The Last Dance

© NBAE via Getty Images

‘I am gone.’ 13 januari 1999. Na een woelig NBA-seizoen kondigt de toen 38-jarige basketlegende Michael Jordan zijn vertrek bij de Chicago Bulls aan, en van het basketbal tout court. Het is niet de eerste keer. In een van de verrassendste carrièremoves in de sportgeschiedenis had hij in oktober 1993, na drie NBA-titels op een rij bij de Bulls, al zijn baskettenue aan de wilgen gehangen, om in 1995 terug te keren met de korte boodschap: ‘I’m back’.

Salt Lake City, 14 juni 1998. In de zesde match van de NBA-finals staan de Bulls met amper 18,9 seconden op de klok één punt achter tegen Utah Jazz. Ze lijken verslagen, en een zevende match kunnen ze missen als kiespijn. Maar dan neemt Michael Jordan in een razendsnelle move de bal uit handen van tegenspeler Karl Malone. 5,2 seconden voor de wedstrijd voorbij is, zoeft de bal uit de handen van Jordan door het net. De Bulls kapen hun zesde NBA-titel in acht jaar tijd weg.

Wie dacht alles al te weten over Jordans ‘final shot’ en zijn gloriejaren bij de befaamde Chicago Bulls, komt met The Last Dance lichtelijk bedrogen uit. De langverwachte, tiendelige docureeks is een samenwerking tussen Netflix en sportproductiehuis ESPN (zie ook de Oscarwinnende docu O.J.: Made in America) waarvan de release vanwege de coronacrisis en de wereldwijde afgelasting van sportevenementen twee weken naar voren werd geschoven. Regisseur Jason Hehir dook diep in de archieven en duikelde meer dan vijfhonderd uur aan nooit eerder vertoond beeldmateriaal op van het seizoen 1997-1998, toen coach Phil Jackson toeliet dat zijn team door een filmploeg van NBA Entertainment werd gevolgd. Hehir gaat ook dieper in op de kinderjaren van Jordan, de moeilijke situatie waarin de Bulls verkeerden toen hij in 1984 tot de club toetrad, en op de manier waarop het team na zijn komst verder werd uitgebouwd.

Hehir kreeg de medewerking van Jordan zelf, maar ook iconen als Magic Johnson en Charles Barkley (tegenstanders van de Bulls) en zijn toenmalige teamgenoten Scottie Pippen, Dennis Rodman en Steve Kerr doen hun zegje. Ook niet-basketgerelateerde beroemdheden als de van zijn voetstuk gevallen komiek Jerry Seinfeld en oud-president Barack Obama passeren de revue – die laatste strooit gretig met superlatieven over het basketbal van de jaren negentig. Het resultaat is een diepgravend nostalgiefestijn, dat niet alleen liefhebbers van de oranje bal zal plezieren.

Maandag 20/4, Netflix

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content