Dinsdag 10/11, 22.23 – Canvas

Poets uw schönstes Deutsch alvast op, want deze week staan heel wat programma’s in het teken van de val van de Muur – kwestie van de twintigste verjaardag niet te vergeten. Ook schrijver Geert van Istendael, die indertijd als journalist verslag uitbracht voor de toenmalige BRT, trekt weer oostwaarts. Samen met cineast Filip Lenaerts zoekt hij in Berlijn mensen op wier leven na de val van de Muur ingrijpend veranderd is – van een ex-Stasi-agent over de broer van de eerste dode aan de Muur tot de olympische atlete Katrin Krabbe.

Wat zijn jouw levendigste herinneringen aan de val van de Muur?

Geert van Istendael: Het waren hectische dagen toen – we waren daar aanvankelijk maar met één cameraman, één geluidstechnicus en één journalist en moesten proberen overal tegelijk te zijn. Ik herinner me nog een voorval aan een voetgangersbrug. Er waren amper een paar uur verstreken sinds de opening en ik hoorde een jonge arbeider al roepen: ‘Und jetzt wieder Gross Deutschland.’ Ik dacht: ‘Lap, niet wéér.’ En terwijl we verslag uitbrachten van de gezinnen die rijen dik stonden te wachten om de grens over te steken, kregen we voortdurend schuimwijn in onze handen gestopt – van Rotkäppchen, Roodkapje, nog steeds een bloeiend bedrijf trouwens. Ideaal om vreselijke hoofdpijn van te krijgen. (Lacht)

Was dit de eerste keer dat je terugkeerde naar Berlijn na die woelige periode in 1989?

Van Istendael: Absoluut niet, ik kom er zelfs meermaals per jaar. Voor mij is Berlijn een buitengewoon aantrekkelijke stad. Echt mooi kun je de stad niet noemen, maar ik houd van de inwoners en hun laconieke humor. En je hebt er enorm veel ruimte – als je een boulevard wilt oversteken, moet je haast proviand meenemen om onderweg niet te verhongeren. Plus: elke steen draagt geschiedenis. En die is buitengewoon moord-dadig, ja. De episode rond de Muur is dan nog vrij zachtzinnig tegenover eerdere gebeurtenissen.

Zijn ze nog erg bezig met die geschiedenis?

Van Istendael: Toch wel, en terecht. Er zijn verschillende plaatsen van herinnering, en die worden in ere gehouden. Bij de gewone man in de straat leeft het veel minder. Je zíét ook nog amper verschillen tussen Oost- en West-Berlijn. De typische auto’s zoals de Trabant zijn uit het straatbeeld verdwenen, de meeste blokken van de betonnen Plattenbau zijn in pastelkleurtjes geschilderd en ook de kleren van de Berlijners lopen gelijk. De hele aanblik van Oost-Berlijn is minder grauw.

Zit ‘die Mauer’ dan wel nog ‘im Kopf’?

Van Istendael: Goh, de Berlijners leven zeer sterk in hun eigen wijk, voor het dagelijkse leven hoef je ook niet veel verder dan enkele straten van je huis. Sommige mensen die de val van de muur in 1989 als een grote bevrijding beschouwden, zijn intussen amper in het westen van de stad geweest. Vooral in de hoge werkloosheidsgraad zijn de gevolgen van het verdwijnen van de Muur nog voelbaar: voor de val had iederéén in Oost-Duitsland werk. Onlangs bleek trouwens uit een enquête dat van de 20- tot 25-jarige Berlijners slechts een minderheid er nog mee bezig is.

En de mensen die jullie geïnterviewd hebben?

Van Istendael: Ook die meningen lopen erg uiteen, zeker aangezien we met heel veel verschillende Berlijners gepraat hebben. De man die we twintig jaar geleden juichend filmden bij de opening van de Muur, is nog steeds onverdeeld positief. De voorzitster van de Werklozenbond van Berlijn laat zich dan weer extreem negatief uit – van haar zouden ze bij wijze van spreken de Muur meteen opnieuw mogen rechtzetten. Maar laten we wel wezen: van de gewone man in de straat is er geen een die de Muur echt terugwil.

Hebben jullie het met hen ook over de toekomst gehad?

Van Istendael: De Berlijners verschillen niet zoveel van ons, hoor. Ze hebben vanzelfsprekend een ander verleden, maar ook zij leven nu in een welvarend Europees land – ondanks alles. Hun debatten gaan minder over de verschillen tussen Oost en West dan over de economische crisis en de klimaatsverandering. En die enorm hoge werkloosheid, natuurlijk. In tegenstelling tot wat veel mensen denken, leidt dat in Berlijn echter níét tot een opmars van extreemrechts – de partij is er zelfs minder populair dan de Vlaamse tegenhanger hier.

Barbara De Coninck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content