Een vechtpartij met George Clooney, een tirade aan het adres van Lily Tomlin en dan nog een midden in de opnames beëindigde politieke satire? Regisseur David O. Russell leek de Hollywoodbodem te hebben bereikt -tót Mark Wahlberg hem The Fighter aanbood.

Ooit gedacht dat je een boksprent zou draaien?

David O. Russell: (Lacht) Absoluut niet. Toen Mark me de regisseursstoel aanbood, hapte ik meteen toe. Zulke aparte verhalen en geflipte personages kom je in Hollywood zelden tegen. Een geblondeerde moeder die zich als de bendeleider van haar zeven dochters gedraagt, de ingewikkelde verhouding tussen twee broers en een sexy barmeid die verdomd intelligent uit de hoek komt: het zijn allemaal zaken die ik nog nooit op het witte doek had gezien.

Het sportelement boeide je minder?

Russell: Dat kon me eerlijk gezegd gestolen worden. Mij was het vooral om de personages te doen. Ik kon niet wachten om hen tot leven te brengen. Ik maakte talloze aantekeningen over hun kledij, houding en taalgebruik. Vooral dat laatste vond ik enorm belangrijk. Ik luister graag naar films. Ik vind de dialogen in Rocky en Raging Bull duizend keer krachtiger dan de boksscènes. Daarom zijn ze ook tot tijdloze klassiekers uitgegroeid.

Maken al die kleurrijke figuren de grens tussen entertainend familiedrama en John Waterachtige pastiche niet ontzettend vaag?

Russell: Ik was me uitermate bewust van dat gevaar. Dat een dergelijke over the top-aanpak de nodige hilarische momenten oplevert, maakt het er bovendien niet makkelijker op. Soms betrapte ik mezelf op luide lachsalvo’s. Dan wist ik dat het tijd was om gas terug te nemen.

Mark vertelde dat je soms uiterst ongestructureerd te werk ging. Leidde dat tot aanvaringen met de studio?

Russell: Dat spreekt vanzelf! (Lacht) Elke keer als ik iets ter plekke uit mijn mouw schudde, begonnen de studioafgevaardigden te steigeren. Na enkele dagen beseften ze dat mijn experimenten het strakke schietschema nooit in gevaar brachten en lieten ze me begaan. Tijdens de montage begon het gezeik echter opnieuw. Bepaalde stukken waren niet commercieel genoeg, andere fragmenten leken uit een documentaire geplukt: de meest absurde dingen werden me naar het hoofd geslingerd. Op een bepaald moment wilden ze de scène knippen waarin Christian een liedje zingt. Laat dat nu net mijn favoriete moment uit de film zijn!

Hoe kijk je als gerehabiliteerde regisseur terug op je tumultueuze verleden?

Russell: Het is een publiek geheim dat ik een verschrikkelijk donker decennium achter de rug heb. Ik misdroeg me zowel professioneel als privé. Het aantal beschamende momenten was op den duur niet meer bij te houden. Mijn huwelijk spatte uiteen en mijn reputatie als filmmaker was compleet besmeurd. Ik besefte dat ik een absoluut dieptepunt had bereikt. Sinds ik The Fighter heb gedraaid, ziet het leven er weer rooskleuriger uit. Dat ik mezelf opnieuw moest bewijzen, bracht het beste in me naar boven. Ik regisseer veel vastberadener en schrijf tegen de sterren op.

Vertel eens iets meer over het in rook opgegane ‘Nailed’.

Russell: (Zucht) Nog zo’n zwart hoofdstuk! Voor dat fiasco draag ik echter geen verantwoordelijkheid. Eigenlijk is er geen echte boosdoener. Onze financiers werden simpelweg het slachtoffer van de economische crisis en zagen zich verplicht onze geldkraan dicht te draaien. Het blijft een ongelooflijk surreële ervaring. Cast en crew leefden van dag tot dag. Als er cash binnenkwam, draaiden we enkele scènes. Als we niets van het productiebedrijf hoorden, speelden we gezelschapsspelletjes. Na enkele weken heb ik er de brui aan gegeven. Ik had genoeg tijd verloren.

Moest er nog veel gedraaid worden?

Russell: Toen ik ermee kapte, was zo’n zeventig procent van de scènes ingeblikt. Stel je er vooral niet te veel bij voor. Door al die productiepauzes kreeg de prent iets van een soufflé die vroegtijdig uit de oven werd gehaald – meermaals. (Lacht)

Denk je dat de film ooit zal worden afgewerkt?

Russell: Ik ga me er in ieder geval niet meer mee bezighouden. De producenten beweren dat ze nu wel over de nodige middelen beschikken om het project tot een goed einde te brengen. Ik wens hen het beste toe, maar wat mij betreft is die periode voorgoed afgesloten.

Terug naar ‘The Fighter’: hoe kwam je terecht bij Hoyte Van Hoytema, de voornamelijk in Zweden werkende cameramagiër van Nederlandse komaf?

Russell: Hij was verantwoordelijk voor Let The Right One In en How Soon Is Now, twee Zweedse films die op visueel gebied niets met elkaar gemeen hadden. De eerste wordt gekenmerkt door een onderkoeld kleurenpalet en een klassieke cameravoering, de tweede door groezelige zwart-witbeelden en een handgehouden aanpak. Die diversiteit sprak me aan.

Het verbaasde me dat u niet voor een Dardennesachtige véritéaanpak bent gegaan.

Russell: Aanvankelijk zag ik die stijl volledig zitten. Ik haat statieven, dolly’s en alle andere apparaten die de beweegbaarheid van de camera beperken. Ik schiet liever uit de losse pols of met een Steadicam. Net voor de opnames kwam ik echter tot het besef dat zo’n grauw-realistische look zou botsen met al die flamboyante personages.

Nog een laatste, ietwat stout vraagje: hoe komt het dat Mark in jouw films stukken beter acteert dan elders?

Russell: (Grinnikt) Ik zorg ervoor dat hij zich volledig op zijn gemak voelt en al zijn onzekerheden vergeet. Bovendien onderbreek ik de opname als ik merk dat hij een van zijn tics of acteerschooltrucs bovenhaalt. Mark behoort – mits de juiste begeleiding – tot de absolute acteertop. Kijk maar naar zijn prachtprestatie in The Fighter. Ik ken er niet veel die hem dat nadoen!

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content