GEK ZIJN IS GEZOND. TATE MAAKTE DE GENOMINEERDEN BEKEND VOOR DE TURNER PRIZE. WIE op vijf december verliest, mag opgelucht ademhalen.

TATE BRITAIN

MILLBANK IN LONDEN, TOT 22 JANUARI. WWW.TATE.ORG.UK/TURNERPRIZE

Turner Prize 2005

Bij een serieus museum hoort een serieuze prijs, en daar is Tate niet bepaald onervaren in. De ronkende Turner Prize werd voor het eerst uitgereikt in 1984, en sindsdien gaat er elk jaar een lintje naar een Brit die zich in de kijker kon werken met een bijzonder project. Vorig jaar kwam Jeremy Deller als winnaar uit de bus met sociaal en politiek geïnjecteerd videowerk. De Turner Prize stond toen sterk in het teken van de oorlog in Irak, maar dat is dit keer anders, met vier gegadigden die zich eerder op artistieke kwesties toeleggen.

Jim Lambie komt uit Glasgow en maakt uitbundige installaties met tape, glitter en alledaagse spullen. Hij houdt van popcultuur, het Italiaanse designerlabel Memphis en totaalervaringen met een desoriënterend effect. In het werk Paradise Garage deelde hij de vloer op in een duizelingwekkend stelsel van met tape aangebrachte driehoekjes en vierkantjes. Aan zijn Mental Oyster-installatie (2004) voegde hij spiegels en fleurig gestoffeerde autobanden toe, en in Lyon is hij terug te vinden met paarse en roze glitter-platendraaiers tegen een psychedelische wand. Lambies werk wordt vaak vergeleken met dat van streepjeskunstenaar Daniel Buren, al steekt hij ook lichtjes de draak met het handelsmerk van de Fransman.

Simon Starling (ook uit Glasgow) is de meest cerebrale van het viertal. Hij heeft het graag over modernisme, het reconstrueren van bestaande gegevens, en over ongeveer elk begrip dat begint met ‘re’ of ’trans’. In het verleden pakte Starling uit met huizen die, verkleind en ondersteboven gedraaid, dienst deden als vogelkooitjes ( The Hammer Project, 2002). Hij maakte ook een video over hoe hij een rododendron terugbracht naar de plaats van herkomst, en een installatie met een gedemonteerde vleugelpiano die aanknoopte bij de muziek van Arnold Schönberg.

Darren Almond was een paar maanden geleden te gast in het Düsseldorfse K21. Hij werd er weliswaar onder de voet gelopen door het Japanse duo Nara-Sugito, maar toch bleef zijn tentoonstelling niet onopgemerkt. Tien jaar geleden brak Almond door met A Real Time Piece, een video met niet veel meer dan een klok die vanuit het atelier de juiste tijd aangaf. In de driedelige projectie Traction schetste hij een portret over zijn vader als arbeider, en bij uitbreiding over de in- en uitwendige littekens van het gezin Almond.

Gillian Carnegie ten slotte werd al opgepikt door het circuit toen ze nog op school zat. Ze schildert de traditionele genres – landschappen, stillevens, portretten en naakten – al is ze in haar onderwerpkeuze minder voorspelbaar. Op haar palmares staan onder meer een stilleven van een verpieterd boeket, landschappen in het donker en een fraai achterwerk in de stijl van Picasso’s blauwe periode.

De afgelopen jaren werd de Turner Prize gewonnen door iemand die zich eruit gered had met stroompanne, iemand die met vazen kwam aanzetten en iemand die net zo goed cameraman bij het MTV-programma Jackass had kunnen zijn. Hoe gekker hoe beter: op 5 december weten we het.

Els Fiers

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content