The Rite – ‘Niemand geeft een moer om toewijding’

ANTHONY HOPKINS in 'THE RITE'. 'Ik was er ook eerst van overtuigd dat William Friedkin met 'The Exorcist' de ultieme duiveluitdrijvingsfilm had gemaakt.'

Ondanks zijn gevorderde leeftijd weigert legendarisch acteur Anthony Hopkins (73) op zijn lauweren te rusten. In de psychologische huiverprent The Rite zoekt hij als eigenzinnige exorcist opnieuw ’s mens schimmigste kantjes op. ‘Dankzij deze rollen kan ik zonder gevaar met de duisternis flirten.’

Ga toch niet, die knar luistert alleen maar naar zichzelf!’, waarschuwde een collega bij onze aankondiging dat we niemand minder dan Sir Anthony Hopkins zouden ontmoeten. En toegegeven: tijdens het gesprek in het majestueuze Hyatt Regency Century Plaza in Los Angeles dreigde de levende legende af en toe het verschil tussen een interview en een monoloog te vergeten. Die tekortkoming zien we echter door de vingers aangezien achter het acteerkanon uit The Elephant Man, The Silence of the Lambs en The Remains of the Day een wijze oude man blijkt schuil te gaan, die filosofie boven promopraat verkiest.

De aanleiding van ons gesprek – de exorcismethriller The Rite – verdient beduidend minder lof. Het zogenaamd realistische duiveluitdrijvingsrelaas begint nochtans veelbelovend. De metafysische woordduellen tussen een twijfelende aspirant-exorcist (nieuwkomer Colin O’Donoghue) en zijn door de wol geverfde mentor (Hopkins) leveren enkele genietbare momenten op en cineast Mikael Hafström gaat net zoals in zijn gesmaakte Stephen Kingverfilming 1408 voor een psychologisch doordachte aanpak. Gaandeweg verwordt de prent echter tot een maniakale mengeling van ordinaire schrikeffecten en aan de passiespelen herinnerende bekeertactieken. Enige reddingsboei? Hopkins’ zoveelste acteerhoogstandje.

Het grote aantal religieuze journalisten, een onaangekondigd gesprek met een echte exorcist en de talloze verwijzingen naar de productiesteun van de katholieke kerk deden de junket naar een christelijke propagandadag ruiken. Vandaar dat we maar meteen met de deur in huis vallen en Hopkins naar zijn eigen religie vragen. ‘Ja, ik ben gelovig’, antwoordt die aarzelend. ‘Wat ik precies geloof, is me echter nog altijd niet helemaal duidelijk. Er is sprake van een decennialange evolutie. Ik groeide op als atheïst, schoof langzaam, maar zeker richting agnosticisme en belandde uiteindelijk in het vakje ‘godsdienstig’.’

Wat heeft die religieuze ontwikkeling veroorzaakt?

Antony Hopkins: Verdomme, ik en mijn grote mond! Nu moet ik wel de persoonlijke toer op. (Lacht) Mijn vader was ondanks zijn arme afkomst en lage scholing een belezen man. De toneelstukken van George Bernard Shaw en de schrijfsels van Karl Marx hadden van hem een linkse rakker gemaakt zodat hij mij natuurlijk atheïstisch opvoedde. Na de Tweede Wereldoorlog begonnen zijn overtuigingen barsten te vertonen, omdat hij zich realiseerde dat de wereld een lelijke plek vol duistere krachten is. Die verschuivingen hebben ook mijn levensopvattingen aangetast. Ik begon aan alles te twijfelen. Toen mijn oh zo ongelovige vader op zijn sterfbed plots God begon uit te kafferen, was ik helemaal de kluts kwijt. Een tijd heb ik me dan op drugs en drank gestort om aan de realiteit te ontsnappen. Acteren bleek mijn redding. Het schiep de mogelijkheid om met de duisternis te flirten zonder dat ik mezelf in gevaar bracht. De mentale rust die daaruit voortvloeide, zorgde ervoor dat ik eindelijk naar mijn ziel begon te luisteren. Zo raakte ik meer en meer overtuigd van het bestaan van een hogere kracht.

Welke religieuze strekking spreekt u het meeste aan?

Hopkins: Allemaal en geen enkele. Ondanks mijn gevorderde leeftijd ben ik maar van één ding honderd procent zeker en dat is dat ik van weinig dingen zeker ben. Tijdens mijn vrije tijd lees ik alleen maar boeken over metafysica. Van Darwins On the Origin of Species over de geschriften van Einstein tot de preken van de antinazistische theoloog Dietrich Bonhoeffer: ik heb ze allemaal verslonden. Enerzijds doe ik dat om intelligent over te komen tijdens feestjes en interviews, anderzijds uit oprechte interesse. (Grinnikt) ‘Als je niet meer in de duivel gelooft, begin je pas echt gevaar te lopen’, schreef C.S. Lewis. Wie ben ik om zo’n intelligente man tegen te spreken? Ik geloof niet in een antropomorfe versie van het kwade. Dat een doorslechte entiteit onze planeet op tijd en stond aantast, valt volgens mij echter niet te weerleggen. Maar goed, misschien zit ik fout. Wie zal het zeggen?

Uw bescheidenheid siert u.

Hopkins: Nederigheid wordt dezer dagen niet meer naar waarde geschat. Iedereen heeft een mening over alles. Kijk maar naar mijn collega-acteurs. Sommigen denken zelfs dat ze het Witte Huis advies kunnen geven. Zo’n arrogantie irriteert me mateloos. Dat geldt ook voor al die verbeten atheïsten die het bestaan van een goddelijke kracht volledig uitsluiten. Zelfs de geniale Einstein – die niets van georganiseerde godsdiensten moest weten – geloofde in een verheven mathematische energie die als basis diende voor de creatie van ons heelal.

Over naar ‘The Rite’: naar verluidt zei het project u aanvankelijk niets.

Hopkins: Klopt. Ik stond niet bepaald te springen toen ik het scenario overhandigd kreeg. Ik was – net zoals de rest van de wereld – van mening dat William Friedkin met The Exorcist de ultieme duiveluitdrijvingsfilm had gemaakt. Nog een prent over het onderwerp leek me overbodig. Op een dag heb ik het er toch op gewaagd. Tot mijn verbazing bleek het verhaal een reeks uitdagende elementen te bevatten die de meeste Tinseltownproducties als de pest zouden mijden.

Zoals?

Hopkins: De onorthodoxe methodes van mijn personage. Hij zou zijn kritische collega in spe de mond kunnen snoeren met enkele hoogdravende donderpreken, maar verkiest prikkelende vraaggesprekken. ‘Steekt een inbreker die ’s nachts een woning binnendringt het licht aan?’, merkt hij gevat op als de jongeling naar fysieke bewijzen van het bestaan van de duivel vraagt. Nog zo’n rariteit: in tegenstelling tot al die andere filmleermeesters heeft mijn personage de wijsheid niet in pacht. Zijn onzekerheid gaat gepaard met het besef dat hij als geen ander de donkere kant van de menselijke ziel kent. Vandaar dat hij doet wat hij doet.

Komt uw onstuitbare werkijver uit een vergelijkbaar plichtsgevoel voort?

Hopkins: Ben je gek? Neem mijn vak vooral niet te ernstig. Acteren is en blijft in de eerste plaats een absurd spelletje, waarvan ik na al die jaren nog steeds met volle teugen geniet. Bovendien blijven de fantastische werkaanbiedingen zich opstapelen en ben ik zowel fysiek als mentaal tiptop in orde. Met pensioen gaan zou de domste beslissing aller tijden zijn. Het overschot aan vrije tijd zou me trouwens kierewiet maken. De hele dag thuis of op café zitten: ik mag er niet aan denken.

Uw tegenspeler Colin O’Donoghue maakt in ‘The Rite’ zijn langspeelfilmdebuut. Was u streng voor hem tijdens de shoot?

Hopkins: Integendeel. Ik benadrukte elke dag dat hij moest relaxen en ten volle van zijn filmontmaagding moest genieten. Als je je op een set niet amuseert, dan heb je er niets te zoeken. Jaren geleden kwam ik in aanvaring met een Britse actrice die zich na een lange theatercarrière eindelijk aan een eerste filmproject waagde. Vanaf de eerste opnamedag was het duidelijk dat ze film te min vond. ‘Denk twee keer na, schat’, beet ik haar toe. ‘Als je deze kans verknalt, moet je wel terug naar het theater. En geloof me: na een tijdje zal je beseffen dat niemand een moer om je toewijding geeft. ‘

Komt u als invloedrijk Hollywoodicoon nooit in de verleiding om een productie helemaal naar uw hand te zetten?

Hopkins: Het is geen geheim dat ik mijn personages graag uitwerk. Soms kom ik met nieuwe dialogen op de proppen, soms bedenk ik nieuwe scènes. Maar als de regisseur mijn ideeën afkeurt, houdt het op. Ik ben geen dwarsligger. Discussiëren vind ik tijdverlies. Toch kan ik met de nodige trots zeggen dat de meeste filmmakers enthousiast op mijn voorstellen reageren.

Intussen barst uw filmografie van de horrorprenten. Bent u een stiekeme griezelliefhebber?

Hopkins: Ik heb geen favoriet genre: ik kan werkelijk alle filmsoorten waarderen. Dat weerspiegelt zich in mijn uiterst uiteenlopend curriculum vitae. Dat ik vaak in horrorfilms meespeel, heeft ongetwijfeld met mijn open geest en bereidwilligheid te maken. Het merendeel van mijn collega’s schat het genre niet naar waarde.

In uw ogen zijn griezelfilms meer dan bloederig bioscoopentertainment?

Hopkins: Zeg dat wel! Klassiekers als Psycho, Rosemary’s Baby en The Silence of the Lambs worden bekeken en herbekeken, omdat ze een veilige confrontatie met de duisternis mogelijk maken. De kijker trotseert angstaanjagende personages, gruwelijke taferelen en uitzichtloze situaties in de wetenschap dat hij twee uur later ongedeerd de zaal zal verlaten.

Tot slot: hoewel u acteren als uw broodwinning ziet, verdient u stevig bij met de verkoop van uw schilderijen.

Hopkins: Acteren beschouw ik als mijn vak, schilderen als een uit de hand gelopen hobby. Ik ben er destijds mee begonnen om die verschrikkelijke vrije dagen te vullen. Dat mijn schilderijen nu zoveel opbrengen, heb ik aan mijn echtgenote en haar zakenpartner te danken. Ik ben vooral trots op de internationale aandacht die mijn werk geniet. Binnenkort stel ik zelfs in Hawaï tentoon.

THE RITE

Vanaf 9/3 in de bioscoop.

DOOR STEVEN TUFFIN

‘Met pensioen gaan zou de domste beslissing ooit zijn. Het overschot aan vrije tijd zou me kierewiet maken.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content