WAT DE BOTOX NIET KAN VULLEN

Hoe maak je een film die nog ambitieuzer is dan Il Divo? Nog grotesker dan This Must Be the Place, waarin Sean Penn er de hele tijd bij loopt als opper-Cure Robert Smith? Paolo Sorrentino vond het antwoord in de decadente schoonheid van La grande bellezza, zijn poging tot een Dolce Vita voor de Berlusconi-generatie. ‘Achter de lelijkste dingen zit soms schoonheid verborgen.’

Alle wegen leiden naar Rome. Een Italiaanse regisseur zonder inspiratie kan altijd nog een Rome-film maken – over een eeuwige stad ben je niet gauw uitverteld. De Italiaan met ambitie geeft Rome evenzeer vroeg of laat een hoofdrol, wetende dat Fellini, Pasolini, Visconti, Rossellini, De Sica, Antonioni en Scola hem voorgingen. Sorrentino – niet meteen de nieuwe Fellini, maar toch de enige die in de buurt komt – blijft niet achter. In zijn flamboyante stijl portretteert hij de beau monde die met de botoxglimlach van decadent feest naar holle happening holt alsof niet de stad maar zij het eeuwige leven hebben. Hun leegte en ennui zou niet te verdragen zijn, werd ze niet eloquent doorprikt door Jep Gambardella, nachtraaf par excellence maar ook de scherpzinnigheid zelve.

Een Romefilm, moest het er vroeg of laat eens van komen?

PAOLO SORRENTINO: Ik ken Rome nu toch al een tijdje. Het werk bracht me naar daar (Sorrentino is afkomstig van Napels, nvdr.) en vervolgens ben ik er gaan wonen. Ik heb ruim de gelegenheid gehad om de verhalen van de burgerij over de Romeinse feestjes te verzamelen. Ik broedde al langer op een film die dat wereldje beschrijft, op een film die de tegenstrijdigheden, de schoonheid, de evenementen en de mensen van Rome verbindt. Maar het ontbrak aan een bindmiddel. Pas met het idee voor het personage Jep Gambardella werden de filmplannen concreet. Na twee jaren door Europa en de VS gedoold te hebben voor This Must Be the Place (2011) wilde ik absoluut dicht bij huis blijven. Niet dat ik vanuit mijn luie zetel gefilmd heb. La grande bellezza is een zeer ambitieuze film en de opnames waren uitputtend.

In hoeverre overdrijf je het leven van die rijke, rotverwende Romeinse elite?

SORRENTINO: Huiveringwekkend genoeg is wat je ziet geen droom maar realiteit. Een realiteit die ik heruitvind en herbekijk met de middelen die ik als filmregisseur ter beschikking heb, maar niettemin een realiteit.

Flaubert wordt meermaals geciteerd in je film. Dus deze vraag kon je zien aankomen: Jep Gambardella, c’est toi?

SORRENTINO: In het geval van Flaubert en zijn Emma Bovary was dat een interessante vraag. In mijn geval is ze irrelevant. Dit gezegd zijnde, ik heb wel een paar zaken gemeen met Jeb. Vooral dan die onthechte manier om naar het leven te kijken, die niet aflatende zoektocht naar schoonheid, echte emoties. Die zoektocht ligt aan de basis van mijn verlangen om mezelf artistiek uit te drukken, om films te maken.

Werkt te veel schoonheid verlammend?

SORRENTINO: Ja. Dat is zonder twijfel een van de redenen waarom Jeb maar één boek geschreven heeft. Als je omringd wordt door te veel schoonheid – en in Rome durft dat al eens te gebeuren – schieten woorden te kort. Geen woorden hebben is voor een schrijver verschrikkelijk. Ik heb dat probleem op mijn manier opgelost. Door de schoonheid elders te gaan zoeken. Ik bespeur bijvoorbeeld geen schoonheid in lichamen via plastische chirurgie of botox ombouwen. Maar in de botoxinjectiescène in de film zit wel een zekere schoonheid. Die scène is géén statement – dat is vandaag de dag veel te gemakkelijk – maar waarom wordt er zo overdreven misbruik gemaakt van die technieken? Wat gaat daarachter schuil? Als je het mij vraagt, zit daar veel pijn en verdriet achter en het onvermogen om te aanvaarden dat alles vervliedt. Met andere woorden, achter het artificiële is menselijkheid te vinden. Achter de lelijkste dingen zit soms schoonheid verborgen.

Scola’s La terrazza of Fellini’s La dolce vita gaan jouw film vooraf. Hou je daar bewust rekening mee?

SORRENTINO: Uiteraard heb ik aan die films gedacht. Maar de tijden zijn veranderd. Fellini filmt een leegte in een gouden tijdperk. Het feesten is er mee ingefluisterd door opwinding, enthousiasme en de hoge verwachtingen over de toekomst. Vandaag worstelen we met leegte en de afwezigheid van betekenis zonder de minste positieve energie. We kijken niet vol verwachting naar de toekomst.

Vanwaar die uithaal naar de idiotie van de performancekunstenaar die naakt met haar hoofd tegen de muur loopt?

SORRENTINO: Ik gebruik ironie als ik het ergens niet mee eens ben. Ironie is een fantastisch middel om kritiek te geven op zaken waar je niet van houdt of die je niet deelt. Jeb doet niets anders. Maar wanneer hij naar de expo gaat van de man die elke dag een foto van zichzelf neemt, laat hij zijn schild wel meteen zakken. Dan is hij geraakt door wat hij ziet en door de gevoelens die het werk bij hem oproept. De kunstvormen waar ik van hou zijn verbonden met gevoelens en emoties. Artistieke expressie zal er altijd zijn. De vraag is vooral hoe we de écht interessante artistieke expressie kunnen traceren. Dat is niet gemakkelijk.

Visueel overdonder je de toeschouwer meer dan eens. Waarom sloof je je zo uit? Kruipt daar niet gigantisch veel tijd in?

SORRENTINO: Ja, natuurlijk. Als ik minder zou werken aan het visuele aspect, zou ik het mezelf een pak makkelijker maken. De films zouden wellicht goedkoper zijn en ik zou verlost zijn van de kritiek dat ik excessief ben. Maar ik kan het visuele niet terugschroeven. Dit is mijn taal. Dit ben ik.

Antonio Capuano (Italiaans regisseur, nvdr.) is de man die me geleerd heeft hoe je een film maakt. Van hem heb ik onthouden dat je in cinema maar vijf dingen vertellen kunt. Ik ben ervan overtuigd dat hij gelijk heeft. Ieder van ons heeft niet meer dan vier, vijf dingen te vertellen. Gelukkig hebben we niet allemaal dezelfde vijf dingen te vertellen. Ik zal blijven films maken over de dingen die volgens mij verteld moeten worden.

Hoe ziet jouw Grote Vijf eruit?

SORRENTINO: Ik vrees dat ik maar twee dingen te zeggen hebben. Vijf, dat is voor de groten, Fellini en Kurosawa.

LA GRANDE BELLEZZA

Vanaf 25/9 in de bioscoop.

DOOR NIELS RUËLL

Paolo Sorrentino ‘FELLINI FILMDE LEEGTE IN EEN GOUDEN TIJDPERK. VANDAAG WORSTELEN WE OOK MET LEEGTE, MAAR WE KIJKEN NIET MEER VOL VERWACHTING NAAR DE TOEKOMST.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content