VAN TOY STORY TOT DINO

Het verrukkelijke Inside Out dartelt nog na in het hoofd en daar komt The Good Dinosaur al aangehold. Twee Pixar-films in één jaar tijd, klein en groot ervaren het als twee keer Sinterklaas. Hoe hebben de pixelprofeten dat toch klaargespeeld? Op naar het hoofdkwartier in Emeryville, exact twintig jaar na Toy Story, de film waarmee het Pixar-tijdperk én de digitale animatierevolutie begonnen.

In San Francisco de minder bekende brug oversteken, die naar Oakland, na een reuzentanker of tien in de haven rechts afslaan en je komt in Emeryville. Oesters en mosselen voelen er zich al vele tienduizenden jaren thuis, ’s werelds beste computeranimatoren verzamelen er sinds november 2000. Ze werken voor Pixar, het bedrijf dat exact twintig jaar geleden filmgeschiedenis schreef met de eerste volledig met de computer geanimeerde film, Toy Story, en vervolgens het ene commerciële en artistieke succes aan het andere reeg. Pas na vijftien jaar en meesterwerken als Finding Nemo, The Incredibles, Wall-E, Up en drie Toy Story’s begon de succesmachine te sputteren. Cars 2, Brave en Monsters University sprankelden minder. Maar deze zomer snoerde Inside Out iedereen de mond en toonde Pixar zich weer op zijn paasbest met oogverblindende computeranimatie ten dienste van een aangrijpend verteld verhaal. Met The Good Dinosaur probeert Pixar daar een verlengstuk aan te breien.

Een stalen balk die de letters P I X A R schraagt, laat er geen twijfel over bestaan dat Disneyland elders ligt. The Walt Disney Company nam Pixar Animation Studios in 2006 nochtans voor een slordige 7,4 miljard dollar over, maar was zo slim om de kip met de gouden eieren niet te slachten. Pixar mocht Pixar blijven heten en blijven zijn. Aan de ingang van het Steve Jobs-gebouw – de Apple-goeroe lag als investeerder mee aan de basis van het Pixar-succes – loop ik dus niet tegen de muis met veel te grote oren maar tegen een bureaulamp aan. Hij heet Luxo en u kent hem als het figuurtje dat de i in het Pixar-logo wegduwt. In de enorme hal valt niet de vitrinekast met de vijftien Oscars op, maar metershoge dinosauriërs die in spandoeken van het dak naar beneden vallen. Ze herinneren eraan dat de release van The Good Dinosaur nabij is. Eindelijk. Twee jaar later dan voorzien. Ja, ook Pixar heeft soms probleemkinderen.

In het hol van de luxo wil ik twee zaken onderzoeken. Eén: hoe reageert Pixar als het misloopt? En twee: In welke mate is het bedrijf, dat sinds 1984 wordt gerund door digitale-animatiepionier én -visionair John Lasseter, veranderd sinds het twintig jaar geleden sheriff Woody en Buzz Lightyear de waarde van vriendschap liet ontdekken? Dat strookt niet helemaal met het scenario dat Pixar uittekende voor het selecte groepje overzeese journalisten dat het uitnodigde voor een bezoek. Aanvankelijk worden we bestookt met de foto’s en de kampvuurverhalen die de zelfverklaarde nerds overhielden aan de researchtrips voor The Good Dinosaur. Zelfs De zevende dag is minder slaapverwekkend. Vier keer vertellen ze dezelfde anekdote: tijdens het raften vloog de GoPro-camera overboord, maar de begeleider vond het ding honderden meters verder terug omdat hij de kolkende rivier kon lezen. Op mijn beurt vertellen over die keer dat mijn boterhammen én portefeuille nat werden tijdens de afvaart van de Lesse zit er niet in. Er is immers het verhaal van de paardentocht en de medewerker die bíjna onder zijn paard terechtkwam en de rancher die ze niet verstonden tijdens het bijeendrijven van vee! ‘Die rancher bleef maar roepen. Ik probeerde een echte man te zijn, maar wist niet wat te doen. Een vlaag van mislukking overspoelde me’, dramatiseert Peter Sohn. De stadsjongen die niet veel gewoon is, regisseerde The Good Dinosaur.

THE TROUBLE WITH DINO

Onrechtstreeks zijn die kampvuurverhalen wel spectaculair. De rafting, de paardentocht, het bijeendrijven van vee waren geen teambuildingsactiviteiten van een firma met te veel poen voor werknemers die te weinig vanachter hun computer komen. Het was Pixars antwoord op een knoert van een creatieve crisis.

The Good Dinosaur had twee jaar geleden al moeten uitkomen, maar het project vlotte niet. In de zomer van 2013 werd regisseur Bob Peterson aan de kant geschoven ten voordele van coregisseur Peter Sohn en producer Denise Ream. Kort daarop werd de release uitgesteld. ‘Peter en ik besloten de show stil te leggen en ons de rest van het jaar toe te leggen op het verhaal’, zegt Ream. Dat was een dure grap, want The Good Dinosaur was op dat moment in een vergevorderd stadium. ‘Heel veel decors en vele personages waren helemaal uitgewerkt. Er was al substantieel veel werk verricht. Mogelijk voor niks. De meeste bedrijven zouden de film gewoon afgewerkt hebben. Slecht was hij niet, maar hij beantwoordde niet aan onze normen. Zo’n drastische beslissing is moeilijk. Maar precies daarom ben ik naar Pixar gekomen. Ik verdien minder dan elders, maar hier kun je aan écht grootse films werken. Tegenwoordig kan Pixar bijna alles uitvoeren. De mogelijkheden om een verhaal te vertellen, zijn eindeloos. De verbeelding is de limiet, niet de technologie. De kunst is om de verhalen te vinden die het aanwezige talent waardig zijn.’

Een kamer verder kunnen we Peter Sohn vragen wat er precies schortte aan het verhaal van The Good Dinosaur. ‘Rond 2009 pitchte de oorspronkelijke regisseur, Bob Peterson, een dinosaurusfilm over een jongen en zijn hond. Hij vroeg mij erbij. Maar Pixar-films hebben de neiging om heel ingewikkeld te worden. Ook deze keer. Uiteindelijk ben ik gevraagd om het verhaal opnieuw op gang te trekken.’ Meerdere nevenpersonages werden geschrapt. De focus kwam nadrukkelijker te liggen op het hoofdpersonage, een jonge, onzekere apatosaurus die door een kolkende rivier wordt meegesleurd en de weg naar huis probeert terug te vinden. Arlo krijgt het gezelschap van Spot, een jongetje dat veel weg heeft van een hond. De tocht naar huis is vol gevaren. ‘Bobs originele concept is behouden, maar vervolgens ben ik de frontier movie-toer opgegaan. De natuur werd de antagonist. De natuur is indrukwekkend en mooi, maar kan je ook op elk moment doden.’

Om nieuwe decors te vinden en inspiratie op te doen reisden Ream, Sohn en hun voornaamste medewerkers naar enkele van de wildste natuurgebieden in Wyoming en Idaho zoals Yellowstone National Park, Snake River, het Tetongebergte en de Jackson Hole-vallei. Vandaar al die kampvuurverhalen. Vrijblijvende reisjes waren dat niet. The Good Dinosaur pakt uit met adembenemende landschappen en natuurgeweld. De schoonheid en de zeggingskracht verbluffen. Met het blote oog is bijna niet meer waar te nemen dat de nevel, wolkenvelden, stortbuien of stroomversnellingen met de computer gegenereerd zijn. Ze lijken echt, en tegelijk zijn het tableaus die met de zorgvuldigheid van een schilder samengesteld zijn. ‘We kozen voor authentieke, echte locaties en willen de kijker het gevoel geven dat hij ter plaatse de lucht opsnuift. Maar eigenlijk streven we niet naar fotorealisme’, zegt Sharon Calahan, cinematograaf, visueel designer en landschapschilder. ‘Alles is zo gedetailleerd dat je de indruk krijgt dat het écht is. Zoals landschapschilders doen we ons uiterste best om het licht en de kleur te vatten zoals het menselijk oog die ziet en niet zoals de camera die registreert. We reduceren de visuele chaos van de natuur tot iets wat geïdealiseerd, maar nog altijd waarachtig is. We zoeken constant naar manieren om het verhaal visueel te vertellen en de gedachten en emoties van Arlo te illustreren. En af en toe veroorloven we ons een haiku-shot. Sinds Finding Nemo van Andrew Stanton worden korte momenten van visuele poëzie hier zo genoemd.’

THE MORE THINGS CHANGE…

Is er veel veranderd sinds Toy Story? Gigantisch veel en belachelijk weinig. De technologie staat niet stil. Effects supervisor Jon Reisch vertelt dat hij met zijn team voor The Good Dinosaur dubbel zoveel effecten creëerde als gewoonlijk. Er zit voor 300 terabytes aan effecten in The Good Dinosaur: dat is tien keer meer dan in Monsters University. De watersequentie alleen al vergde meer terabytes dan alle effecten in Cars 2 bij elkaar opgeteld. ‘We hebben sinds Toy Story enorm veel nieuwe tools gekregen’, bevestigt animator Rob Thompson. ‘Voor The Good Dinosaur beschikten we over software die de spieren en de huid simuleert. Dat was behoorlijk indrukwekkend. Persoonlijk ben ik heel blij met de toepassing die mij toestaat om, zoals vroeger, met de hand te animeren. Al die nieuwigheden helpen, maar veel sneller zijn we niet geworden want de lat ligt hoger en de meeste tijd kruipt in nadenken over hoe alles er uiteindelijk moet uitzien.’

In het zwaarbeveiligde archief – het alarm gaat af als je wenkbrauw in een verboden richting fronst – diepen archivarissen Christine Freeman en Juliet Roth met handschoenen de krabbels, schetsen en kleimodellen op die illustreren hoe lang en nauwgezet er destijds gezocht is naar de perfecte personages voor Toy Story. Sheriff Woody begon als een sarcastische buiksprekerspop. Rockmobile, een van de gevreesde Mutant Toys, kreeg voor het eerst vorm toen een ontwerper op de borstkas van een Hulk Hogan-pop een kop plaatste die bestond uit de twee zwaantjes uit de tv-serie Chips. We krijgen ook het originele 3D-model van Buzz Lightyear te zien. Voor zijn helm kochten ze destijds in de doe-het-zelfwinkel om de hoek een stolp voor een buitenlamp. Die kostte drie dollar. ‘Maar die glasbol wordt niet meer verkocht. Als we Buzz uitlenen voor een tentoonstelling en een nieuwe helm nodig hebben, moeten we een Italiaanse glasblazer inschakelen die ons honderden dollars kost.’

Tijden veranderen. Pixar is een miljardenbedrijf geworden dat niet op een cent moet kijken. Toen het begin jaren negentig een eerste deal met Disney sloot om drie 3D-animatiefilms te maken, had John Lasseter 41 collega’s. Vandaag heeft hij bij Pixar zo’n 1200 mensen onder zich.The Good Dinosaur-regisseur Peter Sohn was nog een student aan de Californische kunstacademie CalArts toen Toy Story in 1995 uitkwam. ‘John Lasseter en Pete Docter, die de film schreven en regisseerden, zijn oud-leerlingen. Ze hadden een bioscoopzaal in een winkelcentrum nabij de school gehuurd om ons Toy Story te laten zien. We dachten: ‘Oh, wat leuk, gratis naar de film.’ Maar we werden omvergeblazen. Toy Story was zó anders. We begrepen meteen dat het een mijlpaal was. Is er veel veranderd? Ja. Maar het grappige is dat wat níét veranderde nog veel belangrijker is. Het credo van John Lasseter blijft: doe alles voor de kwaliteit van de film, probeer het best mogelijke verhaal te vertellen. Dat basisprincipe is onveranderd gebleven omdat de bestuurders hier filmmakers zijn. De bazen zijn op dit eigenste moment zelf films aan het maken. Zelfs John Lasseter regisseert weer (voor Toy Story4, verwacht in 2018, neemt hij de regie op zich, nvdr.). Een Andrew Stanton (Finding Nemo), Brad Bird (The Incredibles, Ratatouille) of Pete Docter (Up, Inside Out) zijn innovaties op zichzelf. Zij bedenken nieuwe dingen en de technologie moet maar kunnen volgen. John blijft maar pushen en zoeken naar het volgende. What’s the next thing? Wat is het volgende verhaal?’

BREINCLASH

Nog een erfenis van Toy Story is de Braintrust. John Lasseter merkte destijds tijdens openhartige discussies hoe waardevol de onverbloemde commentaar van creatievelingen als Andrew Stanton, Pete Docter en Lee Unkrich was. Die discussies werden nadien in een systeem gegoten: op gezette tijden bespreekt de Braintrust élke film die Pixar ontwikkelt zonder een blad voor de mond te nemen. ‘Pete Docter had het jammer genoeg te druk met Inside Out, maar ik heb veel gehad aan het advies van John Lasseter, Lee Unkrich, Andrew Stanton en de andere leden van de Braintrust’, zegt Sohn. ‘The Good Dinosaur was mijn eerste keer. Op sommige gebieden was ik succesvol, op andere struikelde ik over mijn eigen voeten. Bij elk ongelukje stellen ze je gerust. Ze maken zelf films, ze begrijpen je al te goed. Ze doen alleen maar suggesties want ze weten dat je er maar van leert als je zelf de knoop ontwart. Soms zijn ze uitstekende mentoren, soms gewoon vrienden die je ondersteunen als je wankelt of die hun ervaring met je delen als je worstelt met het evenwicht tussen privéleven en werk. Ik heb twee kinderen, maar zit constant hier.’

Een lagere werkdruk zit er niet meteen in. Pixar zet de volgende twintig jaar in met Finding Dory (2016), Cars 3 (2017), Toy Story 4 (2018), The Incredibles 2 (2019) en Coco (2017), een animatiefilm over de Mexicaanse dag van de doden. Het Pixar-tijdperk loopt nog even. Het bezoekuur niet. Op de brug terug naar San Francisco daagt het me dat ik tijdens het tweedaagse bezoek aan ’the incredibles’ van de computeranimatie één ding gek genoeg niet gezien heb. Computers. Rare jongens, die pixelprofeten.

THE GOOD DINOSAUR

Vanaf 25/11 in de bioscoop.

DOOR NIELS RUËLL

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content