Maar zwijg nu ne keer twee minuten over die lessen Historische Kritiek. Als ge peist dat ge daar gaat leren hoe de media de polletiek manipuleert en omgekeerd, vergeet het vriend. ‘k Zal ik het u eens zeggen: Lernout & Hauspie is gekelderd door de CIA, die dat onderzoek naar de dialecten in Pakistan en Afghanistan niet betrouwde. Point final. En zo is de kleine spaarder nog maar eens het slachtoffer van het kapitalisme. Dat leren ze u niet hier rechtover, zeker?’ Met een klap zette Reginald van café Het Kraaienest twee geuzen op zijn toog. Zijn voltallige publiek, twee eerstekanners die in lange new wave-jassen uit hun jeugdhuis in Bavikhove waren ontsnapt, keken met open mond naar de patron, die met verheven kin glazen begon te spoelen. Cafébazen als Reginald, ze zijn allemaal even tragisch: zeven jaar gedaan over hun Pol & Soc, uiteindelijk hun eindverhandeling niet afgemaakt en dan van armoe maar in hun vaste studentencafé blijven werken. Maar laat dat geen bezwaar zijn: ze hebben over alles een mening en verkondigen die met een dédain dat de doorsnee eerstejaarsstudent moeiteloos inpakt.

Luk Alloo is zo’n cafébaas. Gut, wat zou hij toch graag Steve Stevaert zijn: een ladies’ man, een vent van het volk maar toch gerespecteerd in hogere kringen, blue collar maar wél met manchetknopen. Aan meningen heeft Alloo alvast geen gebrek. Jarenlang heeft hij voor programma’s als Jambers, Goedele en zijn eigen Sterren en Kometen bekende en minder bekende Vlamingen uitgehoord over hun levenskeuzes: pizza of spaghetti? Telefacts of TerZake? Een wonderbra of jarretels? Alle middelen waren goed tijdens zijn kruistocht om de kloof met de burger te dichten. Met luide stem gaf hij zijn klanten gelijk, maar ondertussen voelde hij zich zoveel beter dan zijn aangeschoten tooghangers.

Nadat zelfs de habitués van VTM zijn gekwek moe waren, werd Alloo om onduidelijke redenen opgevist door de VRT. Met een lofzang aan ‘zijn grote voorbeeld’ Jan Wauters (afhankelijk van de potentiële broodheer noemt hij ook Paul Jambers en Goedele Liekens ‘zijn grote voorbeeld’) lulde hij zich binnen bij Sportweekend, waar hij net als altijd op zoek ging naar de mens achter de sporter. Die blijkt vooral spaghetti te eten en woont nog bij z’n moeder, maar dat wisten we al sinds de NIR in 1953 op antenne ging.

Nog altijd waren de meningen niet op, dus ging Alloo een pint pakken met ‘zijn grote voorbeeld’ Siegfried Bracke. En kijk, tijdens de aanloop naar de Vlaamse en Europese verkiezingen kreeg hij een reprise van zijn polletieke talk- show Advocaat van de duivel. Daarin haalde hij nieuwbakken politici als Marie De Clerck en Mark Demesmaecker naar de studio, die met zijn bekende jovialiteit werden getutoyeerd en op de rug werden geklopt. Alleen met Marie-Rose Morel, die onlangs de N-VA verliet voor een ‘onafhankelijke plaats binnen het Vlaams Blok’ (wellicht een zetel naast de haard), zou hij het even hard spelen. Morel was in een niet zo ver verleden Miss Vlaanderen en Aardbeiprinses van Melsele geweest, dus die zou hij snel even vloeren. Dat de meeste Blokkandidaten verbaal even afgetraind zijn als hun knokploegen, was hij even vergeten. Alloo ging af als een gieter.

Tussen het dagelijkse gedaas door vond hij trouwens nog de tijd om mee te werken aan meetings van de sossen. ‘Ik ben niet honderd procent objectief’, gaf hij in Het Nieuwsblad toe. ‘Maar objectiviteit is niet de bedoeling van mijn programma, anders hadden ze wel Ivan De Vadder gevraagd.’ Ecce, de mens achter de grand reporter. Het is de hoogste tijd dat Alloo zijn café met bleekwater schoon schuurt. De walm van zelfoverschatting is niet meer te harden. door Bart Cornand

Bart Cornand

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content