THE IMMORTAL OTIS REDDING

Pas in de dood vindt de mens onsterfelijkheid, en wie talent heeft, kan vanuit het graf een lucratief handeltje drijven – het tweede postume album van Michael Jackson, Xscape, heeft nog maar eens bewezen dat kwaliteit niet evenredig hoeft te zijn aan post-mortemsucces. Wij gaan deze zomer op zoek naar albums waarmee de overleden makers wél in vrede kunnen rusten. Deze week: The Immortal Otis Redding (1968).

Het jaar 1968 begint goed voor Otis Redding. Op 8 januari verschijnt (Sittin’ on) The Dock of the Bay, en de single knalt meteen tegen het plafond van de Amerikaanse hitlijsten aan. Niemand bij zijn label Stax Records had erin geloofd, en zelfs Reddings eigen entourage uitte bedenkingen bij de bocht die het kabbelende, melancholische liedje betekende: weg van de rauwe r&b en soul waarom hij zo geroemd werd, met de neus richting pop. Twee maanden voor Redding de tekst en muziek schreef, samen met Steve Cropper, de gitarist van Booker T. & The MG’s, had hij een triomf beleefd als top of the bill op het Monterey Pop Festival, en aan de oevers van een baai in San Francisco vond de koning van de soul een nieuwe bron van inspiratie. Otis geloofde wél in het hitpotentieel van (Sittin’ on) The Dock of the Bay, en haalde zijn gram. Alleen jammer dat hij het niet meer heeft mogen meemaken.

Want (Sittin’ on) The Dock of the Bay is de allereerste, postuum verschenen nummeréénhit in Amerika, een maand na Reddings dood, op 10 december 1967. Welgeteld twee dagen eerder had hij de laatste hand gelegd aan wat zou uitgroeien tot zijn grootste, bekendste hit. Wat een nieuw begin moest inluiden, werd zijn definitieve afscheid. De woorden ‘looks like nothing’s gonna come my way’ bleken profetisch: zijn vliegtuig crashte die decembernacht in een meer nabij Madison, Wisconsin. Behalve Redding kwamen de bemanning, Reddings manager en het grootste deel van zijn begeleidingsband The Bar-Kays om. Trompettist Ben Cauly was de enige overlevende, de precieze omstandigheden werden nooit opgehelderd.

ZOEK NIET NAAR (SITTIN’ ON) THE DOCK OF THE BAY OP The Immortal, daarvoor moet u bij de eerste postume plaat van Otis Redding zijn, The Dock of the Bay uit 1968. Geen kwaad album, maar vooral toch een uit eerder verschenen singles en b-kantjes haastig bijeengeharkte, onevenwichtige verlenging van het succes van de single. The Immortal is in alle opzichten een krachtiger testament, en mag samen met The Great Otis Redding Sings Soul Ballads (1965) en Otis Blue (1965) tot Reddings beste werk gerekend worden.

Op het podium had hij zich tot een wervelwind, een soulorkaan ontwikkeld, maar in het oog van de storm rustte een verlegen ziel. Twee gezichten, die weerspiegeld werden op de zes langspelers die Redding bij leven uit zijn machtige strot wist te persen, in de tijdspanne tussen 1964 en 1967. In vele tinten blues gekleurde ballades, passionele liefdespreken en woest briesende r&b. Weinigen die zo mooi konden briesen en bleiten als Otis Redding. Een intens vertolker en performer, maar ook een begenadigd songschrijver. Op The Immortal is hij (co-)auteur van acht op de elf songs. Die werden allen door producer Steve Cropper verzameld uit de sessies die aan (Sittin’ on) The Dock of the Bay voorafgingen, drie weken voor die fatale duik. Cropper is het geheime wapen van Stax en de eerste luitenant van Redding. Zijn bijnaam: The Colonel.

Er spreekt ontroering en bewondering uit het peloton songs dat Cropper samendrijft op The Immortal. Dat I’ve Got Dreams to Remember mag openen, zegt veel over de band die de kolonel onderhield met zijn overste. Otis zingt vanuit een favoriete positie: aan het verkeerde eind van een bedrogen romance. Ergens tussen verlangen en smart ligt hunkering, en hunkeren is wat Redding kan als geen ander. De dromen waar hij over zingt, hangen in de atmosfeer van de liefde, maar met deze opener lijkt Steve Cropper te zeggen: ‘Wij hebben ook onze onvergetelijke momenten beleefd, maat.’

Na de hunkering volgt de lust van You Made a Man Out of Me, waarin Otis zich bronstig aan de voeten van Venus vlijt: ‘You made a big old man out of me, babe / I’m a sweet lil’ man, baby, that’s what you want me to be.’ Simultaan uit het hart, de buik en de heupen zingen, alleen de grootsten kunnen het zonder overacting. En zelfs in tederheid – denk aan zijn Try a Little Tenderness – perst de man vuur uit zijn longen. Een van de voorbeelden daarvan op deze plaat heet Nobody’s Fault but Mine, waarin The Memphis Horns mee de vlammen opstoken en de losse pols van Steve Cropper heerlijke licks uit zijn gitaar wappert. ‘What will lie due tomorrow / burden down and suffer with my sorrows’, het doet meer dan alleen maar mooi rijmen, geloof dat maar.

Janis Joplin vertelde ooit aan een journalist dat Otis Redding – zelf een bewonderaar van Little Richard en Sam Cooke – haar geleerd had om een song vooruit te zingen, in plaats van over de muziek heen. Vooruit zingen, niet schreeuwen. Hoe zoiets in zijn werk gaat, kunt u horen tijdens Hard to Handle – door The Black Crowes ooit gecoverd, op hun debuut Shake Your Money Maker – waarin Redding zelfs met de rem half op tempo en dynamiek in de song steekt. Otis Redding is geen wilde bruller, Otis Redding beheerst hartstocht. Of is het de hartstocht die bepaalt waar Otis Redding gaat, die het volume en de ademhaling regelt?

De brede waaier aan emoties is wat hem zo groot maakte, is waarmee Redding zelfs middelmatige songs – Champagne and Wine is bepaald geen hoogvlieger – kon promoveren tot kippenvelverstrekkers. Een van de beste begeleidingsbands ooit in je rug helpt, natuurlijk, maar zelfs wanneer Booker T. & The MG’s een tandje lager schakelen blijft die stem zinderen. Zo is het sobere A Waste of Time een van zijn gevoeligste ballades ooit. Punt.

Het laatste woord op The Immortal is ‘amen’. Toepasselijk, moet Steve Cropper gedacht hebben. In de gelijknamige song klinkt het: ‘This little light of mine, I’m gonna let it shine / Let it shine, let it shine / to show my love.’ Otis Redding was nog maar 26 jaren jong toen zijn licht voorgoed uit ging. Sommige artiesten vinden postuum pas de erkenning die ze verdienen, dat trieste lot was hem gespaard gebleven. Otis had The Immortal niet nodig om onsterfelijk te worden, maar vier jaar en zes albums is te weinig voor een man van zijn kaliber. Van de beste zanger ter wereld bestaat geen noot te veel.

VOLGENDE WEEK CHRIS BELL

DOOR JONAS BOEL

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content