The Host ***

THE HOST (l.). Het is lelijk als de nacht en het heeft het gemunt op onschuldige meisjes. Yep, dat moet de fout van de Amerikanen zijn.

Vrijdag 19/4, 00.40 – vtm. Joon-ho Bong, Zuid-Korea 2006

King Kong, War of the Worlds, Cloverfield: elke generatie heeft recht op haar monster-maakt-amok-in-de-stadfilm. En het moet niet altijd een Amerikaanse stad zijn: met The Host – of Gwoemul, om de originele titel te gebruiken – draaide het Zuid-Koreaanse enfant terrible Joon-ho Bong een frisse variant op Godzilla, de moeder van alle films over gigantische gemuteerde monsters.

Een frisse draai aan genres geven, het is typerend voor de cinema van Bong, die samen met Kim Ki-duk (Bin-jip) en Park Chan-wook (Oldboy) tot de belangrijkste Zuid-Koreaanse cineasten behoort. In zijn debuut Barking Dogs Never Bite (2000) hanteert Bong de zwarte komedie om vlijmscherpe kritiek te leveren op het klassenverschil. Memories of Murder (2003) is een beklemmende thriller annex seriemoordenaarverhaal, opgevat als een epische kijk op de Koreaanse maatschappij tijdens de Koude Oorlog. En in zijn jongste film Mother (2009)gebruikt hij het moordmysterie voor een donkere reflectie op de ambivalente band tussen ouders en kinderen.

In The Host, zijn bekendste film, laat Bong met ouderwets plezier de onrust, de paniek en de paranoia van het scherm spatten wanneer een gemuteerd monster Seoel begint te terroriseren. Het glibberige, ultrasnelle beest, een soort reusachtige katvis met dinosauruspoten en tentakels, wordt tegen alle regels in al na een tiental minuten geïntroduceerd: het duikt op aan de kades en de groene parken langs de Han-rivier waar de Seoelers van de zon en hun picknick genieten. En het grist Hyun-seo mee, de dertienjarige dochter van de familie Park.

Wat volgt, is een dodelijk efficiënte horrorfilm waarin slapstick, spanning en satire voortdurend over elkaar heen tuimelen. De Parks zijn een excentrieke, disfunctionele familie met in hun rangen een boogschutterkampioene en een eerder lompe boer, de vader van het verdwenen meisje. Maar ze treden duizendmaal doortastender op dan de autoriteiten. Die blijven maar verder klungelen, plaatsen de inwoners in quarantaine en ontsmetten de hele stad – uit vrees voor een dodelijk virus afkomstig van het monster – met Agent Yellow, een gevaarlijk chemisch goedje. Dat moet ook de Amerikaanse schuld aan de crisis verdoezelen: het monster is ontstaan door de liters formaldehyde die een Amerikaanse legerlab in het geheim in de rivier dumpte. The Host switcht daarbij voortdurend tussen de locaties aan de rivier, het tumult rond de voortvluchtige en ‘besmette’ Parks, die een klopjacht houden, en de rioolput waarin het monster het meisje gevangenhoudt.

In de beste traditie van de Amerikaanse nucleaire monsterfilms, genre Them! (1954), levert dat een ecologische thriller op met een farcerandje en maatschappelijke commentaar: gedurende jaren werd naar Seoel verwezen als het ‘wonder aan de Han’, vanwege de enorme economische boom die de stad vanaf de jaren zestig kende. Bong toont u de nachtmerrie.

Luc Joris

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content