Het ziet ernaar uit dat de twee grootste Vlaamse zenders dit najaar de grote kijkcijferstrijd zullen uitvechten met quizzen en reality-programma’s.

Je kan over veel zaken een quiz bedenken, maar je kan over werkelijk alles een reality-programma maken.

Blijkbaar krijgen we maar niet genoeg van de werkelijkheid. Of is ons dagelijks leven nog niet banaal genoeg en willen we per se nog wat proeven van de triviale geplogenheden van anderen. Mij kan het niet meer boeien. Ik heb mijn portie voyeurisme gehad en mijn grens van plaatsvervangende schaamte bereikt. Ik kan zelfs geen medelijden meer opbrengen met al die randfiguren die de revue passeren.

Is het niet dringend tijd voor de terugkeer van de glamour-tv? Of voor sappige verhalen over de decadente levensperikelen van Hollywood- en andere sterren. Voor mij mag De Rode Loper gerust wat langer duren.

Wat ik mijd als de pest zijn programma’s met een medische inslag. Ik ben nogal een hypochonder en zodra ze me overladen met allerhande ziektebeelden, krijg ik overal tegelijk knagende pijn. Geen Dag Dokter voor mij. Ook de zwangerschapsprogramma’s laat ik voor wat ze zijn. De gulzige camera die focust op een werpende vagina, heeft me in een keer van mijn sluimerende kinderwens afgeholpen. Van De Wellnesskliniek word ik misselijk, van de Kinderkliniek heel droevig.

En toen belandde ik bij Zonnekinderen. Zeven autistische en licht mentaal gehandicapte kinderen gaan voor een week op vakantie in de Provence samen met hun begeleiders. Ik verwachtte een pathetisch relaas van hoe die kinderen, ondanks hun gebreken, toch gelukkig konden zijn. Dat is inderdaad de boodschap, maar de pathetiek werd achterwege gelaten.

De groep verblijft in een prachtig landhuis met zwembad, dat niet zou misstaan in de Caractère-brochure. In zo’n oogverblindende omgeving onder een uitbundige zon, zou ik me ook een zonnekind voelen.

Hun leven daar bestaat uit de kleine dingetjes, zonder dat de banaliteit ervan je verplettert. Zonnekinderen zijn blijkbaar snel geboeid en doen alles met veel enthousiasme. Wanneer de dagtaken verdeeld worden, staat iedereen opgewonden te roepen: Joepie, ik mag afwassen! En ik mag afdrogen!! Ik denk aan de kampen met de jeugdbeweging waar we, in de ban van onze eigen puberale empathie, een heel arsenaal trucs ontwikkelden om klusjes als afwassen en patatten jassen op slinkse manier te ontlopen.

Ilse wordt verkozen tot zonnekind van de dag en dat betekent dat ze extra aandacht krijgt. In de namiddag mag ze samen met haar begeleidster Mieke op bezoek bij Beau Joseph, de harpoenvisser. Algauw blijkt waarom Joseph het epitheton beau kreeg toebedeeld. Wat een stuk! Ook Ilse blijkt niet ongevoelig voor de charmes van de knappe visser. Maar ze besluit zich niet te laten gaan wegens haar vriendje Jelle. Die had haar gezegd: kijken mag, aankomen niet. Mieke gaat volledig mee in de pubergesprekken en ik slaak een zucht van bewondering. De ene job is al nuttiger dan de ander. Die begeleiders moeten zich nooit afvragen: waarom, voor wie in godsnaam?

Joseph diept voor Ilse een kanjer van een vis op en het meisje is in alle staten. Ze beloont haar held met drie kussen en ook de vis krijgt een knuffel. En een naam: Koetjeboe.

De dag wordt afgesloten met een grote barbecue aangestoken met zelfgesprokkeld hout op het strand. Wat een vakantie! Koetjeboe moet eraan geloven. Maar niet iedereen krijgt het over zijn hart om zich op het beest te storten en voor de gewetensbezwaarden zijn er zelfgemaakte hotdogs. En dan gaat de zon onder. Soms is alles zo eenvoudig.

Ik beken, ik heb een traan weggepinkt. Maar dat heeft met mijn leeftijd te maken. En naar het schijnt, wordt dergelijk wollig sentimenteel gedrag nog erger met de jaren. door Mieke deBruyne

Mieke Debruyne

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content