De Minardschouwburg zit tot de rand gevuld met Armani, zoete parfums en foute dassen. Het is de lente van 1995, en al wat hip is in Gent loopt uit voor de blitse première van Vrijen met dieren, geschreven door Stany Crets en vriendelijk aangeboden door De Blauwe Maandag Compagnie. Hier en daar sluipt een acteur met driedagenbaard en in rafelig kloffie langs de muren, maar die is net als de laurierboompjes in de foyer ongetwijfeld ingehuurd om de receptie een mediterraan-artistiek tintje te geven. De sprong van bohémien naar bourgeoisie is hier net iets te snel gegaan.

De enigen die niet wakker lijken te liggen van hun outfit, staan even later op de scène. In anderhalf uur groeien Peter Van den Begin en Erik Van Herreweghe uit tot een komisch duo waaraan Siegfried Bracke en zijn ego een puntje kunnen zuigen. Grap na grap snijden ze door de soirée très blasée met een ode aan de gewezen huisbaas van de Minard, Romain Deconinck, en zijn brallerige conferences. Ongegeneerd kruipen ze in de rimpelige huid van zijn opvolgers Leo Martin en Gaston Bergmans, maar dan na een calvados of drie. In de zaal worden dassen wat losser getrokken, pumps worden stiekem uitgeslipt. Bedrijfsrevisoren met Donald Ducks op hun sokken wagen zich steeds nadrukkelijker aan een lage ‘hohohooo’, studentes uit de Germaanse giechelen tot hun blaas de strijd verliest. Op het podium maken de twee zich op voor de uitsmijter.

Van den Begin: ‘Stel, je zit op een eiland met één lelijke vrouw met een kut en één schone zonder. Welke kies je?’

Van Herreweghe: ‘Euh, de lelijke?’

Van den Begin: ‘Maar neeje, de schone. Je doet haar vis eten, slaat haar tanden uit, en je hebt een kut!’

In de coulissen slaat iemand – ka-dzjing! – op een cimbaal en schetteren trompetten. De ovatie kan niet staand genoeg zijn: ‘Heerlijk volks theater! Hoe verfrissend in tijden van postmoderne symboliekdrift! En ja, Gaston Bergmans was toch een vakman – dat zegt zelfs Jan Decleir.’

Vreemd toch hoe platte leut in een theater camp is, maar op VTM door datzelfde publiek wordt uitgespuugd? Van den Begin en Crets weten er alles van. Na Raf en Ronny en Debby en Nancy hebben ze een nieuw programma op de commerciële, Sketch à gogo, dat deels wordt opgehangen aan een meesterlijke imitatie van Gaston en Leo. De show is lang niet zo virtuoos als pdw’s De wraak van Vlimovost. Daarvoor zijn de gags niet absurd genoeg, de taal te schraal, het accent te Nonkel Jef. Laten we wel wezen: de grappen in Sketch à gogo zijn in 90 procent van de gevallen niet geestig. Laat Carry Goossens en Jacques Vermeire dit spelen en het wordt een vertoning die zelfs Bart Peeters gênant zou vinden. Maar het heeft één grote kwaliteit: het is eerlijk. Na een pousse-café zouden we kunnen zeggen dat Sketch à gogo werkt omdat het tussen de kolder in een toegankelijke mix is van pointeloze Britse humor, de kitsch van Bosmans Jos in Het Peulengaleis en flarden Koot en Bie. Maar eigenlijk is het veel simpeler: Crets en Van den Begin nemen zichzelf au sérieux, en dat werkt heel aanstekelijk. Method acting? Emotionele inleving in de personages? Niets daarvan. Die twee weten hoe dicht ze bij de rand van de afgang lopen, maar intussen flirten ze met elkaars plagerige jongensachtigheid. Als die broekkousen niet zo ontzettend gay waren, zouden we het een sexy Batman en Robin-gevoel noemen. Trouwens, zou Robin een vals gebit hebben? Ka-dzjing!

Door bart cornand

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content