Fun in Acapulco, Girls! Girls! Girls! Paradise, Hawaian Style, Easy Come, Easy Go, King Creole, GI Blues, Blue Hawaii, Roustabout. Films: * tot *** Extra’s: 0 (Paramount)

Elvis wist zo weinig over het maken van films dat hij, toen hij 45 jaar geleden voor het eerst op de set verscheen van zijn debuutfilm Love Me Tender, niet alleen zijn dialogen van buiten had geleerd maar ook het hele script. Toen hij in 1969 door de western Charro strompelde, leek het erop dat hij zelfs zijn eigen dialogen niet gelezen had. Elvis en film: iedereen is het erover eens dat ze niet voor elkaar geboren waren. Of liever dat Hollywood niet wist wat aan te vangen met de rockende King die de muziekindustrie op zijn kop had gezet. In zestien jaar maakte hij 33 films, maar hij werkte zelden met regisseurs die telden (Michael Curtiz met King Creole en Don Siegel met Flaming Star zijn zeldzame uitschieters). Terwijl Elvis een regisseur van het kaliber van Elia Kazan had kunnen gebruiken, om ook op film met de emoties te worstelen die hij in zijn muziek kon uitdrukken. Mede onder druk van Colonel Parker kreeg Elvis zelden stevig dramatisch materiaal aangeboden, maar werd hij algauw gedegradeerd tot licht romantisch vertier, bij voorkeur geregisseerd door klusjesmannen (zoals Norman Taurog en John Rich, die ook Jery Lewis-kluchten mochten inblikken).

Acht van die films zijn nu in een verzamelbox gebundeld (maar ze zijn ook apart te koop). Op King Creole na (een in New Orleans gesitueerd zwoel drama dat zelfs een beetje wegheeft van Tennessee Williams) gaat het om onbenullige prenten, al profiteert de recente digitalisering natuurlijk ook van de onvermijdelijke dosis jeugdsentiment. De wereld van plastic, de Technicolor- regenbogen, de exotische wensdromen en de pseudo-pikanterieën droppen ons in een tegelijk herkenbare maar toch ook weer ver vervlogen tijd waar het goed toeven is, althans voor twee uurtjes zorgeloos amusement. En hoe onnozel de verhaaltjes en hoe gefabriceerd de emoties ook zijn, er zijn altijd de muzikale nummers waar het tenslotte om begonnen is en waar zoveel uitbundige levenslust van uitgaat, dat het aanstekelijk werkt. De manier waarop Elvis zingt en swingt, niemand die het hem nadoet. ‘To watch him dance is to see Cubism brought to live’, zo beschreef een bewonderaar het gevoel dat Elvis’ boven en onderlichaam soms niet bij elkaar lijken te horen en dat de onderste helft het af en toe op een loopje wil zetten.

DOOR patrick duynslaegher

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content