Bart Cornand
Bart Cornand Redacteur Knack

Wedden voor een bak bier dat ik er volgende week uit lig?’ Jessy stak haar tong uit terwijl ze lachte, en haar piercing tikte tegen de achterkant van haar snijtanden. Niets is zo intrigerend aan Klassedames als de mond van de deelneemsters. In de nieuwe VTM-kraker worden acht jonge vrouwen opgesloten in het geïmproviseerde internaat Slot Pietersheim, om er te breken met hun reputatie van onhandelbare, fuifzieke wichten. IJdele hoop. Kijk goed hoe ze lachen, hoe ze pruilen, hoe ze hun kauwgom malen, en je weet: van geen enkele van deze jonge vrouwen valt een stijlwijf te maken. Daarvoor zijn de kuiven te hoog, de haarwortels te donker geverfd, de blikken te hol.

Als er niet zo’n vulgair dédain uit sprak, zouden we hun geklungel vertederend noemen. Hoe ze met het vuur van een vakbondsleider uit de Borinage ingaan tegen Het Gezag en tóch stiekem een sigaret opsteken – maar dan wel onder de luchtinlaat van de airco. Hoe ze zich tijdens een wijndegustatie blijven verbazen over de sommelier en zijn spuwbakje (‘Ik dacht dat hij nog met de auto moest rijden’) en halverwege met een elleboog en een borst steun zoeken op de tafelrand. Of de mooiste: hoe het meest verlegen meisje van het pak niet wou klikken over haar clandestien paffende collega’s, maar hen in twee snikken aan de galg praatte: ‘Er is echt niet gerookt. Zelfs al doet u mij vertrekken. (beverig:) Mensen verraden ligt niet in mijn aard. (met rollende tranen:) Dus moet u het mij ook niet kwalijk nemen. Ik ben geen verklikker.’

De kans dat Frau Selleslagh – een directrice van het type dat hypercorrecte dictie boven gladgeschoren benen verkiest – op het eind van de afvallingsrace één juffrouw overhoudt die aan haar standaarden beantwoordt, is nihil. Een uitstekende zaak is dat. Selleslagh, en met haar VTM, is op zoek naar een welopgevoede bijzit die weet hoe een bestek hoort te liggen, die kan walsen, koken en op hoge hakken kan lopen. Een kostschoolfrikje, dus, dat na het afstuderen in 1957 te verlegen is om op het bal van de burgemeester met een knappe gast te dansen en dan maar trouwt met de zoon van de buren die net zijn diplôme van doctoor heeft ingelijst. Nu zijn tafelmanieren en intieme hygiëne ons sinds enkele geurige vakanties naar backpackers-paradijzen zeer dierbaar, maar bij het zien van Klassedames bekruipt ons de zin om naar Pietersheim te rijden, zo’n meid met ladders en touwen te bevrijden en ‘Talk dirty to me, woman’ in haar oor te fluisteren. We worden trouwens op onze wenken bediend door Purdey, een wat brallerige Gentse heftruckchauffeuse die in haar supporterslokaal Den Buffalo in Gentbrugge bekend staat als Peurdiej. Op een uitgebreid diner voor nette heren werd haar gesuggereerd ‘om zich even terug te trekken’ voordat ze de wijn uitschonk. Een voorzet voor open doel, natuurlijk. ‘Normaal zijn het pertank de mannen die zich terugtrekken’, en haar mond trok in een hoek die André Van Duin jaloers had gemaakt. ‘Hah! That’s me!’ Het gezelschap van seksueel ambigue studenten van de Vlerickschool viel bijkans van zijn stoel. Purdey is niet dom. Ze is grof gebekt, maar plooirokken als Selleslagh zijn niet gebaat bij nuances. Ik wed dat ze na een bierboer gul ‘met de complementen van mijnen eetzak’ uitroept, koket haar mondhoeken schoonveegt met een servet, en er een bak Jupiler op inzet dat ze meer van het leven geniet dan een dorre doktersvrouw in 1957.

Bart Cornand

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content