THE FLAMING LIPS

Vlnr.: STEVEN DROZD, MICHAEL IVINS, WAYNE COYNE, DEREK BROWN en KLIPH SCURLOCK. 'Muziek maken is voor ons: geen idee hebben wat we aan het doen zijn, maar wel blijven proberen.'

Sinds ze vier jaar geleden het festival All Tomorrow’s Parties in New York cureerden, vormen die van The Flaming Lips geen groep meer, maar een vrijstaat. Ook op hun nieuwe plaat The Terror zetten de mafketels uit Oklahoma uw vooroordelen een neus. ‘Wij zijn knoeiers. Maar ook strevers.’

Wayne Coyne wervelt de trendy gelagzaal – half cocktailbar, half jachthuis – van het Londense hotel binnen in een mistral van uiteenspattende grijze krullen, luid gesnater en chronische opgetogenheid. Er staat een gesprek op de planning en daar besluiten we in zijn kamer gevolg aan te geven. Maar net voor we de lift kunnen nemen, ben ik hem alweer kwijt. In de hoek van een belendend salon heeft de zanger een opgezette kangoeroe gesignaleerd. De aantrekkingskracht moet verpletterend zijn: ogenblikkelijk staat hij, half door de knieën, met zijn mobieltje een kiekje te maken van zichzelf en zijn nieuwe vriend. Wayne Coyne maakt snel nieuwe vrienden.

Tenzij die Erykah Badu heten. Vorig jaar liep de samenwerking met de neosoulzangeres – een van de vele artiesten met wie Coyne en co. voor Record Store Day de dubbelelpee The Flaming Lips and Heady Fwends hadden gemaakt – compleet spaak. Beide partijen hadden een cover opgenomen van The First Time Ever I Saw Your Face, een song van folkzanger Ewan MacColl die later door Roberta Flack tot soulhymne is omgeturnd. Tot daar geen knelpunt. Dat veranderde in een vingerknip toen Coyne een ruwe versie van de bijbehorende video op het net kieperde. Inhoud: la Badu en haar zus Nayrok zonder kleren aan. Foutje, twitterde Coyne toen meteen. Tarara, zeg ik in mijn beste Engels. Maar alleen Coynes schelmenlach geeft enigszins toe dat hij deksels goed wist wat hij deed.

WAYNE COYNE:I really pissed her off, didn’t I? Wat een razende tweet heeft ze me toen gezonden, zeg! Nu, Erykah Badu wist best hoe de video er zou gaan uitzien. De eed die ik zweer als ik met iemand samenwerk, is dat ik de waarheid niet hoef te vertellen. Of zelf te weten. Je bent daar om muziek of kunst te maken, en hoe je dat doet, is van minder belang. Maar ik zeg je dit: als Erykah Badu werkelijk op haar strepen staat, kan niemand haar commanderen. Als ze daar dus grote bezwaren tegen zou hebben, hoe komen zij en haar zus dan naakt in mijn video terecht? We hebben het hier niet over een snaakse momentopname: een video opnemen duurt úren. Volgens mij is ze gewoon hevig geschrokken van de reacties. Nou ja, van mij mogen mensen van mening veranderen, we doen tenslotte niet aan nucleaire fysica. Maar je moet haar bewonderen: in aandacht naar zich toe trekken is ze een kei.

Dat hebben jullie dan toch gemeen. Sinds Embryonic, de vorige reguliere studioplaat, hebben jullie de ene na de andere stunt uitgehaald: het record van Jay-Z verbroken om in vierentwintig uur in zo veel mogelijk Amerikaanse steden op te treden, platen van Pink Floyd en King Crimson in hun geheel gecoverd, een song van zes uur uitgebracht, en een van vierentwintig uur – in een schedel.

COYNE: Ja, maar niets van die dingen hebben we gedaan met als motivatie: ‘Hé iedereen, kijk naar ons!’ Neem dat wereldrecord. In feite was dat een voorstel van tv-zender VH1, zij hadden een logistiek plan klaarliggen, een bus geregeld en zo. Het was, geloof het of niet, geen idee dat spontaan mijn interesse zou hebben weggekaapt. Maar ik ben nu eenmaal iemand die snel zegt: ‘Waarom ook niet?’ Ik bedoel: are you kidding me? Zo’n suggestie kan en mag je niet weigeren! Doe toch eens iets krankzinnigs! Meer mensen zouden die eerste reflex moeten hebben.

De vorige keer dat we elkaar ontmoetten, was vier jaar geleden op het All Tomorrow’s Partiesfestival in New York, dat jullie cureerden. ATP is zo’n plek waar alles kan: eenmalige samenwerkingen, improvisaties, installaties. Als ik jullie traject sindsdien bekijk, is het alsof dat festival voor Flaming Lips nooit is opgehouden.

COYNE:Absolutely right! We hebben in Oklahoma City onze eigen studio, waar het constant een komen en gaan is van groepen die er komen opnemen, drinken, feesten, whatever. Heel vaak stap ik op die lui af om te vragen of ze iets met ons willen doen. Vandaar die gezamenlijke ep’s met Yoko Ono, Neon Indian, Prefuse 73 en Lightning Bolt. En die coverprojecten van Pink Floyds The Dark Side of the Moon en King Crimsons In the Court of the Crimson King. Van King Crimson hebben we maar vijfhonderd exemplaren laten maken, want eigenlijk dienen die dingen niet om als gewone platen verkocht te worden. De volgende in de rij wordt trouwens het debuut van The Stone Roses. Kijk, ons gaat het erom dat we bezig blijven en onze geesten openhouden. Je zou het knoeien kunnen noemen, maar dan wel met discipline: zowat een jaar lang was ons doel om elke maand iets uit te brengen. Het maakte niet uit wat, of met wie. Neem dat nummer van vierentwintig uur. Dat wilden we per se doen, zonder te weten hoe we daarmee naar buiten moesten komen. Tja, dan overweeg je de meest getikte manieren. Want je wilt toch altijd een beetje verdergaan dan muziek alleen. Een ervaring bieden.

Ik vind de nieuwe plaat anders ook al ervaring genoeg. The Flaming Lips zoals niemand ze ooit heeft gehoord: omineus, claustrofobisch, gedesillusioneerd. Je hebt laten uitschijnen dat die donkere toon iets te maken had met het feit dat jullie gitarist Steven Drozd weer in heroïnegebruik was hervallen. Maar er lijkt meer aan de hand. Je gaat toch niet dood of zo?

COYNE:(schatert) Nee hoor. Maar het klopt wel dat de plaat meer mijn dispositie weerspiegelt dan die van Steven. Hij maakt veel muziek, maar ik reageer erop: laten we dit doen, of dat, en als we van dat stuk nu eens een song maakten? Hij is de motor, maar ik zit aan het stuur.

Nou goed, ik wil het je wel vertellen: mijn vriendin en ik zijn uit elkaar. Na een heel, heel lange tijd. Maar ik zou niet willen dat mensen denken dat mijn leven nu met een zonsverduistering te kampen heeft. Ik weet dat we veel platen hebben gemaakt die barsten van het optimisme. Maar we hebben ook nooit onze duistere, neerslachtige kant verstopt. Alleen is het nu de eerste keer dat we er een hele plaat lang onze tent in opslaan. Voor mij drukt The Terror troosteloos optimisme uit, als dat ergens op slaat. Nu ja, het blijft muziek, natuurlijk. Fictie dus. Alles waarover ik zing, is waar, maar het vormt slechts één dimensie van wie ik ben en hoe ik denk. Voltijds optimisten hebben ze volgens mij niet allemaal op een rij. Ik ben net zo kwetsbaar voor allerlei angsten als iedereen.

Je bent 52. Speelt ouder worden je parten?

COYNE: Niet echt. Integendeel, dingen worden duidelijker. Veel van de plaat gaat over controle. Wij zijn geboren uit onze ouders, die dan weer uit hun ouders zijn geboren. Dat maakt van ons in zekere zin louter doorgeefluiken van DNA. Maar welk deel van ons is voorgeprogrammeerd, en welk deel is authentiek? Hou ik van iets of iemand omdat het mijn eigen keuze is, of omdat ik als een pop aan allerlei koordjes vasthang? Gedurende je hele leven wil je voortdurend van alles veranderen, maar je leert te aanvaarden dat je inspraak beperkt is. Tot je beseft dat dat hoegenaamd niet klopt. Dat je niet geleefd hoeft te worden. Dan begint de echte strijd, want je verantwoordelijkheden nemen spectaculair toe: jij alleen hakt nu de knopen door. Jij wordt de meester van je eigen lot. Dan moet je opletten wat het precies is dat je wilt. Dat is de zucht naar controle. Dat is the terror.

Een praktische opmerking: hoe gaan jullie deze plaat live brengen? Ik kan er mij maar moeilijk de gebruikelijke ballonnen en confetti bij voorstellen.

COYNE: Nee? En waarom dan wel niet? Ik mag graag denken dat wij ons op het podium zo goed als alles kunnen permitteren. Zolang we de muziek maar goed spelen. Of mensen toch de indruk krijgen dat we pogingen daartoe ondernemen. (grijnst) Wacht, ik zal het je tonen. (grijpt naar zijn smartphone) Kijk: we denken eraan om met deze enorme bolvormige spiegels te werken, van in de tijd dat we nog ons ruimteschip aan het bouwen waren (het decorstuk van de lowbudgetfilm Christmas on Mars, nvdr.). Ja, we houden al die rommel nu eenmaal bij. Na een hoop geconceptualiseer en blablabla maakten we met die bollen een muur. Toen we er laserstralen op richtten, hadden we plots iets. Iets griezeligs, iets buitenwereldlijks.

Dat heeft de plaat inderdaad ook.

COYNE: Het is een verdoemd ruimteschip op zich, deze plaat. Mensen hebben ze al vergeleken met de Russische film Solaris, van begin jaren zeventig. En de muziek doet heel vaak Oost-Europees aan. Steven is van Tsjechië, en dat hoor je aan zijn melodieën: je ziet er zo rode vlaggen en paraderende communisten bij. Muziek maken is voor ons: geen idee hebben wat we aan het doen zijn. Maar wel blijven streven.

Je beide ouders zijn al een hele poos overleden. Heeft dat je leven veranderd? Heb je als het ware je voet van de rem gehaald?

COYNE: Ik heb me nooit beknot gevoeld door mijn ouders. Integendeel, ze hebben me altijd aangemoedigd. Natuurlijk was hun dood – ze hadden allebei kanker – een verlies. Maar het voelde wel alsof ik er een vrijheid bij kreeg. Ik weet zelf niet hoe dat komt. Wellicht maakt een mens zich toch altijd zorgen om wat zijn ouders zullen denken. Onbewust, vaak. Zelfs als ze er niet meer zijn. Maar op een dag werd ik wakker en was het alsof ik voor het eerst écht kon doen en zeggen wat ik wilde in mijn kunst. Alsof er een bovenlaagje was weggeschraapt waardoor iets eronder plots ademruimte kreeg. Maar dat geldt alleen in kunst, en in het begrijpen van liefde. In die zin dat ik me er geen fluit meer van aantrek wat andere mensen van mij denken.

THE TERROR

Uit op 1/4 bij Bella Union.

DOOR KURT BLONDEEL

‘ALS ERYKAH BADU DAAR ZULKE GROTE BEZWAREN TEGEN ZOU HEBBEN, HOE KOMEN ZIJ EN HAAR ZUS DAN NAAKT IN MIJN VIDEO TERECHT?’ Wayne Coyne

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content