De Red Bull Music Academy, het muzikale walhalla voor jonge dj’s en producers, heeft dit jaar zijn tenten opgeslagen in Seattle. Verslag in het spoor van de Gentse dj Fredo. ‘Dit is één lang orgasme.’

Het Zweinstein voor dj’s, dat is de Red Bull Music Academy. Elk jaar zet ze, telkens in een andere gaststad, gedurende twee keer twee weken haar deuren open voor een zestigtal jonge dj-talenten uit verschillende landen en verschillende genres. De kandidaten worden geselecteerd aan de hand van een uitgekiende vragenlijst én een mix-cd. Ze nemen delen aan workshops van en met gerenommeerde artiesten, krijgen een snelcursus muziekgeschiedenis, mogen ’s avonds hun kunsten etaleren in plaatselijke clubs en wisselen onderling ervaringen uit. In Seattle is de Academy aan haar achtste editie toe.

RED BULL MUSIC ACADEMY

NOG TOT 9/12. MEER INFO OP WWW.REDBULLMUSICACADEMY.COM

OP DONDERDAG 8/12 ZENDT STUDIO BRUSSEL EEN REPORTAGE UIT OVER DE ACADEMY, IN ‘MEKkA’, VANAF 19 UUR

Megan Jasper. Zelfs de kenners spitsen niet meteen de oren bij het horen van haar naam. Jasper is uitgever bij Seattle’s meest beruchte label: Sub Pop, waaruit vijftien jaar geleden niet alleen Nirvana, maar ook Soundgarden en Mudhoneye explodeerden. Interessant dus, voor de dertig twintigers die van muziek hun broodwinning willen maken. Ze gaan met- een rechtop zitten in hun luie sofa’s, en als na een dik half uur het N-woord nóg niet is gevallen, stelt een lefgozer de onvermijdelijke vraag: ‘Mrs Jasper, waarom vertelt u ons zo weinig over Nirvana?’ ‘Goh, willen jullie dat echt horen?’ antwoordt ze gespeeld verrast. ‘Ik dacht dat Kurt Cobain in de rest van de wereld nog doder was dan in Seattle.’ Waarna ze dan toch de beginperiode van Nirvana omstandig uit de doeken doet. Nooit gedacht dat een internationale bende jonge dj’s, zangers, producers en muzikanten zo stil kon worden.

En zo is er elke dag wel één ‘lesgever’ waarvoor de coolcats met plezier hun kater aan de kant willen schuiven. Neem nu Jimmy Douglas: jaagt bij het begin van zijn twee uur durende exposé iedereen uit de ontbijtruimte door even te laten horen wie hij allemaal geproducet heeft: Sean Paul is de meest recente, maar ook Destiny’s Child, Timbaland, Missy Elliot, Justin Timberlake en… Aretha Franklin galmen door de vroegere opslagplaats-annex boekenwinkel waar de sponsor voor de gelegenheid een architect, een bevriend ingenieur én een kunstkenner hun ding heeft laten doen.

Douglas schuift wat verlegen in de interview-zetel. Zijn lachje houdt hij verborgen achter lange dreadlocks. Onder zijn simpele blauwe jeans steken veel te grote, goedkope sportschoenen. ‘Imago is belangrijk in de muziekwereld’, zullen we later op de dag horen van een spring-in-’t-veld mét pas gekochte kitsch-trui. ‘Alleen de allergrootsten hoeven zich daar niets van aan te trekken.’

Aan het einde van zijn discours laat Douglas een plaat horen die door iedereen enthousiast wordt meegeknikt, al kan niemand er meteen een naam op kleven. ‘Schitterend, hé. We hebben dit enkele jaren geleden naar voor geschoven als dé superhit van een band.’ Logische keuze, zie je iedereen denken. Douglas droogjes: ‘Het werd een complete flop.’ Stilte. ‘De manager was razend, maar hij verstond er uiteindelijk even weinig van als wij zelf. Dan maar een andere song op single uitgebracht, die wel veel bijval kende.’ ‘En de eerste song?’, roept een ongelovige Thomas van tussen de zetels. ‘Jullie herkennen het, hé? Twee jaar daarna hebben we nog eens geprobeerd. Helemaal dezelfde versie, zelfs geen remix: Het sloeg in als een bom.’

Nachtbraken

De Gentenaar Fredo en zijn vakantievriendjes zijn intussen veilig terug in hun thuisland, maar in Seattle is deze week een nieuwe lading jonge talenten neergestreken. ‘Elk jaar slagen we erin om kwaliteit naar hier te krijgen’, zegt organisator Many Ameri. De sleutel daartoe is echter niet het obligate stukje muziek dat de kandidaten moeten opsturen. ‘De Academy is geen wedstrijd. Voor onze selectie baseren we ons vooral op de vragenlijst.’ Het woord is gevallen. ‘Daarop heb ik gezwoegd, man!’, vertelt Fredo. ‘Elke dag vulde ik één vraag in.’ Wat wel in het voordeel speelt: de antwoorden hoeven niet correct te zijn. Zo kon Fredo zich vooraf niet goed voorstellen hoe die Academy er zou uitzien. ‘Het enige wat ik juist had, was dat er in elke kamer een koelkast met gratis Red Bull staat.’ Aan de twee lounges met gemakkelijke zetels, de multimediakamer, de zes oefenstudio’s, de opnamestudio en de radiostudio had hij niet durven denken. Toch was dat nog verre van de moeilijkste van de 53 vragen. ‘Teken een kaart waarin je jezelf uitbeeldt in relatie met het muziekuniversum.’ Of: ‘Hoe leg je uit aan je grootouders waarmee je bezig bent en wat jou drijft?’ Nog eentje om het af te leren: ‘Een slinkse gozer nodigt jou uit in zijn teletijdmachine. Welk jaar en welke plaats in de muziekgeschiedenis kies je uit? En waarom?’ ‘Die waarom-vragen de hele tijd’, zucht Fredo. ‘Dát is de echte garantie voor een succesvolle academie’, weet Ameri. ‘We moeten op voorhand weten welk vlees we in de kuip krijgen. Niet de technische handigheden zijn het belangrijkste. DJ’s mogen zich uitsluitend bezighouden met één genre zoals techno of drum-‘n-bass, maar ze moeten op zijn minst openstaan voor andere subgenres. Zodat ze kunnen discussiëren, vrienden worden en dan terugkeren naar hun thuisland als een bevoorrechte getuige. Na die twee weken is het immers verre van voorbij. Ze hebben elkaars contactgegevens, sommigen hebben samen een track gemaakt. Wij van onze kant organiseren geregeld reünies in de vorm van feestjes, barbecues of radio-opnames. Eigenlijk bieden wij hen louter een platform aan. Het is aan hen om er creatief mee om te springen.’

Klinkt heel academisch allemaal, maar zijn DJ’s en jonge muzikanten niet vooral op zoek naar fun maken en mensen aan het dansen krijgen? Fredo: ‘Bij mij is het dat in elk geval wel, maar ik voel wel een soort onvrede als ik de mensen uit het Zuiden hier bezig zie en hoor. Gisteren was het de beurt aan de Zuid-Afrikaanse Eavesdrop. Haar sociaal geëngageerde en emotionele spoken word brak resoluut met de dj-sets die we voordien al hadden gezien. Iedereen werd er stil van. Welke muziek ik ook maak, ik ga haar wereld toch niet beter kunnen maken, maar mijn ogen zijn wel geopend. De eerste drie lezingen die we hier hoorden, gingen enkel over soul, liefde en seks, al was singer-songwriter Leon Ware vooral geboeid door dat laatste. Drie uur heeft hij erover gepraat. Seks en liefde is het enige wat die grote namen drijft en eigenlijk is dat bij iedereen zo. Ik leg mijn hart ook in mijn muziek, al moet ik dringend weer wat meer teksten schrijven, eerder dan op zoek te gaan naar de perfecte dancetrack.’

Waar haal jij jouw mosterd, in onze luxemaatschappij?

Fredo: Wij leven in een opgejaagde samenleving en staan bijna constant onder hoge druk. Voor mij is muziek een manier om te relaxen. Ik beweeg de hele tijd, dans graag, ben graag in het ritme. Het brengt me in een natural high. Drugs heb ik niet nodig.

Zegt de resident van de Culture Club en de Petrol, die van nachtbraken zijn job heeft gemaakt.

Fredo: Het nachtleven gaat mij goed af. Laatst begon ik doodvermoeid aan mijn set in de Petrol. Maar toen het tegen de ochtend liep, was ik de enige die nog wou doorgaan. Puur op muziek. Ik neem niets van drugs, hoewel mijn familie dat niet gelooft. En nu ik eindelijk mijn rijbewijs heb gehaald, ben ik ook veel voorzichtiger met alcohol. Er zijn wel veel dj’s met een drankprobleem.

Hitler

Hoewel daar ’s ochtends behalve een opvallende pupilverkleining weinig van te merken is, wordt er inderdaad aardig wat afgepilst op de avondlijke feestjes. Elke dag mogen twee of drie deelnemers van de academie een plaatselijke club onveilig maken met hun al dan niet dansbare set. De tweede maandag van de veertiendaagse krijgen de uitverkorenen echter bijzonder zware concurrentie. Niemand minder dan de zwarte hip- hoppionier Biz Markie komt uit New York aangevlogen voor een optreden in de War Room, een van Seattles mooiste clubs. De buitenwippers heten hier peace- keepers en zowel Mao, Nixon als Stalin kijken vanop gigantische zeefdrukken naar de breakdancers die onvermoeibaar over de dansvloer krullen.

Als de ‘Clown Prince of Hiphop’ na een plaatselijke opwarmer achter de draaitafel plaatsneemt, gaat de afgeladen War Room uit zijn dak. Seattle beseft wel degelijk wie hier aan het werk is. Van deze meneer hebben de Beas- tie Boys twintig jaar geleden bijzonder veel opgestoken en zonder hem zou Will Smith nooit zulke hoge toppen hebben gescheerd. Biz Markie heeft op de Super Bowl gedraaid én op de NBA All Star-demonstraties.

In de handen van de zwarte kolos uit New York lijken platen wel cd’s, en de kunstjes die hij ermee uithaalt zijn ronduit adembenemend. ‘Muziek is fun. En die van mij blijft ook zonder Blijde Boodschap overeind’, verwijst Markie naar begin jaren 1980, toen hij de hiphop ontdeed van zijn ideologische jasje en de ene sample aan de andere breide met tussendoor enkel een uitgekiende scratch. Behalve voor breakdancers is Markies set niet echt dansbaar en vanavond voelt hij zich voor dit selecte publiek net iets te veel geneigd om zijn hele trukendoos open te trekken. Toch zie je, als Big Biz er nog maar eens een fragment van een wereldhit tussen perst, iedereen denken: ‘Hij is hier. Wij zijn erbij’.

Een dag later, tijdens de ‘namiddagles’, toont Biz Markie zijn andere gelaat. In de sofa bij interviewer en mede-organisator Torsten Schmidt stelt hij zich aan als een kind dat voortdurend de leukste wil zijn. Anderhalf uur gaat hij door met zijn nukkig gedrag, omdat niemand er ook maar aan dénkt om hem tegen te spreken. Integendeel, veel deelnemers vinden de fat ass hilarisch. Medelijden met Schmidt was hen vreemd, hoewel de interviewer zijn ergste nachtmerrie beleefde. Van bij de openingsvraag liep het fout:

Schmidt: Begin eens bij het begin, Biz, hoe ben je in de hiphop gerold?

Markie: Niets speciaals, en jij?

Schmidt: Ik ben niemand. Heb je lang moeten wachten op erkenning?

Markie: Bwah, dat is allemaal niet interessant, hoe gaat het met jou? Dat zou ik wel eens willen weten. ( listig) Hoe gaat het in Duitsland?

Schmidt: Ik denk niet dat het publiek dat wil horen. Alles draait deze namiddag rond jou.

Markie: Neen, neen, ik ben geïnteresseerd in jouw geschiedenis. Ik vertel al genoeg. Kom op, man, voor de dag ermee.

Schmidt: ( radeloos) Wel, ik ben geboren in Duitsland begin jaren 1970…

Markie: ( springt plots recht en buldert oorverdovend) Was dat voor of na Hitler? ( applaus)

Fout, Biz, helemaal fout. Normaal zijn het de Duitsers zélf die over de Tweede Wereldoorlog beginnen. Markie houdt zijn kaatsspelletje vol tot onze eigen Fredo vanuit zijn luie zetel het gat vindt in zijn schutskring. ‘Je zegt dat je de set aanpast aan jouw publiek, maar wat is eigenlijk jouw eigen favoriete muziek?’

Markie: Euh, deze die ik gisteren gedraaid heb: breaks.

Fredo: Alleen de wereldberoemde dus?

Markie: Euh…

De top-dj blijkt voor een keer sprakeloos, maar daar was het de leerlingen niet om te doen. De daaropvolgende tien minuten verdwaalt hun muziek-gefilosofeer over loops, pitches en samples plots in een oeverloos geëmmer over pietluttigheden waaraan niemand een boodschap heeft. Ben Crabbé kan hier een punt aan zuigen.

DJ-leerling: OK, Mr. Markie, ik roep een nummer uit de muziekgeschiedenis en jij zegt wie daaruit als eerste een sample heeft gebruikt.

Markie is enthousiast. Zeker als blijkt dat de vreemde vragensteller zich heeft uitgeput in het zoeken naar samples die de master himself als eerste uit de boxen liet rollen. Een kwartier gaat de kwast door, Biz Markie hoofdzakelijk antwoordend met ‘Ik was de eerste’. Een kwartier. En niemand die ingrijpt. ‘Zulke discussies zijn fantastisch’, weerlegt Fredo de kritiek van een niet-freak. ‘Wij gaan er helemaal in op. En weet je: aan de wieg van de grote veranderingen in een bepaald subgenre staat vaak een minuscule technische aanpassing. Maar ik begrijp dat het voor outsiders redelijk creepy overkomt.

Paaldanseressen

Voor jullie moeten die twee weken één lang orgasme zijn.

Fredo: Je hebt dat dus ook gemerkt. Dat is schoon hé, maat. Zo schoon, ik ga dat zeker missen als ik thuis kom. Allez, ik zal wel eerst een beetje slapen. Red Bull, dat is misschien een dom drankje, maar die Academy is wel fantastisch. Alles gaat er hier goudeerlijk toe.

In jouw thuisbasis, de Culture Club, stormde het de afgelopen zomer.

Fredo: Er zijn een paar mensen die beweren dat er minder volk komt. Maar dat is enkel in de periodes dat de jongeren moeten studeren. De Culture Club blijft de schoonste club van België, én het geluid is er goed. Voor mij is dat het belangrijkste. Diegenen die zich vragen stellen, mogen niet vergeten dat het moeilijk is om zo’n club te runnen. Ook al ben je hip bezig, dan nog blijft het een bedrijf waar geld moet binnenkomen.

Hoe verklaar je het blijvende succes van I Love Techno, met al tien jaar dezelfde namen op de affiche?

Fredo: I Love Techno!? (blaast) De mensen gaan daar niet voor de muziek, wel omdat daar goede ‘bollen’ te krijgen zijn. Ben je daar al geweest?

Neen.

Fredo: Daar wil je gewoon niet zijn. Ik zou daar claustrofobie krijgen.

We dwalen af. Ook in de Culture Club vissen ze graag in hetzelfde vijvertje.

Fredo: Het voordeel aan de residents-dj’s is dat ze het publiek kennen. De Guest-dj’s en de grote namen komen daar gewoon hun ding doen. Terwijl de mensen daar aan het einde van hun werkweek komen. Die willen gewoon feesten. Zoals de Culture Club het op zaterdag doet met zijn residents is het misschien niet de meest opvallende manier, maar het is ook niet commercieel, want er moet altijd een hoek af zijn. Fris van de lever dus, maar geen rave.

Zijn die top-dj’s op hun doortocht eigenlijk aanspreekbaar?

Fredo: Dat hangt af van persoon tot persoon. Ik ben onlangs Erol Alkan tegen het lijf gelopen en die was zeer vriendelijk en zelfs nieuwsgierig naar mijn bezigheden. Hij vertelde me wel dat aan de top iedereen iedereen kent. The Glimmers en de Dewaele Brothers bevestigen dat. Dj’s zijn altijd op hun eentje aan het reizen. De enigen die ze altijd tegenkomen zijn die andere kleppers. En meestal klikt dat wel.

Schermen die hun vetbetaalde territorium niet af voor jonkies als jij die net rondkomen?

Fredo: Nee, de doorstroming wordt niet verhinderd. Al zal ik, als ik meer geld wil verdienen, toch met een project naar buiten moeten komen dat aanslaat in het buitenland. In België zijn Thang (Fredo’s muzikale wederhelft, nvdr) en ik goed bezig. Misschien zorgt Foxylane wel voor de doorbraak, ons livebandje dat we genoemd hebben naar onze studio aan de Voskenslaan. Maar hoeveel duizend euro gasten als Tiefschwarz of Tiga ook krijgen, ze blijven vooral bezeten door muziek. En als je dat ook bent, kan je met ze praten.

Wat is de vreemdste plaats waar jij al gedraaid hebt?

Fredo: ( denkt lang na en lacht dan) In een hoerenkot, anderhalf jaar geleden. Ik stond daar tussen twee paaldanseressen, ergens in het glazen straatje in Gent. Het had iets erotisch, met die rood-fluwelen muren en overal kleine lichtjes. Héél warm (lacht). Wat verder naast het podium was ook een afzonderingshokje. Om te vrijen uiteraard.

Volgens de organisatie van de Academy ga je thuis zitten janken als je terugdenkt aan je periode hier.

Fredo: Veel nieuwe dj-technieken heb ik hier niet geleerd. Maar op sociaal vlak is de impact bijzonder groot. Gisteren heb ik urenlang met een meisje over muziek gepraat. Muziek overstijgt alles, het is bijna metafysisch. En wij hier hebben dat allemaal. In België zijn er maar twee of drie mensen met wie ik daarover kan praten.

Door Hannes Cattebeke

‘Ik heb geen drugs nodig: muziek brengt me in een natural high. Ik weet het, mijn tante gelooft mij ook niet.’ Dj Fredo

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content