Maandag 28/11, 23.35 – Canvas

Voor Pascal Poissonnier zijn veelgeprezen Wetstraatdocu No Comment draaide, dook hij met Walking Back To Happiness in zijn familiegeschiedenis. ‘Bij de geboorte van mijn eerste zoon zei mijn moeder nogal mysterieus dat ik niet de juiste familienaam doorgaf,’vertelt Poissonnier, ‘maar meer wilde ze er niet over kwijt. Nu, al tijdens mijn tienerjaren verkondigde mijn vader wel eens dat ik zijn zoon niet was. Toen hij een paar jaar geleden ziek is geworden, heb ik besloten om de waarheid te achterhalen. De titel Walking Back to Happiness verwijst naar een van zijn lievelingsnummers.’

Wat is het lastigste: infiltreren in de Wetstraat of graven in je eigen verleden?

PASCAL POISSONNIER: De films zijn heel verschillend. Een van mijn grootste dilemma’s was nu hoeveel ik vooraf zou researchen. Ik moest ruimte voor verrassing laten, maar dat houdt dan weer in dat je de ontdekking van de waarheid door de emoties kunt verprutsen. Bij Walking Back to Happiness vertrek ik van een klein gegeven maar is het wel de bedoeling dat ik iets vertel dat ook andere mensen kan aanspreken. De film gaat over de relatie tussen vader en zoon, met mijn zoektocht naar de waarheid als rode draad.

Is de film dan een middel om de waarheid te achterhalen of is de waarheid een excuus om de film te maken?

POISSONNIER: Ik zou veeleer zeggen dat de film een excuus is om de waarheid te achterhalen. Zo kon ik mijn vader voor de camera halen, wat een gesprek heeft opgeleverd dat we in andere omstandigheden wellicht niet hadden gehad – hij praatte echt heel openhartig. Je moet weten: mijn vader is een heel gesloten man die het heel moeilijk heeft gehad met perikelen in de familie. Die gesprekken waren bij momenten best pijnlijk, maar ik vermeng ze in de film met een dosis humor. Anders was het misschien niet om aan te zien.

Heb je als kleine Belgische documentairemaker het nummer ‘Walking Back to Happiness’ mogen gebruiken?

POISSONNIER: Nee, en dat is een historie op zich. Het originele nummer is geschreven door twee componisten en werd vertolkt door Helen Shapiro. Van alle drie moest ik toestemming zien te krijgen. Eén componist stemde toe, de tweede zit ergens in Zuid-Amerika en bleek onvindbaar. Shapiro zelf is ondertussen dan weer diepgelovig en wil niets meer met haar muziek te maken hebben. Ik heb een jaar lang voor die rechten geploeterd, maar tevergeefs. Héél frustrerend.

Je maakt zelf muziek. Nooit aan gedacht je eigen soundtrack te schrijven?

POISSONNIER: Hm, ik maak een soort garagerock die wellicht niet goed genoeg is voor de film. (Lacht) Nee, ik wilde de muzieksmaken van mezelf en mijn vader door elkaar laten lopen: Grinderman, Elbow, Bonnie ‘Prince’ Billy, The Black Heart Procession… Voornamelijk recentere bands dus. Bij artiesten uit de jaren 60 liggen de rechtenkwesties vaak complexer. Wie weet maak ik bij een andere film ooit nog mijn eigen soundtrack. Ik kan film en muziek niet los van elkaar zien, en ik ben daarin niet de enige. Kijk maar naar Tom Barman en David Lynch.

HANS VAN GOETHEM

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content