THE FIGHTER ‘OPGEVEN WAS GEEN OPTIE!’

Vijf jaar kostte het Mark Wahlberg om The Fighter, het waargebeurde verhaal van twee boksende broers, op het witte doek te krijgen. Regisseurs kwamen en gingen. Tegenspelers tekenden en haakten af. Het voormalige Calvin Kleinmodel beet door en verwezenlijkte zijn droomproject met de hulp van Hollywoodheethoofden David O. Russell en Christian Bale.

‘Ik ga pas naar Afghanistan nadat je die zaakjes hebt geregeld!’ Met die donderende woorden komt Mark Wahlberg zijn suite van het luxueuze Four Seasons Hotel in Beverly Hills binnengewandeld. ‘Mijn excuses’, fluistert hij in mijn richting om het direct daarna weer op een brullen te zetten: ‘Neen, ik heb het niet tegen jou, maar tegen de Belgische meneer die me gaat interviewen!’

Eventjes lijkt het alsof Wahlberg zijn reputatie van makkelijk ontvlambare driftkikker alle eer gaat aandoen. Nadat hij het heftige telefoongesprek abrupt beëindigd heeft, verandert hij echter in een charmante gesprekspartner die je zelfs zijn aangebrande verleden als gewelddadig straatschoffie, Funky Bunch-voorman en Calvin Kleinmodel met de mantel der liefde doet bedekken.

Dat Wahlberg vandaag extra zijn best lijkt te doen, heeft te maken met het onderwerp van ons gesprek: The Fighter, de entertainende filmversie van het waargebeurde ‘zero to hero’-verhaal van ‘Irish’ Micky Ward, de bokser die ondanks talloze nederlagen, zijn verstikkende moeder en de drugsverslaving van zijn trainer en halfbroer Dicky Eklund op de grote doorbraak bleef mikken.

De verwezenlijking van dit project vergde een soortgelijk doorzettingsvermogen van Wahlberg. De studiobonzen van Paramount Pictures lagen maar liefst vijf jaar dwars. Darren Aronofsky, Matt Damon en Brad Pitt zijn maar een paar van de namen die tijdens die periode toezegden, hun geduld verloren en andere oorden opzochten.

‘Het heeft me bloed, zweet en tranen gekost om de ‘suits’ te overtuigen, maar opgeven was geen optie’, zucht Wahlberg. ‘Pas nadat ik akkoord ging met een hallucinant laag budgetvoorstel (zo’n 20 miljoen dollar; nvdr.), begonnen ze naar mijn suggesties te luisteren.’ Zijn eerste voorstellen: Three Kings en I Heart Huckabees-vriend David O. Russell in de regisseursstoel en Dark Knight Christian Bale als Dicky.

Speel je dan niet met vuur? Russell en Bale staan allebei bekend als notoire heethoofden, wier woede-uitbarstingen tot ware YouTubehits uitgroeiden.

Mark Wahlberg: Het monstersucces van de Batmanfranchise heeft ervoor gezorgd dat Christian zich iets meer kan permitteren dan de gemiddelde Hollywoodacteur. David lag merkelijk moeilijker, maar ik hield voet bij stuk. Hij was de perfecte man. Zelfs toen het project nog niet meer was dan een van onze terloopse gespreksonderwerpen, overstelpte hij me al met prikkelende ideeën. Uiteindelijk heeft David welgeteld één meeting nodig gehad om de studiobobo’s van zijn visie te overtuigen. Volgens mij hadden ze nog nooit zo’n begeesterde filmmaker ontmoet! Toen restte ons nog een allerlaatste obstakel: de regisseursstoel was net aan iemand anders beloofd.

Aan Darren Aronofsky?

Wahlberg: Neen, die had het schip al veel vroeger verlaten. Toen de opnameperiode voor de zoveelste keer uitgesteld werd, gaf hij de moed op en stortte hij zich op The Wrestler. Trouwens: Darren had ik nooit vervangen. Hij en David zijn de enige regisseurs die het project een persoonlijke touch probeerden te geven.

Zonder was ‘The Fighter’ een zoveelste voorspelbaar boksfilmpje geweest.

Wahlberg: Klopt. David stelde alles in het werk om genreclichés te vermijden en ging op zoek naar een originele methode om de wedstrijden vast te leggen. Na veel gepieker bleek de oplossing uiterst simpel: de droge reportagestijl van de boksspecials op HBO. Die was ongezien op het witte doek en had een pak voordelen. Zo konden we gebruik maken van de oorspronkelijke commentaartracks en een beroep doen op echte boksers – wat het realisme bevorderde. Bovendien zorgde die aanpak ervoor dat de kampen razendsnel konden worden ingeblikt. Normaliter trekt men voor dergelijke scènes twintig dagen uit, wij hadden er amper drie nodig.

Jullie franjeloze aanpak ligt mijlenver van Martin Scorsese’s stilistische hoogstandjes in ‘Raging Bull’.

Wahlberg: (Schraapt de keel) Ik moet oppassen dat ik mezelf niet in de nesten werk. Hoewel ik Marty op handen draag, heb ik me altijd gestoord aan de gevechtsscènes in Raging Bull. Doe mij maar een realistische weergave van wat er in de ring gebeurt. De HBO-aanpak is de puurste en objectiefste weergave van de bokssport. Als de tegenstanders er niets van bakken, val je voor je televisie in slaap. Een goede kamp levert daarentegen een opwindend-dramatisch schouwspel op dat zelfs de grootste sporthater zal beroeren.

Leg eens uit waarom boksen zo populair is.

Wahlberg: Het is de brutaalste, authentiekste en eerlijkste der sporten. Een gevecht van man tegen man heeft iets zuivers, iets primitiefs. In een boksring is het gelegitimeerd om je instincten helemaal bloot te geven.

Goed voor de gezondheid is het niet…

Wahlberg: Dat valt best mee. Ik heb al een tijdje last van mijn hand omdat enkele gebroken botjes maar niet willen genezen en tijdens de shoot had mijn neus het flink te verduren. Gelukkig bleek hij bestand tegen de klappen. Mijn trainingspartners hebben minder geluk. Ik heb er al verschillende met gekneusde ribben naar huis gestuurd en eentje liep een hersenbloeding op.

Dat was het einde van die vriendschap.

Wahlberg: Helemaal niet. De kerel is een echte krijger. We staan nog regelmatig tegenover elkaar in de ring. Zijn hoofd raak ik echter niet meer. (Lacht)

Weer naar de film: waarom wilde je Micky’s verhaal koste wat het kost verfilmen?

Wahlberg: In de buurt waar ik opgroeide, is hij een regelrechte legende. Als hij moest vechten, lagen de straten er verlaten bij. Op die momenten kleefde werkelijk iedereen aan de beeldbuis.

Valt Dorchester, jouw heimat, te vergelijken met het armtierige Lowell waar Micky en Dicky wonen?

Wahlberg: Min of meer. Het zijn allebei rasechte arbeidersgemeenschappen. Maar Dorchester heeft een stedelijke feel, terwijl Lowell iets dorpsachtigs heeft. Opvallender zijn de gelijkenissen tussen Micky en mezelf. We waren beiden de jongste in een gezin met negen kinderen en werden allebei tijdens onze jeugdjaren min of meer aan ons lot overgelaten. Enige échte verschil: hij zocht zijn heil in de bokswereld, ik eerst in de criminaliteit en later in de entertainmentindustrie.

Ging jij net zoals Micky gebukt onder het juk van je ouders?

Wahlberg: In tegenstelling tot hem was ik ontzettend zelfstandig. Zijn bokscarrière maakte hem de voornaamste kostverdiener van zijn gezin. Ik soupeerde de winsten van mijn drugshandeltjes en rooftochten helemaal alleen op. (Lacht)

Tijdens de opnameperiode logeerden de echte Micky en Dicky in jouw huis. Klopt het dat je echtgenote dat aanvankelijk niet zag zitten?

Wahlberg: Ze maakte zich vooral zorgen over Dicky, wat ik best begreep. Ze had hem in een documentaire over crackverslaafden gezien en wist dat hij een tijdje achter de tralies had gezeten. Gelukkig kon ik haar overtuigen. Zijn inbreng en aanwezigheid op de set waren vitaal voor Christians indrukwekkende vertolking.

En heeft hij zich gedragen?

Wahlberg: Er was maar één echt incident. Op een dag vond Dicky een van de vele versies van het scenario op mijn aanrecht. Nadat hij enkele passages gelezen had, ontplofte hij. Hij stond zelfs op het punt om een van de scenaristen te lijf te gaan. Het heeft me heel wat moeite gekost om hem duidelijk te maken dat wat hij doorbladerd had niet het definitieve script was. (Lacht)

Door de jaren heen werkte je samen met een indrukwekkende verzameling meestercineasten. Vertonen toptalenten als P.T. Anderson, James Gray en Martin Scorsese gelijkenissen?

Wahlberg: Eigenlijk niet. Ze hebben elk hun eigen maniertjes en gewoontes. Dat maakt hen net zo boeiend. Regisseurs vragen me vaak waarom ik ook op de set aanwezig ben als ik geen scènes moet schieten. Simpel: ik vind het fascinerend om hen aan het werk te zien. Zo ontdekte ik dat Marty op een heel klassieke manier werkt, en alles tot in de puntjes voorbereidt. David gaat dan weer heel onorthodox te werk: hij deinst niet terug voor een stevige portie chaos.

Russell ligt je duidelijk na aan het hart.

Wahlberg: Three Kings was een scharniermoment in mijn filmcarrière. Na Boogie Nights begonnen mensen me eindelijk ernstig te nemen als acteur en Davids film consolideerde die geloofwaardigheid. Daarvoor ben ik hem eeuwig dankbaar. Hoewel ik geen snars begreep van het scenario van I Heart Huckabees, zei ik onmiddellijk toe. Ik zou echt alles voor hem doen.

Geldt dat ook voor M. Night Shyamalan met wie je de, euhm, vrij ridicule ecothriller ‘The Happening’ maakte?

Wahlberg: (Rolt met zijn ogen en zucht) Kijk: elke film is een gok. Ik kan met de hand op het hart zeggen dat ik steeds het beste van mezelf geef. Bepaalde projecten – waarvoor ik obscene bedragen heb ontvangen – zijn inderdaad niet om aan te zien. The Fighter heeft me echter doen inzien dat het ook anders kan.

THE FIGHTER

Vanaf 30/3 in de bioscoop.

DOOR STEVEN TUFFIN

‘Boksen is de brutaalste, authentiekste en eerlijkste der sporten. Ik heb een trainingspartner zelfs een hersenbloeding geslagen.’

‘Ik draag Marty op handen, maar aan de gevechtsscènes in ‘Raging Bull’ heb ik me altijd gestoord.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content