‘THUIS REGISSEER IK BRAD OOK’

ANGELINA JOLIE op de set van UNBROKEN: 'Als deze film faalt, is dat mijn schuld.'

Ze is een pas gehuwde moeder van zes kinderen, een VN-ambassadrice met een missie en een superster met weinig tot geen diva-allures. Nu wil ze Hollywood ook veroveren als regisseuse. Supervrouw Angelina Jolie over haar WO II-drama Unbroken, de held die ze verloor en haar verdere carrièreplannen. ‘Ik voel dat mijn toekomst achter de camera ligt.’

Het zijn drukke dagen voor Angelina Jolie, en niet alleen omdat ze nog kerstcadeaus moet kopen voor haar zes kinderen. Momenteel is ze volop bezig met de montage van By the Sea, een relatiedrama waarin ze nog eens manlief Brad Pitt flankeert. Tussendoor moet Angie gauw even de wereldpers te woord staan naar aanleiding van Unbroken, een kloek oorlogsdrama dat ze zowel produceerde als regisseerde.

De film is gebaseerd op het heroïsche levensverhaal van Louis Zamperini, een Italo-Amerikaanse immigrantenzoon die in 1936 de vijf kilometer liep op de Olympische Spelen van Berlijn, maar pas echt tot het uiterste moest gaan in dienst van zijn land als soldaat tijdens de Tweede Wereldoorlog. In 1943 stortte zijn vliegtuig namelijk neer boven de Pacific, waarna Zamperini 47 dagen in een rubberbootje ronddobberde, door de Japanners werd opgevist en vervolgens in een werkkamp voor krijgsgevangenen werd geplaatst. Daar werd hij twee jaar lang afgebeuld en mishandeld.

Wie op basis van de aankondiging ‘directed by Angelina Jolie’ een vrijblijvend popcornavondje verwacht, kan Unbroken best skippen. Wat je krijgt, is op klassieke Hollywoodleest geschoeid survivaldrama. En zelfs al bevat dit heldenepos veel minder goor geweld dan Fury, de viriele WO II-film waarin Pitt recent nog te zien was, ook Jolie laat niet na in te zoomen op het ware, brutale gelaat van gewapende conflicten.

Daarvoor wist Angie zowel voor als achter de camera flink wat fraai volk bijeen te krijgen. Zo incasseert de jonge Britse ster in wording Jack O’Connell de nodige mentale en fysieke klappen als de onverzettelijke Zamperini, terwijl Joel en Ethan Coen fungeerden als co-scenaristen, Alexandre Desplat als componist en Roger Deakins, zowat de meest gelauwerde cinematograaf van Hollywood en omstreken, als cameraman.

Voor wie er nog mocht aan twijfelen: regisseren is dus niet zomaar een tussendoortje voor Jolie. Was haar matig onthaalde regiedebuut In the Land of Blood and Honey uit 2011 nog een bescheiden, on-hollywoodiaans lowbudgetdrama tegen de achtergrond van de Balkanoorlog, dan is Unbroken – een Universalproductie die 65 miljoen dollar heeft gekost – stukken grootser, complexer en ambitieuzer.

Toch verkent ze geen onbekend terrein. Als ambassadrice voor het vluchtelingencommissariaat van de Verenigde Naties (UNHCR) heeft de nog altijd maar 39-jarige Jolie de voorbije veertien jaar meer conflictzones bezocht dan Rudi Vranckx. En als er één filmster is die met welgemeend engagement rode lopers inwisselt voor Syrische of Iraakse tentenkampen – ze heeft ondertussen vijftig humanitaire missies op haar teller – dan is het Angie wel.

De tijd is voorgoed voorbij dat ze de headlines haalde met wilde verhalen over zelfverminking en de seksuele escapades met haar ex Billy Bob Thornton, dat ze in het openbaar een bitchfight uitvocht met haar pa – Hollywoodveteraan Jon Voight, met wie ze als kind amper contact had. Of erger nog: dat ze opdraafde als actiebabe Lara Croft.

Anno 2014 is de wildebras een rolmodel geworden, een actrice die rollen als stoere spionne (Salt, 2010) en boze Disneykoningin (Maleficent, 2014) probleemloos afwisselt met gewichtiger werk als A Mighty Heart (Michael Winterbottom, 2007) of Changeling (Clint Eastwood, 2008). Bovendien is ze een welbespraakte ambassadeur voor de strijd tegen kanker, sinds deze zomer de wettige echtgenote van Brad Pitt en nu dus ook een volbloed regisseuse. Plus: een prettige gesprekspartner. Het bewijs.

De plannen om Louis Zamperini’s memoires te verfilmen dateren al van 1956. Hoe is zijn verhaal na al die jaren uitgerekend bij jou terechtgekomen?

ANGELINA JOLIE: Mijn eerste film, In the Land of Blood andHoney, was een kleine, onafhankelijke productie, maar ik wilde graag een stap hogerop zetten en ook eens een studioproject proberen. Daarom deed ik bij de verschillende studio’s de ronde om mezelf als regisseuse voor te stellen. Zoals dat met kandidaat-regisseurs gaat, mocht ik een aantal project sheets lezen, waarin ongerealiseerde projecten kort worden gepresenteerd. Eén daarvan was Unbroken, dat al sinds 1956 in de maak was. Universal had er indertijd een optie op genomen en had Tony Curtis in gedachten als Louis Zamperini, maar uiteindelijk belandde het project in development hell. Op dat papier stond ‘een op feiten gebaseerd verhaal over overleven, wilskracht en vergeving’. Dat sprak me onmiddellijk aan. Ik had nochtans nog nooit van Louis Zamperini gehoord. Brad wel. Die wist dat er al lang sprake was om een biopic over hem te maken. Toen ik het boek las, daarna Louis zelf ontmoette en een geweldige man vol wijsheid en humor leerde kennen, wist ik: deze film wil ik maken. Deze film móét ik maken. Ik had alleen nooit gedacht dat ik de klus zou krijgen. Het is een dure productie met actiescènes, speciale effecten en honderden figuranten, en als regisseuse ben ik maar een groentje. Ik ben Universal enorm dankbaar.

Unbroken is vooral gebaseerd op de gelijknamige biografie uit 2010, geschreven door Seabiscuit-scenariste Laura Hillenbrand. Leende die zich meteen tot een film, of hebben de scenaristen, Joel en Ethan Coen, er flink wat werk aan gehad?

JOLIE: Het is dat boek dat Louis’ verhaal na al die jaren opnieuw in de bovenste schuif van de Hollywoodstudio’s heeft doen belanden. Het is een van de beste biografieën die ik ooit heb gelezen. Erg filmisch ook. Maar uiteraard hebben Joel en Ethan harde keuzes moeten maken. Het boek telt 475 pagina’s. We hebben heel wat fantastisch materiaal moeten schrappen omdat de film anders te lang en te duur zou worden. De geweldige anekdote dat Louis ooit een nazivlag stal in de straten van Berlijn bijvoorbeeld. Of dat hij Hitler heeft ontmoet. We hebben die scènes wel gedraaid, maar we kregen ze niet in de film verwerkt. Hitler ontmoeten was een spectaculair moment in Louis’ persoonlijke leven, maar het zei niks over zijn parcours als mens, en net daarop wilden we focussen.

Over Zamperini’s parcours als mens gesproken: na de oorlog werd hij een born again christian en trok hij naar Japan om zich met zijn beulen te verzoenen.

JOLIE: Louis is naar Japan teruggekeerd om zijn bewakers van weleer de hand te schudden en de slachtoffers van Hiroshima te bezoeken. Hij heeft zelfs de toenmalige kampcommandant opgezocht, maar dat was de enige die geweigerd heeft hem te ontmoeten. In 1998 was hij ook een van de atleten die de olympische vlam mocht dragen tijdens de Winterspelen in Nagano. Hij was toen tachtig! Hij heeft er lang over gedaan om de trauma’s te verwerken, maar uiteindelijk voelde hij zich verbonden met de gewone Japanners. Hij begreep dat ze, net als hijzelf, slachtoffers waren van een conflict waarin ze buiten hun wil om meegezogen waren. Dat klinkt evident, maar als je ziet wat Louis heeft meegemaakt, is daar onvoorstelbaar veel moed en kracht voor nodig. Mocht hij zijn leven lang verteerd zijn geweest door haat en wrok, had hij de wereld nooit zoveel kunnen bijbrengen, was hij nooit zo’n goede vader en opa geweest en was hij ook nooit 97 geworden.

Zamperini moest al die tijd wachten tot zijn verhaal verfilmd werd, en toen het eindelijk zover was, overleed hij op 2 juli jongstleden.

JOLIE: Het is doodjammer dat Louis de première niet meer kan meemaken, maar ik blijf trots op het feit dat ik hem deze zomer de eerste, ruwe versie van de film nog kon tonen. Op mijn laptop, in het ziekenhuis waar hij lag. Naïef als ik was, had ik me aan een soort recensie verwacht, maar al snel begreep ik dat ik een deel van Louis’ leven aan het tonen was waarin hij op zijn sterkst was, net op het moment dat dat ijzersterke lichaam het liet afweten en hij zich aan het voorbereiden was om afscheid te nemen. Het was een heel emotioneel moment. Hij zei weinig, maar hij glimlachte. Louis is mijn held. Hij was een vaderfiguur, een levensgenieter, een lolbroek en een onvoorstelbare charmeur. Hij was 97, maar hij hield van alle vrouwen en alle vrouwen hielden van hem. (lacht) Ik zal hem altijd missen.

Je hebt nogal wat bekende namen kunnen strikken. Hoe ben je bij goed volk als de Coens en Roger Deakins uitgekomen?

JOLIE: Mijn naam zal ongetwijfeld hebben geholpen, daar doe ik niet flauw over. Maar ze geloofden ook echt in het project en in mij. Iedereen wil met hen werken, dus als ze ‘ja’ tegen je zeggen betekent dat toch iets. Joel en Ethan zijn meestervertellers. Ik wist dat ze het verhaal een epische feel konden geven en het evenwicht tussen emotie, realisme en humor zouden bewaren. Het mocht zeker niet te sentimenteel worden, en dan zit je met de Coens wel goed. (lacht) En als je met een topcameraman als Roger Deakins kunt werken, weet je op voorhand dat de film er geweldig zal uitzien. Toen ik Roger voor het eerst ontmoette, zei hij spontaan: ‘Dit is old school Hollywoodmateriaal. Het is een hard verhaal, maar het publiek moet het kunnen verteren. Dit kun je niet in een realistische docustijl schieten. De zonsopgang moet er prachtig uitzien. De silhouetten moeten sierlijk zijn. Je hebt een breed palet en een klassieke beeldvoering nodig, in de trant van Sidney Lumets The Hill (1965), Franklin J. Schaffners Papillon (1973) of David Leans The Bridge on the River Kwai (1957).’ Dat waren precies de films die ik voor ogen had. Het was alsof hij mijn gedachten kon lezen. Hoe complex het project ook was, de aanwezigheid van de Coens en Deakins stelde me gerust. Ze waren mijn parachutes op en naast de set.

De film schetst geen fraai plaatje van de Japanners. Ben je niet bang voor boze reacties ginds, zoals In the Land of Blood and Honey ook al controverse uitlokte in Bosnië en Servië?

JOLIE: Je kunt niet verbloemen wat er is gebeurd. Dat zou niet respectvol zijn tegenover Louis en de duizenden andere krijgsgevangenen. Japan heeft tijdens de oorlog strafkampen opgericht en daar de mensenrechten op grote schaal geschonden. Aangezien we ervoor kozen om Louis’ verhaal te vertellen en we dat op een geloofwaardige manier wilden doen, móésten we die vreselijke dingen wel tonen. Ik wilde wel vermijden dat het té gruwelijk werd. Het geweld mocht de boodschap – de menselijke geest kan de grootste tegenslagen overwinnen – in geen geval overstemmen. De film moest eindigen op een optimistische noot. Ik wilde ook vermijden dat er een eenzijdig, karikaturaal beeld van de Japanners werd opgehangen. Zelfs The Bird, de kampcommandant die verantwoordelijk was voor gruwelijke misdaden, portretteren we niet als een geschifte sadist. We tonen zijn twijfels en onzekerheden, en ook het feit dat hij in zijn jeugd zelf mishandeld werd – door zijn eigen vader – komt aan bod. Achter elk monster schuilt een mens van vlees en bloed. In iedereen zit een sadist verscholen die onder extreme omstandigheden naar buiten kan komen. Dat is wat dergelijke verhalen zo aangrijpend en choquerend maakt. Dat geldt trouwens voor alle conflicten. Voor de Tweede Wereldoorlog, maar ook voor Syrië of Irak. Zwart of wit, goed of slecht bestaan niet in oorlogszones, er bestaan alleen slachtoffers. Ik besef dat het in Japan nog altijd gevoelig ligt, maar ik hoop dat de film een boodschap van begrip en verzoening uitdraagt. Dat zou het mooiste geschenk zijn dat ik Louis kan geven.

Heb je door Unbroken meer zelfvertrouwen gekweekt als regisseur?

JOLIE:(knikt) Ik ben gegroeid. Ik vind dat ik een betere film heb gemaakt dan mijn debuut, maar de twijfels zijn er nog steeds. Daarom durf ik nog altijd geen recensies te lezen. Dat laat ik over aan Brad. Die moet ze maar voor me filteren. Ik ben als regisseur ook veel nerveuzer voor een première dan als actrice. Als actrice ben je maar één schakel binnen een hele machinerie. Als Unbroken faalt, is dat mijn schuld. Als ik op een visum moet invullen wat mijn beroep is, schrijf ik altijd ‘actrice’. Nog steeds. Maar ik twijfel alsmaar vaker. Ik zou binnen een paar jaar graag het zelfvertrouwen hebben om zonder verpinken ‘regisseur’ in te vullen. Niet dat ik wil stoppen met acteren, maar ik ben de jongste jaren sowieso kieskeurig wat filmrollen betreft en ik voel dat mijn toekomst achter de camera ligt.

Tijdens de promotoer van Maleficent eerder dit jaar zei je nog dat je volledig wilde kappen met acteren.

JOLIE: Een van je collega’s heeft gewoon wat overdreven. Ik wil de komende jaren als actrice nog graag een paar projecten realiseren. Brad en ik zijn ondertussen al zes jaar bezig om Cleopatra gemaakt te krijgen, en het zou stom zijn nu af te haken. Maar ik ben zo gelukkig achter de camera. Zet me een mes op de keel en dwing me om te kiezen tussen acteren en regisseren en ik roep meteen: ‘regisseren’. Desnoods in vijf verschillende talen, en ik spreek er hooguit drie. (lacht)

Ondertussen heb je ook al je derde film ingeblikt: het relatiedrama By the Sea, waarin je ook zelf meespeelt én waarin Brad je tegenspeler is, jullie eerste gezamenlijke project sinds de actiekomedie Mr. & Mrs. Smith (2005). Viel dat een beetje mee?

JOLIE: Neen. (lacht) Ik heb het mezelf erg lastig gemaakt. Door tegelijk te willen acteren en regisseren, en door Brad te casten. Ik heb de film zelf geschreven omdat ik vond dat ik die stap moest durven te zetten. Onze vrienden zeiden: ‘Doe het niet. Je zult je werk mee naar huis nemen, en bij momenten bleek het inderdaad een stevige relatietest. Maar kijk, we zijn nog steeds samen. Sterker nog: we zijn deze zomer getrouwd. In de film speel ik een broze, emotioneel gebroken vrouw, maar achter de camera moest ik zelfvertrouwen uitstralen. Dat was een lastige switch om in één, twee, drie te maken. Gelukkig bleek Brad een schat om te regisseren. Ik regisseer hem thuis ook al, dus nieuws was dat niet. (lacht)

Brad zat een groot deel van het jaar in Engeland om daar Fury in te blikken. Jij zat maanden in Australië, waar Unbroken werd gedraaid. Viel dat een beetje mee voor de kinderen?

JOLIE: De kinderen bleven meestal bij mij in Australië, maar in die periode zijn ze een paar keer per twee naar Engeland overgevlogen om ook wat tijd bij hun pa door te brengen. We konden ze dus delen. (lacht) We hebben niet de gewoonte om apart te werken, maar Brad wilde dolgraag Fury doen en dat overlapte nu eenmaal met Unbroken. Uiteindelijk zijn de kinderen het ook gewoon dat een van ons tweeën weg is.

Wat vond Brad van de film?

JOLIE: Hij vond hem geweldig. Heeft hij een andere keuze? (lacht) Tuurlijk had hij opmerkingen, en van hem hoor ik die ook graag, maar hij was bij me toen ik vorig jaar de gang op en af liep in afwachting van het verlossende telefoontje. Het is dus normaal dat hij met gekleurde ogen naar het resultaat kijkt. Hij kent me. Hij weet wat de film voor me betekent, wat Louis voor mij betekent en hoe hard ik eraan gewerkt heb.

Zelfs anno 2014 zijn er bedroevend weinig vrouwelijke regisseurs in Hollywood en ook goede, sterke vrouwenrollen zijn dun gezaaid. Beschouw je jezelf in die zin als een rolmodel, als een filmende feministe?

JOLIE: Ik heb sterke vrouwen gespeeld. Lara Croft, Evelyn Salt, Mariane Pearl. Plus: ik ben moeder, de sterkste vrouwenrol die er is. (lacht) Maar ben ik daarom een feministe? Dat vind ik te sterk uitgedrukt. In Unbroken doet geen enkele vrouw mee, gewoon omdat ze niet in Louis’ verhaal voorkwamen. Het is interessant om na te gaan wat ik als vrouw aan dit mannelijke verhaal heb kunnen toevoegen, maar het is lastig om er je vinger op te leggen. Ik denk dat een mannelijke regisseur het misschien iets stoerder had gemaakt en dat ik wat meer aandacht had voor de intieme momenten van twijfel, maar dat is speculeren. Elke goede regisseur brengt nu eenmaal zijn persoonlijkheid mee aan boord, of dat nu een man of een vrouw is. Maar het is wel zo dat vrouwen in de filmindustrie nog altijd worden ondergewaardeerd. Daar moet absoluut iets aan gedaan worden.

Je zei net dat je toekomst achter de camera ligt, maar zou het, gelet op je sociale engagement, geen logische stap zijn om de politiek in te gaan?

JOLIE: Als ik me ergens nuttig kan maken, dan doe ik dat graag. Maar wat telt, is de bijdrage die ik kan leveren. Als ik politiek een verschil kan maken door films te regisseren, dan doe ik dat. Als ik de vluchtelingenproblematiek op de agenda kan zetten als VN-ambassadrice, dan hoeft de VN mij maar te bellen. Ik weet niet zeker of een politieke carrière wel de efficiëntste manier is om een verschil te maken. Zeg nooit nooit, maar ik zie mezelf niet gauw in het Witte Huis belanden. (lacht)

UNBROKEN

Vanaf 7/1 in de bioscoop.

DOOR DAVE MESTDACH

Angelina Jolie ‘VROUWEN WORDEN NOG ALTIJD ONDERGEWAARDEERD IN DE FILMINDUSTRIE. MAAR EEN FILMENDE FEMINISTE BEN IK NIET.’

Angelina Jolie ‘ZET ME EEN MES OP DE KEEL EN DWING ME OM TE KIEZEN TUSSEN ACTEREN EN REGISSEREN EN IK ROEP METEEN: REGISSEREN.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content