Hij was de verfijndste punker van de jaren 70, de inventiefste new waver van de jaren 80 en de meest gewaardeerde Britpopper van de jaren 90. En toch weigerde Paul Weller – net vijftig geworden – om door de Queen tot Commander of the British Empire te worden benoemd. ‘Complimentjes van jonge groepen als Arctic Monkeys en Kaiser Chiefs doen mij véél meer plezier.’

Heeft hij last van podiumvrees? Is hij nerveus? Of heeft hij net een lijn coke naar binnen gesnorkeld? Feit is dat Paul Weller geen blijf weet met zichzelf. In de backstage van de AB, waar hij het nieuwe 22 Dreams komt voorstellen, vliegt Weller met haast supersonische snelheid zijn kleedkamer in en uit. Tot rust komt hij pas wanneer zijn avondmaal wordt opgediend: roast beef met bacon en héél veel worcestersaus. Of we ook een bord willen? Wij bedanken feestelijk.

Meneer Weller, wij hebben de groeten én een vraag van Noel Gallagher meegebracht.

Paul Weller: How nice!

Hier komt-ie: ‘Wanneer besefte je voor het eerst dat ik een genie ben?’

Weller:Noel a genius? Just now, to be honest! (Lacht) Neen serieus: ik vind hem écht een genie. Alleen is hij in zijn eigen hoofd een nog nét iets grotere legende dan voor de rest van de wereld. But I love him, onze kinderen gaan zelfs naar dezelfde school.

Is het waar dat je hem ooit de Rickenbacker cadeau hebt gegeven waarop je ‘Town Called Malice’ hebt geschreven?

Weller: Dat was voor z’n 30e verjaardag, ja. Hij deed er een beetje koeltjes over toen ik hem die gitaar gaf, maar via via heb ik gehoord dat hij zichzelf achteraf zowat bepist heeft van geluk. Ik heb hem er ooit mee zien optreden in Top of the Pops. Dat zegt genoeg, denk ik. (Lacht)

Noel speelt ook mee op je nieuwe plaat. Heb jij hem gebeld of hij jou?

Weller: Laten we het er ter bescherming van eenieders ego maar op houden dat zulke samenwerkingen gewoon gebeuren. Noel heeft al op enkele van mijn platen gespeeld en ik doe dan weer mee op Champagne Supernova van Oasis. Deze keer heeft hij een van mijn songs, Echoes Round The Sun, mee helpen herschrijven. Ik zat een beetje vast toen hij kwam aanzetten met een basloop die hij nooit in een van z’n eigen songs had kwijt gekund. Een win-winoperatie, zeg maar: iedereen gelukkig.

Wist Noel trouwens dat ook Graham Coxon op de plaat zou meedoen? Geef toe: muzikanten van zowel Oasis als Blur op een en dezelfde plaat lijkt een gewaagde zet.

Weller: (Lacht)I know what you mean, maar geloof me: Noel had daar absoluut geen probleem mee. Die hele vete tussen Oasis en Blur is… niet zozeer bijgelegd, maar toch al veel minder erg dan vroeger. Het is vooral Damon (Albarn) met wie Noel niet kan opschieten. Maar ik vind het óók grappig dat ze allebei op de plaat meedoen, hoor. Het is een beetje Top of the Britpops, hé?

’22 Dreams’ kon nauwelijks méér van zijn voorganger ‘As Is Now’ verschillen. Heeft de tegenvallende verkoop van ‘As Is Now’ daarmee te maken?

Weller: Neen. Het klopt wel dat ik teleurgesteld was over de verkoopcijfers van die plaat, maar dáárom van koers wijzigen? Ik ben een beetje te oud geworden om mijn fans achterna te hollen. Het ligt sowieso niet in mijn aard om een soort Part 2 van mijn vorige plaat te maken.

Ik denk dat je 22 Dreams een Nieuwsgierige Paul Weller-plaat zou kunnen noemen, omdat ik er vanalles op uitprobeer. In tegenstelling tot As Is Now, een echte rockplaat, is 22 Dreams véél eclectischer. Wat staat er niet allemaal op? Jazz, pop, folk, oriëntaals aandoende songs, psychedelische dingen. Noem maar op.

Een van mijn favorieten is ‘Empty Ring’, over iemand die blijft vechten terwijl de strijd allang gestreden is. Weet je nog wat de aanleiding voor die song was?

Weller: Ik had gewoon het beeld in mijn hoofd van een bokser die na een kamp eenzaam in de ring achterblijft. Daar zal mijn jeugd wel voor iets tussenzitten: mijn vader bokste vroeger. Ik heb dat beeld van een bokser die in het ijle staat te meppen dus vaak genoeg gezien.

Metaforisch bekeken zou ‘Empty Ring’ ook kunnen gaan over een president die niet weet hoe hij de oorlog moet beëindigen nu zijn vijand is uitgeschakeld.

Weller:Wauw, dat is waar. Zo had ik het nog niet bekeken. Of beter gezegd: ik was me wel bewust van de beeldspraak die in die song verstopt zit, maar je zou hem inderdaad makkelijk op de oorlog in Irak kunnen toepassen. Nu ja, Empty Ring zou evengoed kunnen gaan over muziekgroepen die niet weten wanneer ze ermee moeten ophouden. Maar ik zal maar geen namen noemen.

In ‘Why Walk When You Can Run’ hoor ik dan weer een vader die moeite heeft om zijn kinderen los te laten.

Weller: Meer het tegendeel eigenlijk. Ook hier was de trigger een beeld dat ik in mijn hoofd had: het beeld van mijn jongste zoon toen we een dik jaar geleden ergens over een strand liepen. Hij wilde de hele tijd naar de zee toe en ik hield hem als bezorgde vader natuurlijk tegen. De song gaat erover dat ik hem als vader diep van binnen toch liever zijn gang laat gaan, dat ik hem niet de hele tijd wil tegenhouden. Meer algemeen wil ik dat al mijn kinderen hun ding doen zonder zich iets van andere mensen of de wetten van de maatschappij aan te trekken. Gewoon: voorwaarts richting toekomst.

In de spoken word ‘God’ kom je tot de conclusie dat mensen alleen maar een beroep doen op de Allergrootste als ze hem nodig hebben. Aangezien religie pas recent in jouw songs opduikt: heb jij Hem de laatste tijd nodig gehad?

Weller:(Ontwijkend) Geloof speelt nu zeker een grotere rol in mijn leven dan vroeger, maar dan op een spirituele manier. Ik ga niet naar de kerk, ik bid niet of nauwelijks en ik háát het woord religie. Het is dus veeleer een soort besef dat er méér is tussen hemel en aarde, een besef dat ongetwijfeld samenhangt met een groeiend gevoel van vergankelijkheid – no doubt about it. Dat noem ik God omdat we er simpelweg geen ander woord voor hebben, maar voor mij is het iets veel abstracters. Ik voel die ‘God’ in een zomerbriesje en ik zie hem op het gezicht van mijn lachende kinderen. (Gegeneerd) Maar je merkt dat het moeilijk valt uit te leggen zonder melig te klinken.

Zou het trouwens geen goed idee zijn om een nieuw, neutraal woord voor God uit te vinden? Misschien moet je onder jullie lezers eens een wedstrijd houden? (Lacht)

Ik zal het eens voorstellen. Maar over vergankelijkheid gesproken: hoe voelde het om vijftig te worden?

Weller: Dat viel reuze mee. Ik had met gemengde gevoelens naar die verjaardag toegeleefd: ik was nieuwsgierig wat The Big Five-O met me zou doen, maar ik was ook bang om me definitief een ouwe zak te voelen. En weet je wat: er gebeurde die dag helemaal niets. Ik had zelfs zin om te beginnen rondbellen naar al mijn vrienden en kennissen: ‘ I’m alright, folks, no need to worry. Ik leef nog en ik ben niet in een diep zwart gat gevallen.’ (Lacht)

Sommige vijftigers beginnen verwoed een lijstje op te stellen van dingen die ze nog willen verwezenlijken voor de aftakeling begint. Jij ook?

Weller: Niet echt. Of toch: ik had het plan opgevat om te voet naar Santiago De Compostella te gaan. Zo’n lekker ouderwetse pelgrimstocht. Dat paste in die anticipatie waarover ik het daarnet had. Ik dacht: vijftig worden is een groot moment, misschien moet ik maar iets belangrijks ondernemen en tegelijk tijd vrijmaken om eens goed over Het Leven na te denken. (Schaapachtig) Dat soort onzin. Maar het is er met al dat toeren niet van gekomen.

Ik weet niet of je ooit al van Joost Zweegers alias Novastar hebt gehoord, maar op zijn laatste plaat staat een nummer – ‘Weller Weakness’ – dat naar jou vernoemd is. Doet het je nog iets als collega-muzikanten jouw lof zingen?

Weller: Tuurlijk wel. Ik ben Noel Gallagher niet! (Lacht) Novastar, zei je? Is it any good?

Goed genoeg om het je van harte aan te raden.

Weller:(Schrijft de naam op) Maar om terug te komen op je vraag: ik heb het altijd hartverwarmend gevonden als collega-muzikanten respect of bewondering voor mijn werk tonen.

Maar als de Queen je wil promoveren tot Commander of the British Empire stuur je haar wandelen.

Weller: Wat ben ik in godsnaam met zo’n medaille? Eerlijk: ik heb even overwogen om die erkenning te aanvaarden. Gewoon om m’n lieve moedertje een plezier te doen, want ze is een hele grote fan van de koninklijke familie – God weet waarom. Maar dat zou ik dan weer hypocriet vinden. De waarheid is dat complimentjes van jonge groepen als Arctic Monkeys, The Rifles en Kaiser Chiefs me véél meer deugd doen. Heel tof van die gasten om een fossiel als ik een lovend woordje te gunnen.

Intussen zijn Bruce Foxton en Rick Buckler weer de hort op met The Jam, al noemen ze zichzelf nu From The Jam. Heb je overwogen om hen een proces aan te doen?

Weller: Dat niet, neen. Ik gun hen het geld wel hoor – ik geef er écht niet om – maar dat neemt niet weg dat ik het ronduit tragisch en zielig vind dat ze op tournee vertrekken met mijn fuck-in’ songs om hun pensioentje aan te vullen. Kijk, als Bruce en Rick elkaar toch zo graag zien en heimwee hebben naar the old days, dat ze dan een nieuwe groep oprichten en nieuwe songs schrijven. Maar gewoon The Jam reanimeren: that’s just fuckin’ laziness, man.

Ik weet ook wel dat mijn mening over die reünie gekleurd wordt door mijn persoonlijke sentimenten – in mijn hoofd was The Jam een mooi en afgesloten hoofdstuk – maar ik kan me eerlijk gezegd niet inbeelden dat onze oude fans op zo’n nostalgieact zaten te wachten.

Onlangs zei je in Uncut dat je zelf pas recent in het reine bent met je oudere werk. Je speelt live ook weer veel meer The Jam- en The Style Council-songs dan tien jaar geleden.

Weller: Klopt. Dat ik me jarenlang een beetje ongemakkelijk voelde bij mijn oudere werk, heeft achteraf bekeken veel te maken met de druk die ik voelde na de split van The Style Council. Na die split zat ik voor het eerst in mijn leven zonder groep en moest ik bewijzen dat ik het solo óók kon waarmaken. Op dat moment voelde alles wat ik met The Jam en The Style Council had gemaakt als een last op mijn schouders. Noem het een klein trauma: ik wilde per se aantonen dat ik als soloartiest iets helemaal anders kon doen dan met de Council, maar dat tóch even goed was. Ondertussen weet ik dat mijn twee oeuvres perfect naast elkaar kunnen bestaan.

Heb je ‘The Modfather – My Life with Paul Weller’ van David Lines gelezen?

Weller: Ja, stukken ervan toch. Niet erg goed geschreven, maar hij vertrekt wel van een heel origineel en grappig uitgangspunt.

Vond je het niet beangstigend om een blik te werpen in de geest van een geobsedeerde fan die zijn haar strijkt om het op dat van jou te laten lijken en tijdens jouw zogenaamde Franse fase zijn naam in David Linés veranderde en Gitanes begon te roken?

Weller:(Lacht) Oké, dát is wel een beetje angstaanjagend. Maar eerlijk gezegd herken ik die toewijding wel. Ik ben zelf ook een geobsedeerde fan geweest van de groepen die in de jaren 60 populair waren. En ik imiteerde óók hun manier van kleden. Ik doe het nog steeds: I was born a Mod and I will die a Mod.

22 DREAMS

Uit bij Yep Roc Records

Door Vincent Byloo

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content