Maandag 3/6, 20.40 – één

‘In deze laatste compilatieaflevering van Ten oorlog zijn we ook bij kijkers thuis een gedenkpaaltje in de grond gaan kloppen’, zegt Jonas Van Thielen. ‘We kregen verschillende reacties van kijkers met verhalen over een grootouder of overgrootouder die tijdens die oorlog iets bijzonders had meegemaakt.’

Het einde van de frontlinie van WO I, op het Turkse schiereiland, hebben Arnout Hauben, Mikhael Cops en Jonas Van Thielen in de vorige aflevering bereikt. Van Thielen kende u als de acteur met de ontspoorde filmimitaties in De laatste show. Met het naspelen van dagboekfragmenten toonde hij zich van een andere kant in Ten oorlog. Het programma, waarin de drie op cruciale plaatsen halt hielden om een gedenkpaaltje in de grond te slaan, heeft een gevoelige snaar geraakt, dat was al duidelijk uit de kijkcijfers, die opliepen tot ruim een miljoen.

JONAS VAN THIELEN: Het idee voor Ten oorlog is van Arnout en Mik. Ze zochten daarvoor een acteur, liefst eentje met wie ze negentig dagen samen op reis wilden. Mij kenden ze al. Ik ben namelijk de twaalf jaar jongere broer van Mik (zelfde moeder, andere vader, nvdr.). En Arnout was voor mij evenmin een onbekende. Niet moeilijk, want Arnout is zo iemand die altijd goeiedag zegt als hij, bijvoorbeeld vroeger in de gangen bij Woestijnvis, iemand tegenkomt. En zo raak je aan de praat.

Naast gelegenheidsgeluidsman was het jouw taak om dagboekfragmenten uit de tijd van WO I weer tot leven te wekken. Hoe moeilijk was dat?

VAN THIELEN: Dat was zoeken, uiteraard. Je kunt dat niet echt voorbereiden, het is wachten tot je ter plekke bent voor het bewuste fragment. In de eerste aflevering was wellicht te zien dat mij inleven nog vrij houterig ging, maar na verloop van tijd kreeg ik het steeds beter onder de knie. Al mocht die oorspronkelijke dagboekfragmenten brengen nooit routine worden. Het gaat toch om het leven van echte mensen, die vandaag mogelijk nog nabestaanden hebben. Daardoor kun je alleen maar eerbied opbrengen voor die woorden van honderd jaar geleden.

‘Nooit meer oorlog’ klonk het al na WO I. Kan een programma als Ten oorlog daartoe bijdragen?

VAN THIELEN: Die gedachte heeft toen ook niet geholpen – ruim twintig jaar later volgde een nieuwe wereldoorlog – dus moet ik mij als tv-maker geen illusies maken. Al denk ik wel dat we de impact van een belangrijk stuk geschiedenis als WO I op ons leven vandaag begrijpelijk kunnen maken met een tv-programma als dit. Neem nu de kaart van Europa die we aan het begin van elke aflevering tonen: de grenzen die wij vandaag kennen, zijn vaak het gevolg van de oorlog. Daar keek ik aanvankelijk zelf van op, en daardoor ga je het huidige Europa ook anders bekijken.

Arnout Hauben en Mikhael Cops verlieten Woestijnvis om met hun eigen productiehuis De Chinezen programma’s als Iedereen beroemd en Ten oorlog te kunnen maken. Moet jij in het huidige klimaat ook kiezen: Woestijnvis of Chinees?

VAN THIELEN: Gelukkig niet, nee. Ik ben freelancer en werk met allebei even graag, of een ander productiehuis. Het onderscheid is lang niet zo zwart-wit als sommigen denken. Als ik de voorbije weken bij Woestijnvis kwam, kreeg ik heel wat aangename reacties op Ten oorlog. En het omgekeerde valt ook voor. Als tv-makers hebben we vooral met elkaar gemeen dat we allemaal geweldige tv willen maken.

(H.V.G.)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content