Down by the river

De stem, de songs, de reputatie en de geloofsbrieven

had Trixie Whitley al. Nu is er eindelijk de plaat:

Fourth Corner, een bevestiging van puur, hartroerend talent.

Fourth Corner

rock

Unday

Muzikanten en vakbondsleiders: in beide beroepstakken heb je er die harder op tafel slaan dan anderen. Dat zijn zij die geloven in spierkracht en lawaai, want over hun lijk dat ze de buitenwacht een blik op hun zwakheden gunnen. Nochtans: overtuigender is meestal hij of zij die zich juist niet om de haverklap breed maakt, en zelfs kwetsbaarheid tentoon durft te spreiden. Glijd weg in deze lang verbeide debuutplaat van Trixie Whitley en u weet meteen tot welke categorie deze jongedame behoort.

Na de zeer beloftevolle prille geluiden, de valse start bij een ander label en het werk in supergroep Black Dub (met Daniel Lanois) betekent Fourth Corner voor Trixie Whitley de eerste echte mijlpaal. Het is een plaat die uitweidt over een handvol synoniemen van, tja, léven: zoeken, vinden, vechten, verliezen.

Whitleys vaak overslaande stem laat niemand koud. Je hoort recht op het beenmerg afstevenende blues, hupse hedendaagse r&b en bakken soul. Niet zelden tegelijkertijd. Hier en daar dreigt vocale overacting, maar nergens wordt een grens overschreden. ‘Desire is movement / But love is unmoving’, zingt ze in Never Enough, vrij naar T.S. Eliot, maar die had het natuurlijk nooit zo briljant en doorvoeld uit zijn strot gekregen. Ook in Pieces klapperen de luiken van Trixies ziel: ‘I’m leaving pieces of mine everytime I go.’

En de muziek? Daniel Lanois, Neville Brothers, Bonnie Raitt zijn namen die een idee bieden. Een constante doorheen de meeste songs zijn een krolse, metallieke bluesgitaar, en groovy maar sobere drumpartijen die aanrollen vanuit het door een gele maan beschenen New Orleans. Af en toe zwellen strijkers en dameskoortjes aan, maar nooit opzichtig, want Trixie is Adele niet. Silent Rebel pt. 2 klinkt als Midden-Oosterse soul, en de verstilde afsluiter Oh, the Joy is keer op keer goed voor kippenvel.

Fourth Corner gaat van rauw (Hotel No Name) en smachtend (Need Your Love) naar ronduit bloedmooi (de titelsong). Meer dan eens loopt Trixie al tobbend verloren in het donkere bos, maar altijd kan ze terugkeren naar de rivier waaruit ze naar eigen zingen is geboren. Voor troost en kracht.

Zoek die spirituele stroom niet op een kaart. Slechts gespecialiseerde websites of ouderwetse platenwinkels kunnen u de weg wijzen.

DOWNLOADS

Never Enough

Gradual Return

Fourth Corner

KURT BLONDEEL

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content