Boksen brengt kennelijk zowel het beste als het slechtste in filmmakers naar boven. Vandaar: een dozijn titels die je knock-out slaan en een half dozijn pugilistendrama’s die zelf een flinke dreun verdienen.

Winnaars

The Champ (1931) Superieure smartlap van King Vidor met een oscarwinnende Wallace Beery als de afgeschreven bokser die terugkeert naar de ring en Jackie Cooper als zijn toegewijd zoontje die van het filmkijken een snotterconcert maakt.

Gentleman Jim (1942) Errol Flynn in zijn favoriete rol van de 19de-eeuwse glamourbokser Gentleman Jim Corbett. Raoul Walsh regisseert deze biografie met de no-nonsensedynamiek die we van hem gewoon zijn.

Body and Soul (1947) John Garfield is de arme knul uit New York die het op een gemene manier tot wereldkampioen schopt. De bokstaferelen in deze bikkelharde prent van Robert Rossen blijven nu nog altijd verbazen: om beter de actie te kunnen vatten, droeg cameraman James Wong Howe rolschaatsen in de ring.

Champion (1949) Taaie bokspartijen ook in dit terneerdrukkend drama van Mark Robson waarin een jonge Kirk Douglas zich zonder scrupules naar de top knokt.

The Set-Up (1949) Robert Wise klaagt de corruptie in het sportmilieu aan. Robert Ryan (zelf bokser in zijn studentenjaren) is de verbitterde pugilist uit de achterbuurten die weigert te verliezen – iets wat zijn manager van te voren had afgesproken.

Somebody Up There Likes Me (1956) Robert Wise’s realistische levensverhaal van de vuistvechter Rocky Graziano (Paul Newman), van zijn jonge jaren als onruststoker in de sloppen van New York tot zijn kampioenschap in de ring.

The Harder They Fall (1956) Humphrey Bogart speelt in zijn afscheidsfilm een ontgoochelde persagent in dit hardgekookte drama van Mark Robson dat onheuse behandeling van atleten door hun corrupte management aan de kaak stelt..

Fat City (1972) Volstrekt anti-heroïsche benadering van het provinciale bokswereldje door de grote John Huston. Stacy Keach is de uitgerangeerde bokser uit een verloren boerengat die zijn jonge protégé (James Bridges) in dezelfde valstrik ziet trappen.

The Boxer (1977) Shuji Terayama hanteert de surrealistische beeldentaal uit zijn andere films en theaterwerk voor deze kroniek van de niet aflatende ambitie van een jonge man om een bokskampioen te worden in een Tokyo vol losers en gebroken dromen.

Raging Bull (1980) Martin Scorsese’s beukende karakterstudie van de bokslegende Jake LaMotta (onthutsend geïncarneerd door Robert DeNiro) , in en buiten de ring in een woest gevecht met zijn demonen verwikkeld.

Broken Noses (1987) Calvin Klein-fotograaf Bruce Webers zeer persoonlijke experimentele documentaire over stoere jonge bokser (Andy Minsker) die nog jongere boksertjes traint. Minder een sportfilm dan een poëtische mijmering over viriliteit, tederheid en mannelijke identiteit in Amerika.

The Hurricane (1999) Denzel Washington als Rubin ’the Hurricane’ Carter die ten onrechte voor moord in de gevangenis wordt gedraaid. Even controversieel als ouderwets rekwisitoor van Norman Jewison tegen onrecht en racisme.

Losers

Rocky (1976) Sentimentele kletskoek over een underdog uit Philadelphia die de kans grijpt om zich in de ring te onderscheiden en voor ’t eerst in zijn leven waardigheid en zelfrespect vindt. Een van de ergste oscarwinnaars uit de geschiedenis. Alsof één Rocky nog niet volstond, is John G.Avildsen ook onrechtstreeks verantwoordelijk voor vier sequels. Die gingen – hoe moeilijk dit ook lijkt – alsmaar in dalende lijn.

Matilda (1978) U houdt het niet voor mogelijk: in deze komedie van Daniel Mann speelt Elliott Gould een haveloze theateragent die succes oogst met boksende kangoeroe (een slecht acteur die in dierenplunje rondhuppelt). Is inderdaad zo afgrijselijk als het klinkt.

The Main Event (1979) Barbra Streisand als failliete parfumfabrikante die contract erft van derderangsbokser (Ryan O’Neal) en alles in het werk stelt om van de verliespost een kampioen te maken. De grootste agressie schuilt niet in de knokpartijen, maar in Streisands verwoede pogingen om charmant en kwetsbaar over te komen.

The Champ (1979) Bedroevende remake van King Vidors klassieker door Franco Zeffirelli die

zich duidelijk beter thuis voelt in de Scala van Milaan dan in de zweterige kleedkamers van luidruchtige bokstenten. Met Jon Voight als de kampioen, Faye Dunaway als de weggelopen moeder en Ricky Schroder als het mormel.

Edith et Marcel (1983) Stationsromannetje over de grote liefde tussen Piaf en Franse bokskampioen Marcel Cerdan die in vliegtuig verongelukt, wat haar pathetische chansons nog levensechter maakt. Zoals steeds maakt Claude Lelouch er met zijn acrobatische camera een circusvoorstelling van. Wie dit op zijn geweten heeft, kan bezwaarlijk nog ‘ Non, rien de rien, je ne regrette rien ‘meezingen.

Gladiator (1992) Kreeg de verdiende bijnaam: ‘ I was a teenage Rocky’. James Marshall (de motorcycle-eenzaat uit ‘Twin Peaks’) komt in delinquentenbuurt in South Chicago in klauwen terecht van perfide promotor (Brian Dennehy) van illegale knokpartijen die raciale spanningen ten top drijven.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content