Tine Hens
Tine Hens Journaliste voor Knack

‘ZELFS EEN HERHALING VAN ‘DE BENDE VAN WIM’ IS HET BEKIJKEN WAARD.’

Vanwege allerhande ingewikkelde verplichtingen bevond ik me afgelopen zaterdag in de kunstmatige warmte van een kerstmarkt. Alle mensen waren vrienden, en dan vooral diegenen die zich gulzig op de lauwe glühwein hadden gestort. De anderen richtten zich met verrukte gilletjes op de verschillende artefacten die in de kraampjes verkocht werden. Tussen al die vrolijkheid leek ik de enige die geen blijf wist met al dat schoons. Niet dat ik niet van gezelligheid hou: op aandringen van mensen die me lief zijn, wil ik best een dennentak aan mijn voordeur knopen, maar ik heb niets met die kerstmisgadgets. De rode mutsjes, witte baardjes en rendiertjes met kar doen me te veel denken aan koloniale waren uit het plaatselijke kabouterbos. Ik werd er die zaterdag een beetje weemoedig van. Met de banaliteit van het leven kan ik nog leven – ik kan me er zelfs bij neerleggen. Maar met de innige omarming en ophemeling van de banaliteit blijf ik het moeilijk hebben. Banaliteit kan geen doel op zich zijn. Hoop ik dan. Denk ik dan. Maar in het hartje van zo’n kerstmarkt durf ik daar aan te twijfelen. Er leek geen uitweg mogelijk. Mensen die elkaar allang niet meer graag zagen, maar vanwege de kinderen allemaal samen een pomme d’amour aten en deden alsof vrede op aarde mogelijk was. Ik verlangde intens naar een plek ver weg, een plek die niet bewegwijzerd was en ik dacht terug aan de drie mannen van middelbare leeftijd die ik daags daarvoor op televisie had gezien. Voorzichtig, bijna respectvol liepen ze tussen een nagebootst Stonehenge ergens in het noorden van Engeland. ‘Het mooiste aan deze plek’, zei de meest belezene van de drie, ‘is dat er geen enkele wegwijzer naar wijst.’ En dat op zich, knikten ze, is uniek in deze wereld. Even later speelden ze iets dat op riddertje leek en stapten ze op hun motors om een ander, nog uitzinniger kitschwerk te bekijken: een Acropolis op een heuveltop. ‘Kitsch’, hoorde ik, ‘is mooi omdat het zo hard z’n best doet om meer te zijn.’ Wel, bij zulke fijne zinnetjes lik ik duimen en vingers af. Het zijn momenten waarop ik ademloos in mijn zetel zit en in een opwelling mijn televisiescherm zou durven kussen.

De Bende van Wim is terug. En hoe. Alles waaraan ik me tijdens de eerste reeks geergerd had, was tijdens deze eerste aflevering vergeten en vergeven. ‘We zijn ouder geworden’, vertelde Wim Opbrouck in de inleiding. Ik weet nooit goed waarop zo’n uitspraak slaat, maar bij De Bende van Wim versta ik eronder dat de drie hun testosterongehalte beter onder controle hebben. Het per se willen de mooiste, liefste, stoerste, knapste en ook nog eens de grappigste zijn, was naar de achtergrond verdwenen. Wat overbleef, was een uniek staaltje dromerig avontuurlijke televisie, waarin drie kerels in leren motorpak als oude wijven klepten over de artrose in hun rug, knieën en bekkenbodems. Om daarna weer als drie romantisch zieke venten te mijmeren over de onbereikbaarheid van de vuurtorenwachterdochter. In tegenstelling tot de bordkartonnen doordrukjes van de vrolijke, lollige en bijdehante presentatoren die dezer dagen de schermruimte vullen, zijn Wim, Jean en Michiel karakterkoppen. Ze deinzen er niet voor terug om zichzelf te zijn. Met hun onhebbelijkheden, kleine kantjes en grote angsten. Michiel die niet op een brommertje durft, Wim die denkt dat hij een verdienstelijk zanger is en Jean die als de schijnheilige koorknaap door zijn brilletje blikt. Ze lijken werkelijk te genieten van elkaars gezelschap. Geen van de drie voelt zich geroepen om voor een ander te springen en zich groter, belangrijker of interessanter voor te doen dan hij is. Iets waar ze in de eerste reeks danig last van hadden. Natuurlijk lijkt Michiel met al zijn kennis op de schoolmeester uit de natuurexploratieklas. Maar als een uitgever er ooit aan denkt hem in pocketformaat op de markt te brengen, wil ik hem graag in het kastje naast mijn bed. Weliswaar met een aan/uit-knop. En zo werd mijn uitstap naar de wereld van de kerstmarkt en zijn bewoners een minder groot fiasco dan gevreesd. Ik kon de avond afsluiten met een herhaling van De Bende van Wim. Dat ik daar opnieuw naar keek, is waarschijnlijk het grootste compliment dat je een tv-programma kunt maken. Met dank aan de inspiratieloze programmator van Canvas.

Tine Hens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content