VENI VIDI VINCI. Dan Brown kwam, schreef slordig af en overwon. Laat u vooral niets wijsmaken: succes is geen garantie voor kwaliteit.

De Da Vinci Code

DAN BROWN

VERTALER: J. RUITENBERG

LUITINGH-SIJTHOFF, 432 BLZ., euro 19,95 (INGENAAID) – euro 29,95 (GEïLLUSTREERD)

Nu de grootste hype in de geschiedenis van de letteren opnieuw piekt, kunnen we een bespreking nog moeilijk ontlopen. Voor wie de plot van deze onwaarschijnlijk succesvolle, maar als thriller en goed gedocumenteerd werkstuk lachwekkende ‘faction’-roman nog niet kent, kunnen we kort zijn. Harvard-symboloog Robert Langdon wordt door de politie ervan verdacht de conservator van het Louvre te hebben gemold. Samen met de kleindochter van de onfortuinlijke stofjas, een cryptologe, komt de prof – op de koop toe achternagezeten door een stel bad guys – via cryptische aanwijzingen die de conservator achterliet bij de Mona Lisa een eeuwenlang bewaard geheim op het spoor, over Jezus en Maria Magdalena, over de orde der Tempeliers, de Priorij van Sion en Opus Dei, over Leonardo da Vinci.

Dit is een chaser, één lange achtervolging zonder enige aanspraak op psychologisch aannemelijke uitwerking van personages of dramatische elementen, zonder één verrassing in de mechanische afwikkeling van de goeie-die-de-slechterik-blijkt-te-zijn-plot. Het is het tempo dat je dwingt verder te lezen, en de gedachte dat er iets wordt ontsluierd dat – hoewel fictioneel, zoals de schrijver bij de onthulling van fouten voortdurend benadrukte – de moeite waard is om te ontdekken. De lezers van Holy Blood, Holy Grail, het boek waaruit Brown zijn mysterie putte, waren niet onder de indruk. Maar zowat alle anderen lieten zich gewillig in het ootje nemen. Brown maakte verscheidene oliedomme fouten (wij weten het ook maar van anderen), zo catalogeert hij de Dode-Zeerollen onder ‘de vroegste christelijke getuigenissen’, terwijl het hier om Joodse geschriften gaat. Niemand moet zich daaraan storen, omdat deze handig gespeelde mix van paranoia, weetjes uit de kunstgeschiedenis, inwijding in de religieuze symboliek en thriller-zoals-te-verwachten-en-te-voorzien een gevoelige snaar raakt: de loze indruk dat de geschiedenis van de menselijke soort of zelfs van de westerse beschaving niet zo banaal is als ze ons wordt geleerd en dat the truth out there is. Abraham Lincoln zei ooit: ‘You can fool all the people some of the time, and some of the people all the time, but you cannot fool all the people all the time.’ Dat gaat dan wel op voor Browns stuntboek (getuige de hele zwik boeken die in het zog van De Da Vinci Code ‘fouten’ blootlegden), het proces wegens plagiaat heeft hij toch gewonnen, terwijl de film het monstersucces van het boek alleen nog maar zal vergroten. Op Brown is, kortom, volgende variant op een beroemd citaat van een andere handige pseudo-historicus van toepassing: Veni, vidi, vinci.

Hans Comijn

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content