met Nick opgericht, en hij is er jarenlang de architect van geweest. En Andy en Roger? Wel, in hun plaats had ik al véél eerder naar de telefoon gegrepen. Echt gek veel hebben ze de voorbije jaren immers niet uitgevreten.’

LeBon is ondanks het verstrijken van de jaren even charismatisch, ad rem en zelfverzekerd gebleven als de jonge fashionisto die zichzelf ooit typeerde met de onsterfelijke quote ‘ I don’t love myself to death. Ik denk gewoon dat ik geen minpunten heb.’ ‘Natuurlijk was er eerst enige schroom’, vertelt hij. ‘We waren ondertussen veertigers geworden, en onze magische periode lag al twintig jaar achter ons. De kans was reëel dat een reünie ons in verlegenheid zou brengen, maar we wilden het toch graag proberen. Als we er niet in slaagden bevredigende nieuwe songs te schrijven, dan zouden we het bij een Greatest Hits-tournee houden, en zand erover.’

De vijf besloten om het nieuwe materaal op dezelfde manier bijeen te pennen zoals ze dat met hun oude hits hadden gedaan: samen in een kamer, discussiërend over elke riff en elke strofe. Een hachelijke onderneming, zeker als je weet dat LeBon en Andy Taylor destijds met vlammende ruzie uit elkaar zijn gegaan. ‘In het begin was er nog wat vijandigheid,’ geeft hij toe, ‘maar dat evolueerde snel naar de oude vertrouwde gezonde spanning. Andy komt nog altijd even scherp uit de hoek als twintig jaar geleden, soms op het oncomfortabele af, en we kunnen makkelijk een hele dag discussiëren over één detail. Ik vind dat gekissebis heel stresserend, maar Andy ziet er wél heil in. ‘Ik wil je passie zien’, zegt hij dan. ‘Ik wil zien hoeveel je om de songs geeft.’

‘De locatie hielp’, lacht LeBon. ‘We huurden een huis in pure Duran Duran-stijl, vlakbij Saint Tropez. De herinneringen aan onze zakelijke en artistieke hoogdagen, met alle geneugten die erbij kwamen kijken – de mooie meiden, de snelle auto’s – lagen er voor het grijpen. Dat heeft toch een onlosmakelijke affectieve band gecreëerd. De eerste jamsessie vergeet ik nooit meer. Ik nam een duik in het zwembad terwijl de rest soundcheckte. Ik hoorde meteen de gitaar en de toetsen harmoniëren. Ik dacht bij mezelf: dát heb ik jaren niet meer gehoord. John schudde vervolgens een baslijn uit z’n mouw en Roger haakte daar met een ritme op in. Terwijl ik baantjes aan het trekken was, kreeg ik prompt een melodie in mijn hoofd. De eerste song was al geboren. Ik wist meteen: dit wordt fantastisch. Het was zo opwindend! Terwijl ik mezelf afdroogde, wandelde ik de repetitieruimte in en ik zag vier gezichten met zo’n fuckin’ brede smile (spreidt zijn armen). De haren op mijn armen kwamen recht. Yes, we kunnen het nog! Shit, ik word er weer helemaal week van.’

Astronaut, het nieuwe album, werd opgenomen over een periode van drie jaar en klinkt vintage Duran Duran. De band, die toch om en bij de zeventig miljoen singles en albums had verkocht, dacht dat een nieuw platencontract een formaliteit zou zijn, maar dat was het niet. De muziekbusiness zat niet te wachten op vijf hasbeens, hoe groots ook hun verleden was. LeBon en co lieten zich niet van hun stuk brengen, en besloten een tournee te boeken in Japan, een van de landen waar ze hun grootste successen hebben gekend. Een maand zouden ze toeren. Het werd uiteindelijk een wereldtournee van een jaar, inclusief zeventien stadionshows in Engeland. Plots was er wel interesse, veel interesse, en kreeg de groep bij Sony een wereldcontract voorgeschoteld – het soort deal waarmee een manager zijn job in de weegschaal legt, wordt gezegd, maar precieze cijfers zijn er niet.

Met de interesse kwam ook de erkenning. Was de band in de jaren negentig nog de laughingstock van de pop, nu worden ze overal bejubeld. De voorbije twaalf maanden kregen ze maar liefst drie Lifetime Achievement Awards: van MTV, op de Brit Awards en van het Britse maandblad Q. Nieuwe, jonge sensaties als Scissor Sisters en Goldfrapp vernoemen Duran Duran te pas en te onpas als hun belangrijkste inspiratiebronnen, Justin Timberlake bekende met plezier dat ze zijn favoriete band ooit zijn, en Gwen Stefani, Courtney Love en de zanger van Korn betaalden een ticket om hen live aan het werk te zien in LA. De band is zelfs weer hot in Britse clubs: deejays die jarenlang hun neus ophaalden voor oude hits als Rio, The Reflex en Girls On Film, gooien ze nu gretig in hun pompende house-remixes. ‘Die MTV Lifetime Award is voor mij hét hoogtepunt van de voorbije vijfentwintig jaar’, zegt LeBon. ‘Het kwam als een complete verrassing. In de jaren negentig leek het wel alsof Duran Duran bewust uit de popgeschiedenis werd gewist. Ik herinner me een artikel over de eighties waarin we niet eens vermeld werden. Kom nou! Zó weinig hadden we toch niet betekend, dat wist ik wel zeker. En wat stelde A-Ha voor? Ik denk dat wij toch méér symbool stonden voor wat de eighties te bieden hadden. Toen we die Award ontvingen, smolt alle frustratie en onzekerheid weg.’

Waarmee LeBon absoluut niet wil gezegd hebben dat Duran Duran nog altijd een eightiesband is. ‘We maken zelfs geen deel uit van de eightiesrevival. Astronaut is een plaat van nu!’ Precies, maar voor een prille dertiger is het er wel eentje met een nostalgisch tintje.

Peter Van Dyck

‘We maken geen deel uit van de eightiesrevival. Astronaut is een plaat van nu!’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content