Met zijn vierdelige reeks The Kills werd hij als eerste thrillerauteur ooit genomineerd voor de Man Booker Prize. Maar Richard House heeft meer in zijn mars. Als grafisch kunstenaar overtuigde hij de traditionele uitgeverij Picador om het digitale boek te exploreren. Een gesprek met een baanbreker. ‘Liegen is bijzonder eenvoudig in een taal die je niet kent.’

Het moet een generatiebepalend moment geweest zijn. Wat de maanlanding, de moord op JFK, de dood van Elvis, de val van de Berlijnse Muur en de Witte Mars waren voor vorige generaties, dat was 9/11 voor ons. Vraag aan gelijk wie waar hij of zij op dat moment vertoefde, en het antwoord zal zijn: voor de televisie, met mijn hand in ontzetting voor mijn mond geslagen. De aanslag op de Twin Towers, door heel de wereld live gevolgd, zal het einde van een interbellum markeren. De hoop op relatieve wereldvrede die na de val van de Muur en het instorten van de USSR opflakkerde, werd met twee vliegtuigen weer in de kiem gesmoord. Terreur zou ons deel zijn, en de aanslagen in Londen en Madrid wakkerden de internationale angst en de daaruit voortvloeiende spanningen nog aan. De oorlogstrom weerklonk en landen die sowieso nog in de middeleeuwen leefden, werden weer naar het stenen tijdperk gebombardeerd. Haviken beleefden hoogdagen. Het militair-industriële complex waar Eisenhower nog voor waarschuwde, lachte als een jakhals.

In de nadagen van 9/11 regeerde het cynisme. Hoewel Irak niets met de aanslagen te maken had – de vijand bevond zich in een dictatuur iets verderop, but, hey, close enough – viel Bush met een coalition of the willing het land binnen, niet zonder bij monde van sukkelmarionet van de dag, generaal Colin Powell, de VN bewust te hebben voorgelogen over de vermeende massavernietigingswapens waarover übervijand Saddam Hoessein zou beschikken. Op wat verroeste scudraketten en kalasjnikovs na bleek het land vooral een armoedig lapje grond waar een verpauperde bevolking probeerde te overleven onder een tiranniek regime. Na de tactiek van de verschroeide aarde en ontelbare oorlogsslachtoffers – cijfers lopen, zelfs in de mildste schattingen, in de 100.000 – begonnen we aan de nobele wederopbouw. De soldaten trokken zich terug, enkel om vervangen te worden door huurlingen die opereerden onder de naam Blackwater. Dat bedrijf bestaat niet meer: telkens ze, per ongeluk natuurlijk, een burgerdoelwit raken en die schanddaad toevallig wat internationale pers meekrijgt, veranderen ze de naam op hun visitekaartje. Laatste titel: Academi. Klinkt opvoedkundig verantwoord. Hun voornaamste taak: de oliebelangen van de contractors veilig stellen, waar de hele oorlog natuurlijk om te doen was. Gooi smakken geld in een bouwput, ergens in een woestijn waar niemand nog een zier om geeft, en je kweekt een broeihaard van corruptie en zwendel. Graaien in de trommel tot de zanderige bodem bereikt is.

Dat is het hebberige vertrekpunt van The Kills, een vierdelige thrillercyclus waarvan Sutler, het eerste deel, dit jaar in de Lage Landen in vertaling verscheen. Een naamloze consultant – hij wordt John Ford genoemd maar dat is een pseudoniem – wordt ten onrechte beschuldigd van gesjoemel met bouwfondsen en krijgt een hele rist vijanden achter zich aan, van huurmoordenaars tot verzekeringsagenten en CIA-spionnen. Tijdens zijn turbulente vlucht ontmoet hij onder meer Eric, een jonge backpacker die bezeten is door een bizarre moord in Napels en bijzonder handig blijkt in encryptie. Samen proberen ze de wolven te slim af te zijn.

De reeks werd als enige thriller ooit genomineerd voor de National Book Award, een opsteker voor auteur en kunstenaar Richard House, die best zenuwachtig was toen hij de turf – in sommige landen wordt de hele cyclus in één band uitgegeven, wat jammerlijk genoeg hier niet gebeurde – in de UK op de markt bracht.

RICHARD HOUSE: Vreesde ik de rechtse pers? Ten dele. Het Verenigd Koninkrijk maakte deel uit van de troepenmacht in Irak, maar de sympathie voor die oorlog is de laatste jaren, zelfs bij de meest rabiate aanhangers, toch serieus afgekalfd. Dat merk je aan de scheldtirades die Blair tegenwoordig mag ondergaan. Een beetje laat, natuurlijk. Maar neen: The Kills is overwegend lovend onthaald. Het moet wel nog verschijnen in de VS. Daar ben ik wel benieuwd naar.

Een vanzelfsprekende uitgave was The Kills niet. Op het eerste gezicht lijkt het gewoon veel papier – en laat dat net de corebusiness van een uitgeverij zijn – maar House kon de grafisch kunstenaar in zichzelf niet onderdrukken en voorzag de digitale versie van allerlei extra’s. Postkaartfoto’s van de locaties die Ford op zijn vlucht aandoet, sfeerbeelden, illustrerende filmpjes die net iets meer over de personages prijsgeven, en zelfs een uitwerking van de encryptiecode die Eric gebruikt. Of de uitgevers zich niet in de haren krabden met dergelijke meerkost?

HOUSE: Niet echt. Toen ik met uitgeverij Picador ging samenzitten, hadden we vrij snel door dat dit een omvangrijke cyclus zou worden en ze zagen de potentiële meerwaarde van een gepimpte digitale versie wel. Maar de markt moet er nog aan wennen: de recensenten hielden het traditioneel, bleven bij de pure tekst, alsof ze niet goed wisten wat aan te vangen met het bonusmateriaal. Maar ik merk dat de blogs het wel oppikken, en dat ik er een ander publiek mee bereik.

Moeten we nu toch vrezen voor het einde van het papieren boek?

HOUSE: Absoluut niet. En ik blijf zelf een grote voorstander van het gedrukte boek. Het ligt eerder aan mijn andere dada’s: tijdens het schrijven voelde ik de artistieke genen kriebelen. Eerst zat ik gewoon op het internet wat gelaatsfoto’s te verzamelen, Panini-prentjes van onbekenden zeg maar, niet goed wetende wat ik daarmee zou aanvangen. Maar gaandeweg zwol die digitale verzamelwoede aan en dacht ik: ‘Misschien kan ik hier iets mee doen, kan ik de mogelijkheden van het e-book verkennen.’ Het is zeker ook niet nieuw. Ken je The Secret History?

Euh, het zelfhulpboek waarin het ultieme geluk altijd voor het grijpen ligt, zijnde in de volgende, net iets duurdere uitgave?

HOUSE: Neen, sorry, The Silent Historymy mistake. Het is een roman speciaal ontworpen voor de iPad. Aanvankelijk was het maar een kleine app waar drie auteurs een vervolgverhaal te berde brachten – ook dat is niet nieuw: Dumas deed het hen al voor met De graaf van Monte-Cristo – maar wel de verhaallijn koppelden aan je gps-locatie. Ondertussen is het een interactief gebeuren, over een groepje kinderen dat zich niet in taal kan uitdrukken maar wel over andere gaven beschikt. Fascinerende evolutie vind ik dat.

Ben je niet eerder een kunstenaar die zich nu toevallig in woorden uitdrukt?

HOUSE: Interessante vraag. Ga ik als visueel kunstenaar anders te werk dan een reguliere schrijver? Onze opleidingen zijn alvast heel verschillend. Schrijvers volgen meestal creative writing, een vak dat onlosmakelijk verbonden is met de literatuurafdeling, terwijl kunstenaars een veel ruimere opleiding genieten. Wij worden meer gedwongen andere materialen te onderzoeken. Stel: een kunstenaar heeft een idee voor een video-installatie maar het resultaat bevredigt hem niet meteen. Dan zal hij, vanuit zijn achtergrond, makkelijk overschakelen naar een ander medium, eens audio of pakweg houtskool uitproberen. Whatever works. Dat zie ik een schrijver niet meteen doen. Een ander verschil: ik werk graag in groep, wat voor veel reguliere auteurs pure horror is. Ik hou van een creatief nest waarin ik mijn ideeën kan aftoetsen. Op dit moment zijn we in voorbereidende gesprekken om een tv-reeks te maken gebaseerd op The Kills. Een ex-baas van HBO, Colin Calender, was zeer geïnteresseerd, en op dit moment is zijn productiehuis bezig met het verfilmen van Wolf Hall, Hilary Mantels historische roman. Heel spannend allemaal. Maar ik geniet ervan met zo’n team schrijvers en regisseurs samen te zitten en ideeën rond te kaatsen. Neen, het eenzaam op een zolderkamertje zitten is niet altijd aan mij besteed.

Toch, een cyclus van vier boeken: zelfs reguliere auteurs zouden in hun haar krabben. Hoe begin je daaraan?

HOUSE: In het midden. Het idee voor het derde boek kwam eerst. Ik zat in Napels en omdat ik verschrikkelijk slecht ben in talen – ja, een echt gebrek voor een auteur – besloot ik een beginnerscursus Italiaans te volgen. En dan zit je daar, met mensen die je van haar noch pluim kent, korte zinnetjes uit te wisselen: ‘Ik ben Richard. Ik kom uit Engeland. Ik ben getrouwd.’ Het viel me op hoeveel je van jezelf bloot geeft. In die drie frases ken je mijn naam, mijn woonplaats en mijn huwelijkse staat. Juist doordat je zo weinig van de taal kent, ben je geneigd het simpel te houden. En dan vertel je de waarheid, omdat dat het eenvoudigste is. Liegen lukt pas als je over een breder vocabularium beschikt. Maar als je dat eenmaal doorhebt, is het meteen ook bijzonder eenvoudig om te liegen. Van naam wisselen kan onmiddellijk, en niemand die aan je woorden zal twijfelen, opnieuw omdat niemand je tot leugens in staat acht. Zo kwam ik op het idee dat wildvreemden elkaar makkelijk kunnen bedotten, ook al lijk je een hulpeloze toerist die zijn eerste stapjes in een nieuwe taal zet.

Napels, Rome, Marokko: je hebt je research gedaan. Ben je ook in Irak geweest?

HOUSE: Neen. Het was eerlijk gezegd ook niet nodig. Ik stam uit een militaire familie. Vroeger reisde ik van legerbasis naar legerbasis, naargelang de opdracht van mijn vader, en een van de sterktes van legers is dat ze overal op dezelfde manier opereren en dat de gebouwen over een militaire logica beschikken. Dus ik wist precies wat ik me erbij moest voorstellen, ook al stond mijn compound dan in het midden van de woestijn. Trouwens, de steden die je noemt, heb ik wel bezocht, maar ik ben een geografische ramp – gelukkig voor het vaderland ben ik niet in mijn vaders voetsporen getreden – en ik ben al blij als ik mijn hotel terugvind. Veel blijft er van zo’n bezoek ook niet plakken. Een sfeer, een geur, enkele steegjes waarvan je de naam wel onthoudt, een typisch gerecht. Maar dat is het dan ook. Echt grondig zo’n stad verkennen en al die informatie dan in je boek pleuren, is niet aan mij besteed. Waarschijnlijk heb je het nog al gehoord van mijn collega’s, maar het internet heeft de schrijverij danig vereenvoudigd. Je kunt nog langer op je stoel blijven zitten, en een nog rampzaliger fysiek aankweken.

Dat valt wel mee: ik bel je om zes uur ’s morgens lokale tijd bij jou en je ziet er klaarwakker uit.

HOUSE: Dat heb ik vreemd genoeg alleen in de Verenigde Staten. Waarschijnlijk zit de jetlag er voor iets tussen maar toch. In mijn jongere dagen heb ik hier tien jaar gewoond en toen was ik ook al zo’n vroege vogel.

Wat brengt je deze keer naar de VS?

HOUSE: Men heeft me een residentie aangeboden. Kan ik werken aan een nieuwe cyclus. Jaja, nog eens een reeks turven, opnieuw verschillende verhaallijnen die je hopelijk ook apart kunt lezen. Misschien zul je deze keer als lezer zelfs de chronologie niet hoeven te respecteren. Een experiment? Neen, dat is zo’n zwaar woord, zeker als je een kunstachtergrond hebt, is die term uitgehold. Laat ons het op ‘avontuurlijk’ houden. Je treft me trouwens in de lokale bibliotheek. Niet per se voor de research, het is gewoon de enige plek hier waar ze wifi hebben. Ik zei het al: internet – het is de nieuwe ganzenveer.

SUTLER Uit bij De Geus, ? 17,50.

DE MOORDZOMER Knack Focus selecteert 25 nieuwe pageturners voor een (ont)spannende zomer. Alle info: demoordzomer.be

VOLGENDE KEER LUC DEFLO

DOOR RODERIK SIX

Richard House ‘HET EENZAAM OP EEN ZOLDERKAMERTJE ZITTEN IS NIET ALTIJD AAN MIJ BESTEED. OP DIT MOMENT ZITTEN WE IN VOORBEREIDENDE GESPREKKEN OM EEN TV-REEKS TE MAKEN GEBASEERD OP THE KILLS.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content