Vijftien jaar na zijn blitzstart met The Scent of Green Papaya en Cyclo is rasfilmer Tran Anh Hung (48) eindelijk terug. En dat met de melancholische Murakamiverfilming Norwegian Wood. ‘Als je het boek trouw wil blijven, moet je het ook verraden.’

Blijkbaar heb je voor de opnames zes maanden lang met Murakami over de film gepraat.

Tran Anh Hung: Klopt. Japanners nemen graag hun tijd. (Lacht) Hij heeft de eerste versie van het script gelezen en gaf me een stapel vol opmerkingen. Daarna zei hij: ‘Doe maar. Maak er een zo mooi mogelijke film van.’ Aangezien ik zelf geen Japans spreek, moest ik wel geloven dat de dialogen goed zaten. Tijdens de opnames heb ik hem niet gezien, omdat hij voortdurend aan het werk is. Achteraf heeft hij wel een rough cut bekeken en daar leek hij heel tevreden mee.

Hij was dus niet erg betrokken?

Hung: Murakami is erg gesloten. Hij houdt er niet van om dingen te analyseren. Het boek is ook erg persoonlijk. Het gaat deels over zijn eigen jeugdherinneringen.

Het boek moet het vooral hebben van sfeerindrukken en innerlijke spanningen. Was het lastig om die te verbeelden?

Hung: Het boek gaat in essentie over de angst om je geliefden te verliezen. Die angst is universeel. Je hoeft geen Japanse universiteitsstudent te zijn om te weten wat het hoofdpersonage Toru voelt en denkt. Iedereen heeft als kind bijvoorbeeld wel eens gedroomd dat zijn ouders overleden waren. Alleen legt elke lezer zijn accenten vanuit zijn eigen achtergrond. Dat heb ik dus ook gedaan. Als je het boek trouw wil blijven, moet je het ook deels verraden. Daarin een evenwicht vinden, was de grootste uitdaging. Ik bekijk het zo: elk geschilderd portret zal er anders uitzien, maar als je de afgebeelde persoon en zijn karakter duidelijk herkent, dan heeft de schilder goed werk geleverd.

Het boek speelt zich af in de late jaren 60. Was het moeilijk om dat tijdperk weer tot leven te brengen?

Hung: Toch wel. In Japan gaan gebouwen hooguit dertig jaar mee. De meeste decors hebben we dus zelf moeten bouwen. Artistiek is dat prima, aangezien het je toelaat je eigen visie door te drukken – alleen lopen de kosten op die manier snel op. Qua kostuums wilde ik er wel geen vintagefilm van maken. De meeste kostuumfilms zijn veredelde defilés: dat haat ik. Alsof iedereen in de sixties modebewust was. Slechte smaak is van alle tijden.

Hoe ben je bij Jonny Greenwood uitgekomen voor de soundtrack?

Hung: Ik wilde originele filmmuziek. De meeste soundtracks klinken volstrekt eender. De muziek moet de emoties opblazen alsof de kijker te stom is om de scène zelf te interpreteren. Dat Jonny niet uit die Hollywoodschool komt en anders over muziek denkt, hoor je aan zijn scores. Zijn muziek bevestigt de emotie of spreekt ze tegen. Ze gaat in dialoog met de kijker. Ze neemt hem au sérieux. Dat vind ik cruciaal. Jonny is bovendien enorm creatief. Ik heb zeker een uur prachtige muziek moeten schrappen.

Je eerste twee films ‘The Scent of Green Papaya’ (1993) en ‘Cyclo’ (1995) waren wereldwijde arthousehits. Wat liep er daarna fout?

Hung: Mijn films brachten niets op. Dat hielp de zaken niet vooruit. (Lacht) De titels die je noemt, werden inderdaad goed onthaald, net als mijn derde film trouwens – Vertical Ray of the Sun (2000). Alleen ging niemand kijken. Zelfs niet naar Cyclo, waarmee ik de Gouden Leeuw won. Na de screening waarschuwde mijn producer me: ‘Geniet er maar van, want dit is de enige keer dat je zoiets radicaals zult maken.’ Hij heeft gelijk gekregen. (Grijnst)

Wat is eigenlijk gebeurd met ‘I Come With the Rain’, jouw actiethriller uit 2009 met Josh Hartnett die bijna nergens is uitgebracht?

Hung: We liggen nog steeds in conflict met de Amerikaanse producent die me geen final cut wilde geven. That fucking asshole! Zolang het gerecht geen uitspraak doet, kan ik de film alleen in Japan en Taiwan uitbrengen. Nu goed, ik zit ook niet op een wereldwijde release te wachten. Door dat juridische gedoe heb ik de postproductie verschillende keren moeten stilleggen en is de film bijgevolg mislukt, hoewel er goede stukken inzitten en ik er met hart en ziel aan gewerkt heb.

Na de val van Saigon ben je op je twaalfde naar Frankrijk geëmigreerd. Is je liefde voor cinema daar ontstaan?

Hung: Die was er al. Ik ben opgegroeid met kungfufilms zoals elke Vietnamees. De eerste ernstige film die ik zag, was Le Samouraï van Jean-Pierre Melville. Ik verstond er geen woord van en vond het hopeloos traag. Toen ik in Frankrijk aankwam, begon ik regelmatig naar de Cinématèque te gaan. Daar ontdekte ik Robert Bresson en Ingmar Bergman en de liefde ging nooit meer over.

Slotvraag: zijn er nog andere romans van Murakami die je zou willen verfilmen?

Hung: Spoetnikliefde, een van zijn raarste boeken, zou ik graag verfilmd zien. Maar dan wel door David Lynch. Dat wordt trippen . (Lacht)

DOOR DAVE MESTDACH

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content