Het geluid van de regen drijft me tot aan de rand van de waanzin. Het hele jaar lang leef ik toe naar de zomer. Als de zon er dan niet langer dan twee weken in slaagt om de scepter te zwaaien, voel ik me verloren. Herinneringen aan andere kleurloze zomers doemen op. Zomers uit mijn jeugd, gedrenkt in aanhoudende regen. De aaneenschakeling van grijs werkte soms zo verlammend dat ik op den duur niks anders meer kon verzinnen dan voor de zevende keer dezelfde strip te lezen, nog maar een cake te bakken of het grootste verbod te breken: de tv aan zetten.

Het was begin jaren tachtig. Het tv-aanbod overdag was beperkt. Op RTL lulde Ray Cokes clipjes aan elkaar. Maar een of andere talkshow op een Franse zender, rechtstreeks uitgezonden vanuit een mondaine badplaats aan de zonovergoten Côte d’Azur, is op mijn netvlies gebrand. De paradijselijke omgeving zorgde ervoor dat ik mijn lot nog meer beklaagde. Maar terwijl ik me, verzonken in lethargie, blindstaarde op palmbomen en mooie halfnaakte mensen in zeilboten, moest ik op mijn hoede blijven. Ik mocht absoluut niet betrapt worden want overdag tv-kijken was des duivels.

Nog steeds heb ik een dubbel gevoel bij tv-kijken in de zomer. Zomer associeer ik met een langgerekte Bounty-reclame. Fancy feestjes op het strand, kruidige barbecues in de tuin, mojitos drinken op het terras. Maar vooral niet liggen zappen. Voor je scherm zitten in de zomer staat gelijk met geen leven hebben.

Maar op zo’n fletse zomerdag waarvan het bij het opstaan al duidelijk is dat hij niks voor mij in petto heeft, heb ik soms afleiding nodig van mijn lugubere gedachten. Dan trotseer ik dat ingebakken schuldgevoel en zet ik, nog steeds bang om betrapt te worden, de tv aan. En ditmaal is er op elke zender wel iets te zien, maar dat betekent niet dat het niveau van de Franse talkshow wordt gehaald: tenzij je warm wordt van natuurdocumentaires of absoluut elk hoogtepunt uit de sportgeschiedenis live wil meemaken, valt er op de buis niks te zoeken. Enkel Vitaya slaagt er af en toe in me uit mijn donkere gedachten te halen. De meisjes van de Moulin Rouge, het leven en werk van Hugh Heffner of een of ander funky recept. Je steekt er altijd iets op. Maar verder, tv, je venster op de wereld? Laat me niet lachen. Hoe vroeger op de dag je je toestel aanzet, hoe meer je je een complete loser voelt.

Vanaf zes uur wordt het beter. The Simpsons blijven grappig, al is het scherpe randje er af. En Friends is mijn favoriete sitcom. Vooral omdat de zes hoofdpersonages telkens weer entertainment in hun dagelijkse leven weten te brengen. Iets waar ik op dat moment zo wanhopig naar op zoek ben. Door alle reruns doe ik soms een ontdekking. Zoals de oude Addams Family met haar onwezenlijke personages, en absurde dialogen. De grappen zijn soms gedateerd maar toch heeft de serie iets tijdloos, en in niks te vergelijken met wat we nu allemaal voorgeschoteld krijgen.

Na de series heb ik genoeg lichtheid gehad voor een dag, en ik voel me weer klaar voor de realiteit. De gekunstelde luchtigheid van de laatavondprogramma’s is me iets te expliciet. Verslagjes van andermans zomerse activiteiten, vrolijke programma’s met presentatoren die gloeien van hooghartige mensenliefde en hard hun best doen om de verzuring te bestrijden, rommelige talkshows die allemaal op elkaar gelijken, waar de gastheren zelfs te weinig charisma hebben om een karikatuur van zichzelf te spelen. Ik laat het allemaal aan me voorbijgaan. Zelfs de informatieve programma’s gaan voor de lichte noot. Als het fris genoeg is voor mijn tv-dekentje, pik ik wel eens een film mee. Meestal rep ik me naar een terras. Ik bid nu al voor een serie hittegolven volgende zomer. De palmbomen verzin ik er zelf wel bij. door Mieke de bruyne

Mieke De Bruyne

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content